Waarom Belgen niet geholpen zijn met de Duitse corona-app
België heeft een eigen corona-app nodig voor de noodzakelijke koppeling met onze gezondheidszorg, zegt KU Leuven-professor en cryptografie-expert Bart Preneel die mee de ontwikkeling van de app begeleidt.
De Belgische corona-app wordt gebaseerd op de code van de al actieve app in Duitsland, waar u onrechtstreeks aan hebt meegewerkt.
BART PRENEEL. “Ik maak deel uit van een groep academici die in maart is begonnen met de uitwerking van het DP3T-softwareprotocol dat in de achtergrond draait om gegevens uit te wisselen via bluetooth-signalen. Bijna alle Europese apps, waaronder de Duitse en straks ook de Belgische, werken op dezelfde manier. De app stuurt willekeurige getallen uit en luistert welke willekeurige signalen in de buurt worden uitgezonden. Die getallen worden op de smartphone bijgehouden.
“Wanneer een gebruiker in de app aangeeft dat hij zich laat testen, omdat hij symptomen vertoont of mogelijk een risicovol contact heeft gehad, dan krijgt hij van de app een 15-cijferige code. Die code kan worden verbonden aan de labotest en uiteindelijk aan de officiële resultaten. De app krijgt ook de bevestiging van het resultaat. De gebruiker wordt dan gevraagd de code op te laden naar een centrale server. Alle telefoons zullen die code kunnen downloaden en vergelijken met de signalen die zij binnenkregen. Op basis daarvan kan worden ingeschat of er een risicovol contact heeft plaatsgevonden (waarbij smartphones lang en dicht bij elkaar in de buurt zijn geweest, nvdr) en kan de app de gebruiker adviseren zich te laten testen of zich te isoleren. Het is een anonieme melding.”
De verschillende apps zouden geen buitenlandse testinformatie kunnen verwerken, maar wel met de andere apps kunnen communiceren?
PRENEEL. “Ja, op Europees niveau probeert men het mogelijk te maken dat de nationale servers die sleutels met elkaar kunnen uitwisselen en zo nog meer risicovolle contacten kunnen opsporen. Het gaat om servers die het met DP3T-protocol werken. Voorlopig werkt enkel Frankrijk op een andere manier.”
Belgen kunnen nu al de Duitse corona-app downloaden en installeren. Waarom moeten we nog een aparte app ontwikkelen?
PRENEEL. “Een gezondheidssysteem moet de codes van de app kunnen koppelen aan testresultaten en die systemen zijn nationaal of regionaal georganiseerd. In België zullen die centrale servers bij Sciensano staan, het Wetenschappelijk Instituut voor Volksgezondheid. De Duitse app kan daar niet mee communiceren en het is niet wenselijk dat België zijn app koppelt aan de Duitse server. Bovendien willen we dat de Belgische app nog iets verder gaat en zoals de Ierse app ook over de status van de epidemie kan communiceren.”
Het consortium onder leiding van het kleine Devside haalde hier verrassend de opdracht binnen.
PRENEEL. “Devside heeft al veel ervaring met apps en goede contacten met Apple en Google. Het houdt ons ook voortdurend op de hoogte. Ik vond het vooral verrassend dat zo weinig andere Belgische ontwikkelaars een kandidatuur hebben ingediend. De deadline is inderdaad strak, maar we hadden al veel tijd verloren. Sommige ontwikkelaars wilden ook met gps-gegevens werken, maar dat werkt niet binnenshuis en die gegevens kan je niet anoniem maken. Apple en Google zal apps ook alleen maar toegang geven tot de noodzakelijke speciale software als ze enkel met bluetooth werken en geen locaties delen of verzamelen.”
Op hoeveel gebruikers mikt u?
PRENEEL. “De app wordt niet verplicht. Duitsland zit rond 20 procent, maar we mikken niet op een concreet cijfer. De app is vooral bedoeld om de blinde vlek in de opsporing van contacten die anders niet worden gevonden, zo klein mogelijk te maken. De app kan al zeer effectief zijn als ze pakweg in universiteiten of grote bedrijven een vrij hoog gebruik haalt. Ze is een aanvulling op de manuele tracing en mensen die zelf hun omgeving verwittigen.”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier