‘Zonder gecoördineerde aanpak stijgt de factuur voor de consument’
De liberalisering van de energiemarkt kan pas slagen als de federale overheid en de gewesten meer overleggen. Roberte Kesteman, de CEO van Nuon België, trekt van leer tegen de inefficiëntie van de Belgische energiemarkt.
Roberte Kesteman werd in januari 2008 benoemd tot CEO ad interim van Nuon België, maar al snel ontpopte ze zich tot de CEO tout court van de onderneming. De al even discrete als efficiënte gewezen financieel directeur is er in 2,5 jaar in geslaagd om het Belgische filiaal van de Nederlandse energieleverancier weer op het goede spoor te zetten. Ondanks de strubbelingen waarmee eerst de mislukking van de fusie van Nuon en Essent en vervolgens de overname door de Zweedse groep Vattenfall vorig jaar gepaard gingen. Tussen midden 2009 en half 2010 steeg het aantal klanten van Nuon België met 12 procent naar 320.000 residentiële en 2500 businessklanten. En ook de rendabiliteit van de onderneming ging erop vooruit. Toch is Kesteman verre van tevreden over de werking van de Belgische energiemarkt.
TRENDS. In maart hebt u besloten om geen nieuwe klanten meer aan te sluiten in Brussel uit protest tegen de reglementering in de hoofdstad. Had die sneer effect?
ROBERTE KESTEMAN. “Hij heeft in elk geval heel wat reacties uitgelokt, vooral in de federale regering en bij onze concurrenten, die grotendeels bereid zijn om ons te volgen. We hadden ook een onderhoud met de Brusselse minister voor Energie, Evelyne Huytebroeck, maar dat liep helaas op niets uit. De toestand blijft dus problematisch. We willen vooral een sterk signaal aan de regelgever en de Brusselse regering geven. We willen hen doen inzien dat er van de liberalisering van de energiemarkt in Brussel niets in huis komt. Nu wij ons teruggetrokken hebben, is er alleen nog Lampiris dat met zijn piepkleine marktaandeel moet optornen tegen het monopolie van Electrabel op de Brusselse particuliere markt.”
Als we de energiemarkt vergelijken met de telecommarkt, dan verloopt de liberalisering er minder doeltreffend. Hoe verklaart u dat verschil?
ROBERTE KESTEMAN. “De regels zitten versnipperd over vier regelgevers. We kunnen natuurlijk niet ingaan tegen de tendens tot regionalisering, maar we willen de regelgevers, de politieke partijen en de gewestregeringen ervan overtuigen dat er een gecoördineerde, gewestoverschrijdende aanpak moet komen. Als elk gewest zijn eigen agenda heeft om bijvoorbeeld nieuwe netwerksystemen of intelligente tellers in te voeren, dan zal dat de implementatiekosten voor de leveranciers doen stijgen en onrechtstreeks dus ook de factuur van de consument.”
Moet er niet één enkele regelgever komen, zoals in de telecomsector?
ROBERTE KESTEMAN. “Dat zou uiteraard een goede oplossing zijn, maar ik vrees dat elk gewest zijn eigen bevoegdheden wil behouden. Ik kan dat ook begrijpen, maar dan moeten ze ervoor zorgen dat het ook financieel draaglijk blijft voor de sector. Daarom pleiten we vanuit de sectorfederatie Febeg voor de oprichting van een federaal clearing house, een gecentraliseerde gegevensuitwisseling voor alle gas- en elektriciteitsactoren die in België actief zijn. Dat is voor ons een kernpunt. Anders zal het de kosten voor de gebruiker opdrijven en die klaagt er nu al over dat de liberalisering niet geleid heeft tot lagere prijzen.”
Heeft die gefragmenteerde regelgeving een invloed op de wijze waarop België de grote energie-uitdagingen aangaat?
ROBERTE KESTEMAN. “Zeer zeker. Ons land is slecht geplaatst. Een eenvoudig voorbeeld: voor elektrische voertuigen werken Vattenfall en Nuon samen aan omvangrijke proefprojecten in Stockholm en Amsterdam. In België gebeurt niets. Er moet meer aandacht worden besteed aan de infrastructuur die nodig is om de wagens op te laden. Dat is een cruciaal punt waarop andere landen al een hele voorsprong hebben. Ik hoop dat de vier regelgevers zich proberen te conformeren aan de richtlijnen van het derde energiepakket, dat zeer binnenkort gelanceerd wordt door de Europese Unie en aan de Europese normen voor intelligente tellers. Die normen zullen tegen het midden van 2012 bekend zijn, al zal het allicht nog wachten zijn tot 2018 voor heel België uitgerust is met intelligente tellers. Dat kan nog veraf lijken, maar eigenlijk is het slechts acht jaar. Intussen valt er nog enorm veel te doen. Vandaar het belang van een geconcerteerde aanpak tussen de gewesten.”
Heeft de overname door Vattenfall veel veranderd?
ROBERTE KESTEMAN. “Operationeel niet. De missie, de waarden en de strategie van Vattenfall stemmen zeer goed overeen met die van Nuon. De twee ondernemingen hanteren een zeer milieuvriendelijke en sociale aanpak. We hadden veel slechtere partners kunnen treffen.”
Enkele maanden geleden deden alarmerende geruchten de ronde dat Nuon zich als gevolg van de overname uit België zou terugtrekken…
ROBERTE KESTEMAN. “Die geruchten staken de kop op toen we meldden dat we ons project voor de bouw van een gasgestookte elektriciteitscentrale in Seneffe voor een jaar in de koelkast gingen stoppen. Omdat Vattenfall een aanzienlijk bedrag op tafel moest leggen voor de overname van Nuon, besloot het de uitgaven af te remmen en voorrang te geven aan andere investeringen. Dat wil niet zeggen dat het project in Seneffe van de baan is. Integendeel, we blijven het verder ontwikkelen en willen het wel degelijk in de herfst voorstellen aan de groep. Of het ook goedgekeurd wordt, hangt natuurlijk af van de prioriteiten van Vattenfall en van de cash die het ter beschikking heeft.”
In hoeverre treft het uitstel van het project in Seneffe Nuon België?
ROBERTE KESTEMAN. “We betrekken nu onze energie via ons zusterbedrijf Vattenfall Energy Trading, maar het is duidelijk dat we in België een bijkomend elan zouden krijgen als we konden beschikken over die gasgestookte centrale. We zouden dan 700.000 residentiële klanten kunnen beleveren, wat een solide basis zou vormen voor onze activiteiten. Is die centrale nu 100 procent nodig voor de onderneming? Nee, niet noodzakelijk, maar omdat België nieuwe investeringen nodig heeft om zijn energiebevoorrading veilig te stellen, zou het wel voor iedereen een goede zaak zijn.”
Vattenfall wil tegen 2030 zijn CO2-uitstoot met de helft verminderen. Gaat de centrale van Seneffe niet in tegen die doelstelling?
ROBERTE KESTEMAN. “Nee, want het zal om een centrale van de nieuwe generatie gaan, met veel minder CO2-uitstoot dan de klassieke centrales. We hopen gebruik te kunnen maken van technologie die nu uitgetest wordt in onze centrale van Buggenum in Nederland en die het mogelijk maakt om een groot deel van de CO2-uitstoot op te vangen. Dat is de technologie van de toekomst. We moeten niet dromen en denken dat we de komende jaren alles enkel en alleen met hernieuwbare energie kunnen bevoorraden. We blijven een energiemix nodig hebben die ook het nucleaire en de fossiele brandstoffen omvat.”
Heeft de verlenging van de levensduur van de Belgische nucleaire centrales een rol gespeeld in de beslissing van Vattenfall om het project-Seneffe uit te stellen?
ROBERTE KESTEMAN. “Nee, ook al remt die verlenging uiteraard de echte liberalisering van de Belgische markt af. Een beter scenario zou zijn dat de output van de atoomcentrales toegankelijk wordt gemaakt voor alle spelers op de Belgische markt met een aanbesteding, zoals dat in het programma van sommige partijen stond.”
Beschouwt uw moederbedrijf België als een moeilijker markt dan andere?
ROBERTE KESTEMAN. “Als het over reglementering gaat, absoluut. In Zweden beschouwen ze ons als gekken. Het valt vaak moeilijk uit te leggen aan onze Nederlandse of Zweedse collega’s dat de Belgische regionalisering moeilijk te beheersen is. Tegelijk biedt de complexiteit van de Belgische markt ons ook een concurrentieel voordeel ten opzichte van nieuwkomers. Elk nadeel heb ook zijn voordeel (lacht).”
Eind 2009 bedroeg uw marktaandeel in België 5,3 procent voor de elektriciteit en 6,3 procent voor het gas. Wat zijn uw doelstellingen?
ROBERTE KESTEMAN. “Op termijn willen we de tweede grootste energieleverancier in België worden. De onmiddellijke doelstelling is 400.000 klanten tegen eind 2012 en 500.000 in 2015. Als we erin slagen om de centrale in Seneffe tot stand te brengen, zal dat ons uiteraard een bijkomende boost geven, vooral in Wallonië, waar we nog een achterstand hebben. Van onze 320.000 klanten bevinden er zich daar slechts 40.000 en ongeveer 13.000 in Brussel.”
Het was wel handiger geweest als u zich had kunnen associëren met Essent, dat een stuk sterker staat in Wallonië.
ROBERTE KESTEMAN. “Dat is juist. Door een fusie met Essent zouden we onmiddellijk een aandeel van 10 procent van de Belgische markt gehaald hebben. En ik denk ook dat het project van de centrale in Seneffe er dan nu verder zou voorgestaan hebben.”
Denkt u nog de nummer twee te kunnen worden in België?
ROBERTE KESTEMAN. “Onze halfjaarresultaten hebben duidelijk aangetoond dat het dankzij België is dat Nuon zijn klantenbasis heeft kunnen behouden tussen het eerste semester van 2009 en het eerste semester van 2010, ondanks een veel concurrentiëlere Nederlandse markt. In België zijn we erin geslaagd om het aantal klanten in een jaar met 12 procent op te voeren, wat het verlies aan klanten in Nederland gecompenseerd heeft. We hebben ook een aanzienlijke aangroei gekend in het businesssegment, waar het geleverde volume er met 60 procent op vooruitging. Begin 2009 vertegenwoordigde de business nog een derde van onze omzet, nu is dat al 50 tot 55 procent. We hebben duidelijk een stap gedaan in de richting van de heel grote ondernemingen.”
Door mathieu van overstraeten
“We moeten niet dromen en denken dat we in de komende jaren alles enkel en alleen met hernieuwbare energie zullen kunnen bevoorraden” Roberte Kesteman, Nuon
“Als we op dezelfde weg blijven voortgaan, zal er van de liberalisering van de energiemarkt in Brussel niet veel in huis komen” Roberte Kesteman, Nuon
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier