Taiwan: het Oekraïne van Azië

© Getty
Roger Mc Shane redacteur China van The Economist

De status quo is aan het afbrokkelen, waardoor een oorlog om Taiwan waarschijnlijker wordt.

Het is niet moeilijk om te begrijpen waarom sommige Amerikaanse generaals denken dat China in de komende tien jaar Taiwan zal binnenvallen. De dreiging van een aanval hangt al sinds 1949 boven het zelfbesturende eiland, toen de communisten van Mao Zedong er het verslagen nationalistische regime van China naartoe verjaagden. President Xi Jinping zou graag de eindzege opeisen in de burgeroorlog. Sinds Mao heeft geen enkele Chinese leider een groter belang gehecht aan de eenmaking. Het Chinese leger is uitgerust en opgeleid om de aanval in te zetten. En naar verluidt hebben ze het bevel gekregen om zich klaar te houden tegen 2027, wanneer Xi’s derde ambtstermijn van vijf jaar als partijleider ten einde loopt. De eenmaking kan niet eeuwig worden uitgesteld, zegt hij.

Ook in 2022 was er reden tot bezorgdheid nadat Nancy Pelosi, de voorzitter van het Amerikaanse Huis van Afgevaardigden, Taiwan een bezoek bracht. In de ogen van de Chinese overheid verstoorde Pelosi’s reis, ook al waren er precedenten, de status quo waarop de ongemakkelijke vrede rust. Amerika erkent de Chinese soevereiniteit over Taiwan niet, maar het erkent Taiwan ook niet als een onafhankelijke staat. De Verenigde Staten onderhouden enkel met het Chinese vasteland diplomatieke relaties, al voeren ze wel wapens uit naar Taiwan. Pelosi was de meest vooraanstaande Amerikaanse politicus die Taiwan in tientallen jaren bezocht. Na haar vertrek gaf China met veel drama uitdrukking aan zijn verontwaardiging. Het land vuurde ballistische raketten over Taiwan, stuurde tientallen militaire schepen en vliegtuigen uit, en hield schietoefeningen rond het hele eiland, alsof het repetities hield voor een blokkade.

Transformatie

Als een oorlog onafwendbaar lijkt, komt het voor een stuk omdat China merkt dat Taiwan langzaam wegdrijft. Twee generaties geleden was het eiland een militaire dictatuur, geleid door één nationalistische partij – de Kuomintang of KMT. Die ging ermee akkoord, althans in theorie, dat Taiwan deel zou uitmaken van China. Vandaag is het eiland een bruisende democratie, bestuurd door president Tsai Ing-wen en haar pro-onafhankelijke Democratische Progressieve Partij. Het bbp pro capita is bijna drie keer zo hoog als dat van het Chinese vasteland. Taiwan telt 24 miljoen inwoners, bijna allemaal Han-Chinezen, en hun vrijheden en welvaart vormen een impliciete uitdaging voor de autocraten in Peking. De belofte van China om Taiwan autonomie te verlenen in een model van ‘één land, twee systemen’ klinkt hol sinds Peking met harde hand ingreep in Hongkong, dat een gelijkaardige regeling had. Volgens peilingen wil minder dan 7 procent van de Taiwanezen een hereniging.

Ook de houding van de VS is aan het veranderen. Het land heeft geen formeel defensieverdrag met Taiwan. In de jaren 1970, toen Amerika de regering in Peking begon te erkennen, overwoog Richard Nixon zelfs om Chiang Kai-shek, de despotische leider van de KMT, te laten vallen. Recente presidenten hebben een beleid van ‘strategische dubbelzinnigheid’ gevoerd, met als bedoeling de provocaties van alle kanten af te stoppen. Door de transformatie die Taiwan heeft doorgemaakt, is de kans echter groter dat Amerika het eiland in geval van een aanval te hulp zal schieten. President Joe Biden heeft dat in zoveel woorden beloofd, al nuanceren zijn adviseurs zijn opmerkingen. Bondgenoten zien eender welk conflict als een potentiële test voor de vastberadenheid waarmee de VS de veiligheidsorde in Azië en de Stille Oceaan wil handhaven.

Nuttig probleem

Voor sommige analisten hangt een escalatie af van de vraag of China denkt dat het kan zegevieren. Hoe sterker het land wordt, hoe meer het risico toeneemt. De situatie in Oekraïne kan de optelsom echter langs alle kanten beïnvloeden.

Amerika hoopt dat die oorlog Taiwan zal overtuigen om meer aan zijn zelfverdediging te werken en om een betere strategie te kiezen. Het eiland heeft al besloten om minder gebruik te maken van dienstplichtigen en een meer professionele strijdmacht op te bouwen. Het kan zijn militaire budget, dat nu slechts 2 procent van het bbp bedraagt, opvoeren. En het zou een ‘stekelvarkenstrategie’ kunnen volgen, gebaseerd op mobiele en camoufleerbare verdedigingswapens in plaats van de dure straaljagers, schepen en onderzeeërs waar zijn militaire planners een boontje voor hebben. Die chique toestellen zullen het waarschijnlijk niet lang uithouden als er ooit echte vuurgevechten zouden losbarsten.

Van zijn kant ziet China de invasie van Rusland als een nuttig probleem voor het Westen. In Peking maken sommige mensen echter al de vergelijking met Taiwan, en ze vragen zich af of een invasie daar niet net zoals in Oekraïne kan uitdraaien op een symbolisch moeras, met rampzalige gevolgen voor de Communistische Partij. Een aanval over 160 kilometer water zou ook lastiger zijn dan een landsgrens oversteken.

Een oorlog met Taiwan wordt in Peking gezien als een slechte uitkomst, zolang er andere opties op tafel liggen. Veel deskundigen geloven echter dat het aantal opties waarover China beschikt stilaan afneemt. In 2005 nam de overheid een anti-afscheidingswet aan die de Chinese machthebbers dwingt om militair op te treden als ze denken dan een vreedzame eenmaking niet meer mogelijk is. De moeite die Rusland ondervindt in Oekraïne zal hen echter tot nadenken gestemd hebben.

Partner Content