Wordt het te globaal?

Duizenden betogers die slag leveren met de politie en de start van een nieuwe onderhandelingsronde van de Wereldhandelsorganisatie ( WHO) te Seattle verhinderen. Massaal protest tegen de jaarvergadering van het Internationaal Monetair Fonds ( IMF) te Washington. 30.000 mensen die in een klein Frans stadje het verzet steunen van een boer tegen hamburgerketen Mac Donalds en de globalisering. Het is wel even wennen voor een academicus die de voordelen van internationale handel doceert. Of voor de ondernemer die internationale expansie als een motor voor de groei van zijn onderneming ervaart. Wat is er aan de hand?

Het protest tegen de globalisering komt deels uit een ideologisch verzet tegen het kapitalistisch systeem. De markteconomie zal wel nooit populair worden bij een breder publiek. Terecht stelde voormalig Europese Commissievoorzitter Jacques Delors eens dat weinig mensen verliefd worden op een ééngemaakte markt. De onzichtbare hand van de marktwerking wordt als koud en onbarmhartig ervaren.

Voorheen verenigden critici tegen de markteconomie zich in de socialistische en communistische partijen. Maar met de val van de Berlijnse Muur verdween het communistische gedachtengoed van het toneel. De socialistische partijen van hun kant omarmden de derde weg en schoven zo een flinke ruk naar rechts op. De ideologische leemte wordt opgevuld door een bonte mengeling van ecologische groeperingen en niet gouvernementele organisaties die zich verbonden weten door een gemeenschappelijke afkeuring van de voortschrijdende globalisering.

Wat is er dan mis met globalisering? Volgens de critici vernietigt de globale markteconomie het milieu en leidt tot sociaal-econonomische uitbuiting op wereldvlak. Vanuit wetenschappelijk oogpunt zijn deze argumenten moeilijk te staven of te weerleggen. Ongetwijfeld heeft snelle industrialisering vooral in ontwikkelingslanden een milieukost. De ecologische aftakeling situeert zich voornamelijk op locaal vlak maar kan ook globaal optreden, zoals de vernietiging van de regenwouden aantoont. Daartegenover staat dat, vanaf een bepaald ontwikkelingspeil, snelgroeiende economieën meer middelen ter beschikking hebben en stellen om aan milieuzorg te besteden.

Sociale verantwoordelijkheid.

Op het vlak van de sociale uitbuiting scoort de globale markteconomie wellicht beter dan de critici laten vermoeden. De ervaring van meerdere Aziatische en nu ook een aantal Oost-Europese landen leert dat inschakeling in het werelhandelsysteem een krachtige bron van welvaartscreatie kan zijn die de armoede fors terugdringt. Deze optimistische kijk betekent geenszins dat sociale vooruitgang automatisch is. De aandacht voor sociale rechtvaardigheid mag nooit verslappen. Het is trouwens een verdienste van de tegenstanders van globalisering dat zij de sociale verantwoordelijkheidszin van multinationale ondernemingen in de derde wereld aanzienlijk helpen verscherpen.

Zijn er andere motieven die het breed ongenoegen met globalisering verklaren? Globalisering verkleint het speelveld van de politieke besluitvoering. In het bijzonder op nationaal vlak merken politici en sociaal-economische beleidsverantwoordelijken dat zij steeds minder vat hebben op de ontwikkelingen die het maatschappelijk gebeuren op fundamentele wijze beïnvloeden. Dit punt mag niet overdreven worden. Ook voor een kleine open economie maakt een gezond economisch beleid nog steeds een groot verschil zoals de voorbeelden van Nederland, Ierland, Denemarken, Finland… in Europa duidelijk aantonen. Deze voorbeelden ontkrachten trouwens de veelgehoorde stelling dat de bij ons sterk gewaardeerde welvaartsstaat onverenigbaar is met de wetten van de mondiale economie.

Toch blijft het een feit dat steeds meer materies de beslissingsmacht van nationale autoriteiten overstijgen. De logische conclusie is dan dat de eventuele tekortkomingen van de globale markteconomie op Europees en zelfs op wereldvlak aangepakt worden. De paradox van de anti-globaliseringsbeweging is dat zij deze oplossing radicaal afwijst. Het Europees beslissingsniveau wordt gewantrouwd en als dirigistisch en bureaucratisch bestempeld. De vijandigheid tegen de weinige mundiale instellingen zoals het IMF, de WHO en de Wereldbank is enorm: zij worden als trouwe handlangers van de globale duivel beschouwd. De actiegroepen tegen globalisering plooien zich terug op concrete initiatieven die dicht bij de onmiddellijke ervaringswereld van de basiswerkers aansluiten.

Economische polsslag.

Deze terugkeer naar het locale en het regionale weerspiegelt niet alleen het verloren geloof in de Politiek met een grote P. Men voelt ook de duidelijk waarneembare invloed van globalisering op de dagelijkse leefwereld. De wereldwijde marktintegratie en de opmars van de nieuwe technologieën versnellen de polsslag van het economisch gebeuren. Verandering wordt de enige constante en onzekerheid de enige zekerheid. Mensen moeten zich voortdurend aanpassen aan de snel wijzigende omstandigheden. Het wordt moeilijker een vaste loopbaan uit te stippelen met betrouwbare richtingaanwijzers.

Sommigen (vooral de jonge hooggeschoolden) spelen enthousiast in op de nieuwe kansen die de mondialisering biedt. Anderen voelen de voortdurende verandering en onzekerheid eerder als een last aan. Bepaalde groepen (laaggeschoolden en oudere werklozen) vallen zonder meer uit de boot. In brede lagen van de bevolking sluimert bewust of onbewust een ongenoegen over de haast en spoed in het dagelijkse bestaan.

Zijn er alternatieven voor de huidige globaliseringstendens? Neen. Net zomin als de industriële revolutie in de negentiende eeuw kan de huidige trend naar technologie en marktintegratie zomaar teruggeschroefd worden. De uitdaging bestaat erin de vereisten van een globale economie en de gerechtvaardigde maatschappelijke verzuchtingen te (blijven) verenigen in een werkbaar maatschappijmodel. Het ligt buiten het bestek van deze korte bijdrage (en wellicht ook buiten de mogelijkheden van de auteur) een gedetailleerde blauwdruk voor dit ambitieus project aan te bieden. Op grond van voorgaande bedenkingen kunnen wel drie uitgangspunten aangereikt worden:

Ten eerste, neem de kritiek op de globalisering ernstig. Voorstanders van globalisering stappen vaak nogal licht over de nadelen heen. Identificeer de gevallen waar globalisering werkelijk tot ecologische problemen en tot sociale uitsluiting en uitbuiting leidt. Blijf niet blind voor de gevolgen van globalisering op de leefwereld van mensen.

Ten tweede, think local but act global. Het is positief dat anti-globaliseringsgroepen vanuit hun lokale werking kritiek op het globaliseringproces formuleren. Maar het is een illusie te geloven dat globale problemen door lokale initiatieven kunnen worden aangepakt. Er is geen alternatief voor politieke beslissingen op Europees en globaal niveau. Een strategie die constructief de agenda van internationale instellingen en globale beleidsvoerders tracht te beïnvloeden is te verkiezen boven een afwijzing van elk supra-nationaal beleid.

Ten derde, bevorder het aanpassingsvermogen van de samenleving. Investeer in onderwijs en vorming: een goed geschoolde bevolking gaat vlotter met verandering om. Stimuleer de mobiliteit binnen de onderneming. Geef werknemers regelmatig nieuwe taken en uitdagingen zodat zij niet vastroesten in activiteiten die plots overbodig kunnen worden. Begeleidt de omschakeling van de werknemers naar ondernemingen en sectoren met toekomst. Ontwikkel ten slotte een sociale zekerheid die verzekering tegen tegenslag koppelt aan een vlotte reïntegratie in het arbeidsproces.

Filip Abraham

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content