“We serveren geen shit op elk uur van de dag”

Met Guillaume De Posch en Patrick Tillieux heeft ProSiebenSat.1 Media AG, de tweede mediagroep van Europa, twee Belgen op het hoogste niveau. De Belgische tandem moet de mediagroep het volgende decennium binnenloodsen.

We hebben veel bekijks wanneer we met Guillaume De Posch en Patrick Tillieux over de terreinen van ProSiebenSat.1 struinen, richting televisiestudio. De top van het bedrijf loopt taterend in de milde najaarszon, met in hun zog een cameraploeg, maar als volleerde acteurs faken ze naturel. De studio’s en kantoren van de mediagroep ProSiebenSat.1 strekken zich uit over ruim 7000 ha. Een gigantische oppervlakte, die de al indrukwekkende Medienallee – waar tal van mediabedrijven zijn gevestigd – overheerst. Voor de uitreiking van de trofee International Managers of the Year, die gisteren tijdens de Trends CEO Summit werd uitgereikt aan het Belgische duo Guillaume De Posch en Patrick Tillieux, trokken we naar München. Het hoofdkwartier van de Europese nummer twee – na de RTL Group – blaakt van de bedrijvigheid. Deze zomer tekende de ProSiebenSat.1- groep (goed voor 2,1 miljard euro omzet) de overeenkomst met de SBS Broadcasting Groep (ongeveer 1 miljard euro omzet). Met de overname – geïnstrueerd door de durfkapitaalgroepen Permira en KKR (zie kader: Gearrangeerd huwelijk van twee mediabedrijven) – wordt een pan-Europese broadcastinggroep gecreëerd, die actief is in 13 landen met 48 tv-kanalen, een 30-tal radionetwerken en verschillende multimedia- en printactiviteiten. Alles samen bereikt de groep ruim 80 miljoen Europese gezinnen.

Een opmerkelijke relance, want ProSiebenSat.1 verrees uit de as van de mediagigant Kirch, die in 2003 failliet ging. De Israëlisch-Amerikaanse mediamagnaat Haim Saban kocht de groep en posteerde er De Posch als CEO. Na de overname, afgelopen zomer, van SBS kwam Patrick Tillieux, die zich bij de Scandinavische groep had laten opmerken als CEO ad interim, op de stoel van COO terecht. Het was het derde weerzien van het duo, nadat hun wegen elkaar al even kruisten bij de RTL Group, de huidige uitdager. “Derde keer, goede keer”, lacht Tillieux, die zichzelf herkent in de efficiënte manier van managen die De Posch wordt toegedicht. Beiden delen de passie voor televisie en voor het joggen als compensatie voor de vele uren en lange dagen. Beiden delen ook de vaste overtuiging dat televisie als medium niet afgeschreven is. Guillaume De Posch: “Televisie is en blijft het meest relevante medium om in een kort tijdsbestek de grootste doelgroepen te bereiken en dat is belangrijk voor adverteerders. Daarom geloven we dat televisie nog een mooie toekomst heeft.”

GUILLAUME DE POSCH (CEO ProSiebenSat.1 Media AG). “Het zegt volgens mij wel iets over de Belgen.”

PATRICK TILLIEUX (COO ProSiebenSat.1 Media AG). “Ik noem dat het kameleonaspect van de Belgen. Hun adaptatievermogen voor grote internationale omgevingen en ondernemingen, hun empathisch vermogen, het denken in compromissen. Ik geloof oprecht dat dit typische karakteristieken zijn van Belgische managers.”

Hoe zouden jullie de rol die jullie hier spelen, beschrijven tegen de achtergrond van een veranderende omgeving waarin jullie met ProSiebenSat.1 zitten?

DE POSCH. “Als CEO leid ik een bedrijf dat doorheen de jaren ge-evolueerd is naar een vrij complexe groep. We opereren vandaag in dertien landen en SBS speelt een belangrijke rol daarin. Dat is ook de reden waarom Patrick hier is. Ik denk dat wij enkele gemeenschappelijke genen hebben als het op managementvlak aankomt. Daarnaast zijn we sterk resultaatgericht. Tegelijk besef ik dat dit in een omgeving als deze niet steeds gemakkelijk is. Ik heb veel overleg met de mensen van de creatieve kant, met productiemensen, en dat heb ik nodig om het complete plaatje te begrijpen.”

TILLIEUX. “Sinds de overname van SBS door ProsiebenSat.1, ben ik verantwoordelijk als COO. De internationale voetafdruk hoort daarbij tot mijn topprioriteit en natuurlijk de technische aspecten en faciliteiten die daaraan vasthangen. Ik denk dat wij dezelfde passie voor televisie delen. We zijn ook allebei hands-on managers. Wij geloven in wat we zien. In wat we vastpakken. Ik denk dat we realistisch zijn in onze verwachtingen en aanpak. En bovendien klikt het tussen ons beiden, het loopt goed, tot dusver.”

Jullie startten jullie carrière destijds in een totaal andere omgeving dan de media. Is die andere bagage nuttig gebleken?

DE POSCH. “Ik heb in de voorbije twintig jaar veel internationale ervaring opgedaan. Ik heb daar echt zelf ook op aangestuurd. Niet omwille van het gegeven op zich, maar wel omdat ik ervan overtuigd ben dat dit een meerwaarde betekent. Ik studeerde aan Solvay, een mix van economie en ingenieur, en die opleiding kwam me zeker in de eerste zes jaar van mijn loopbaan als jonge manager van pas. Ik zat toen voor Tractebel in Hongkong om nieuwe contracten af te sluiten, en superviseerde lopende projecten. Net als Patrick rolde ik in deze branche.”

TILLIEUX. “Ik startte mijn carrière in het zand van Saoedi-Arabië ( nvdr – voor de Franse industriële groep Bouygues). Daarna verschillende steden en continenten om uiteindelijk in het mooie München te belanden. Ik ben ingenieur van opleiding en daarna deed ik nog een MBA. Ik kan me niet herinneren dat ik tot op de dag van vandaag ooit iets heb gebruikt van wat ik op school heb geleerd. Dat klinkt misschien wat meedogenloos. Maar ik wil daar meteen wel aan toevoegen dat dit alles me maakte tot wie ik ben. Voor de rest rolde ik bijna per ongeluk in deze branche en ik kan me niets leukers voorstellen.”

Wat is goede televisie?

DE POSCH. “Simpel. Gezien het feit dat we een commerciële groep zijn en gefinancierd worden door adverteerders, draait alles rond ratings. Goede televisie moet goede ratings halen, zo simpel is het (krijgt lachend bijval van Tillieux). Nu, politici houden niet van dit antwoord, dus ik geef u het officiële antwoord. En dat luidt dat we een mix zijn tussen die commerciële component en een culturele component. Politici zien media als een strategische industrie en daarom moeten wij steeds dat compromis proberen te bereiken tussen die uitersten. Dus naast ratings hebben we ook een soort van maatschappelijke rol en die moeten we relevant invullen. Toch meen ik dat dit een fundamentele rol is voor de openbare omroepen, daarvoor worden ze ook gesubsidieerd.”

TILLIEUX. “Tegelijk meen ik dat we als mediamanagers een belangrijke en verantwoordelijke rol te spelen hebben. Wij serveren geen shit elk uur van de dag en we proberen het te vermijden op om het even welk uur van de dag. We proberen goede, relevante en verantwoorde televisie te maken voor die doelgroepen die we willen bereiken. Dus, als we goede programma’s maken, op een economisch verantwoorde wijze, en die de noodzakelijke ratings halen, dán maken we goede televisie.”

Jullie aandeelhouders zijn private-equitygroepen. Enig idee wat hun ambitie is met deze groep en hoelang ze aan boord blijven?

DE POSCH. “Wat hun ambitie is, zou je aan hen moeten vragen. We hebben beiden al heel wat ervaring met private-equityspelers als aandeelhouders. Ik vind het debat over private equity dat in- en uitstapt, vanuit mijn visie en ervaring nogal overroepen. Ik zie hen net als andere investeerders die in ruil voor hun investering return willen en groei voorstaan.”

Mediabedrijven komen onder druk, wegens het crossmediale verhaal dat de reguliere mediacontent overneemt. Hoe zien jullie de toekomst evolueren?

TILLIEUX. “In wezen is het simpel. We horen en lezen voortdurend dat de reguliere media hun beste tijd hebben gehad. Internet neemt het over. De 30-secondenspot op televisie heeft zijn beste tijd gehad, kortom de wereld is fundamenteel aan het veranderen. Ja, de wereld ís fundamenteel aan het veranderen, maar het is niet ten nadele van televisie. Ik denk dat televisie nog veel mooie dagen tegemoet gaat. Waarom? Het is een medium dat je kunt vooruitsturen. Het is een medium dat je in de markt kan plaatsen naar een zo ruim publiek. En ik heb geen weet van een medium op vandaag dat daarvoor beter geschikt is dan televisie. De shows die we brengen, krijgen een tweede, derde of zelfs vierde leven via andere distributiekanalen, online of via andere mediadragers.”

DE POSCH. “Internet is een nieuw begrip in de wereld van de content en distributie. Maar zoals een Amerikaanse CEO ooit zei: ‘Distributie is King, maar content is King Kong.’ En ik geloof dat wij tot die laatste categorie behoren.”

Wat is het grote voordeel van deze fusieoperatie?

DE POSCH. “Eén woord: schaalgrootte. In alle dimensies van het woord. Schaalgrootte zorgt ervoor dat we sterker staan in programmering, in marketingtechnieken, in sales, in online- en andere nieuwe media. We zijn een grotere Europese groep, waar men rekening moet mee houden, en dat merken we elke dag.”

Wat betekent dat in functie van culturele identiteit. Bekijken we straks wereldwijd dezelfde formats?

DE POSCH. “Dat wordt het inderdaad steeds vaker, ja. Van alle televisieformats die de voorbije twee, drie jaar gelanceerd zijn, heeft zeker tweederde succesvol wereldwijd gelopen. Globalisatie is geen woord, het is een realiteit. Daarom ook is consolidatie zo belangrijk, om op het vlak van schaalgrootte daarin een belangrijk aandeel te hebben.”

TILLIEUX. “Het is ook onze taak en uitdaging om die formats te vinden om zo breed mogelijk te kunnen gaan. Neem het voorbeeld van Peking Express, dat jullie in België goed kennen. We zijn gestart met een coproductie tussen België en Nederland. Maar vandaag zijn we ook een Peking Express aan het opstarten in Noorwegen, Zweden en Denemarken. Maar het is ook onze taak om deze niet zomaar over te plaatsen. Er moet een lokale invulling aan gegeven worden. Het mag geen copy-pasteverhaal zijn.”

Media is een creatieve industrie. Hoe slagen jullie erin om dat te vereenzelvigen met de omvang van de groep? Wordt het niet moeilijker om creativiteit en flexibiliteit te onderhouden?

DE POSCH. “Daar snijdt u een belangrijk punt aan. In onze business is het belangrijk dat die creativiteit mee ondersteund wordt. Om ervoor te zorgen dat we die volgende grote en vernieuwende show kunnen maken die goede ratings haalt. Dat is een voortdurend balanceren en geen makkelijke oefening, want op het einde van de dag moeten we positief eindigen.”

TILLIEUX. “En waar nodig die bruggen bouwen tussen de verschillende departementen en landen. Het is het zoeken naar lokale talenten, lokale creativiteit en die vertalen naar de ganse structuur. Je mag niet vergeten dat we in al die landen ook verschillende creatieve mensen hebben zitten, waar we over de ganse groep de vruchten kunnen van plukken. Dat is een verrijking voor de groep. Dat is bijna zonder vergelijk.”

Jullie hebben beiden de reputatie van facts-and-figuresmanagers te zijn. Hoe rijm je dat met deze creatieve industrie?

DE POSCH. “Of zoals mijn moeder altijd zei: waarom word jij eigenlijk betaald om naar televisie te kijken? Het is natuurlijk meer dan enkel cijfers. Het is er ook voor zorgen dat we de juiste mensen de juiste programma’s laten maken. Wat onze hoofdtaak is, is ervoor te zorgen dat die programma’s zichzelf betalen. Maar in dat ganse kader is creativiteit de cruciale angel.”

Voelen jullie zich eigenlijk nog wel Belg?

DE POSCH. “Wel, ik denk persoonlijk dat je je roots niet kan verloochenen. Ik voel me dus bovenal Belg, ook al ben ik intussen meer dan twintig jaar weg uit België. Als ik die vraag echter stel aan mijn kinderen, dan is het antwoord iets ingewikkelder. Ze hebben een ander gevoel tegenover België, ook al woont hun familie daar. Ik ben gehuwd met een Duitse, dus is het een mix.”

TILLIEUX. “Ik voel me zeer zeker Europeaan. Ik vergeet mijn Belgische roots niet, maar het is minder afgelijnd. En ik deel de opmerking van Guillaume dat het voor de kinderen allemaal wat troebeler is waar ze nu juist thuishoren.”

Rest er nog tijd om te joggen?

TILLIEUX. “Ja, absoluut. Deze job vergt ook fysisch veel van mij. Stress, tijdsdruk, energie. En ik loop om dat een beetje te compenseren.”

DE POSCH. “Ik loop elk weekend.” (tot Patrick Tillieux) “Maar je zal zien, skiën is hier echt fantastisch en het zal je tweede sport worden. We gaan wel eens tijd vinden om samen te gaan skiën.”

Jullie joggen niet samen?

TILLIEUX. “Tja, dat zouden we eigenlijk eens moeten doen.”

DE POSCH. “Neen, hij zou me verslaan.”

Door Lieven Desmet

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content