“Universiteiten hebben managers te lang verwaarloosd”

Karel Van Miert is twaalf maanden voorzitter van Universiteit Nyenrode, een Nederlandse privé-school voor de productie van topmanagers. De faam van Nyenrode groeit. Wat vindt Karel Van Miert van de Verklaring van Bologna, de wedloop om euro-managers, de Europese Unie, de Vlerick Leuven Gent Management School, de globalisering, het socialisme?

Twee studenten in blauwe sweatshirt met een cursus in de schoot bakken in de zon op de steiger van de roeivereniging van Universiteit Nyenrode, The Netherlands Business School. De voorzitter betrekt de groene kamer van kasteel Nyenrode. Het grondplan van de campus op het landgoed aan de Vecht vermeldt naast het kasteel met slotgracht, een hertenkamp, een rozentuin, een doolhof, een koetshuis naast de traditionele uitrusting: auditoria, bibliotheek, studentenhuizen, sporthal, restaurant.

Drie nachten per week logeert Karel Van Miert (59), voorzitter van Nyenrode, in een kamer in het koetshuis. Zijn buur is de tuinman van de aloude buitenplaats. Het verlangen naar de natuur kruidt hun gesprekken. Rododendrons, eiken, velden met sneeuwklokjes in de lente, linden, iepen en kastanjes. Sloten en vijvers. Kikvorsen en libellen. Nyenrode is een lust voor de liefhebber van het buitenleven. Karel Van Miert is een boerenzoon uit de Kempen en tuinieren is zijn jolijt. Een ochtendwandeling op de groene campus stemt hem mild.

Nyenrode en de Rotterdam School of Management (verbonden met de Erasmus Universiteit) vormen de top van de Nederlandse MBA-scholen. Rotterdam haalt de middenmoot van de internationale rankings, de opleiding van Nyenrode is té jong. Nyenrode heeft 43 MBA’ers – de helft buitenlanders – op 450 studenten.

TRENDS. Hoe past u de Verklaring van Bologna toe?

KAREL VAN MIERT (UNIVERSITEIT NYENRODE). “Ik ben zeer opgetogen over die wending naar een Europees beleid voor het hoger onderwijs. Nyenrode heeft van jaren voor de Verklaring van Bologna een tweedeling in zijn diploma’s, met enerzijds de bachelorsopleidingen en anderzijds een mastersopleiding. Het Europese onderwijs is nog steeds in de eerste plaats nationaal onderwijs. Als ik zie wat de conferentie van Praag onlangs over Bologna vertelde, dan zie ik de bureaucratisering en de traagheid weer winnen. De meeste Europese zakenscholen blijven achterop bij Amerikaanse business schools.”

Wat zijn de drie belangrijkste trends bij het samenstellen van programma’s voor ‘executive education’?

VAN MIERT. “Ten eerste, je doet meer en meer samen. Bijvoorbeeld. Nyenrode heeft een multicultureel samenwerkingsverband met een Amerikaanse en een Aziatische B-school. Studenten reizen langs die drie plekken. Met de universiteit van Rochester komt er een dubbel-MBA, een graad die wij beide toekennen. Een lichtere vorm is de consortiale formule; met de Vlerick Leuven Gent Management School en de universiteit van Sankt-Gallen organiseren we een MBA in financiële diensten.

“Ten tweede. In Europa houden de bedrijven die een eigen academy openen het niet vol. Het gebrek aan goede docenten is schrijnend. Dus ontstaan er samenwerkingen tussen hen en ons. PricewaterhouseCoopers Nederland traint zijn jonge medewerkers hier voor een MBA in belastingkunde. Voor Wolters Kluwer schreven wij een programma op maat voor hun Europese middelmanagers; Kellogg, onze Amerikaanse partner, doet hetzelfde werk voor de uitgever in de VS.

“Ten derde. Rond een business school ontstaan netwerken en centra voor uitmuntendheid. Deloitte & Touche organiseert hier een opleiding public governance voor nationale en regionale ambtenaren. Het Nederlands Instituut voor Registeraccountants doceert op Nyenrode zijn doctorale opleiding accounting.”

Belgische bedrijven worden geleid door Belgen, Nederlandse bedrijven door Nederlanders, Britse bedrijven door Britten enzovoort. De Canadees Hugo Powell bij Interbrew is een uitzondering. Waar is Europa?

VAN MIERT. “De Europese feiten lopen achter op de Europese dromen. Daarom blijft het belangrijk om jonge mensen te buigen naar andere culturen. Dat is in Nyenrode één van mijn hoofdopdrachten en boodschappen. Dat ene jaar in 1967 aan het Centre Européen Universitaire van Nancy met tachtig studenten uit West- en Oost-Europa was bepalend voor mijn leven. Europa moet euro-managers hebben, mensen die talen kennen, die naast de Belgische accountancy veel weten over de Engelse en de Duitse accountancy, die verbanden zien, die weten waar aan te kloppen voor ingewikkelde en typisch Europese problemen bij fusies en overnames. Ik pleit voor Europese managers en internationale raden van bestuur, ook in middelgrote ondernemingen. Ik zie een trage verbetering. Uitgever Wolters Kluwer, waar ik commissaris (bestuurder) ben, heeft een topmanagement met één Nederlander, één Fransman en twee Amerikanen.”

Bent u vandaag ondernemer?

VAN MIERT. “Ik had veel lucratievere dingen kunnen gaan doen dan dit voorzitterschap op me te nemen. Ik was voor veel ondernemingen zeer lastig als EU-commissaris voor het Concurrentiebeleid en ben oprecht verbaasd hoe ze meteen bestuursmandaten aanboden. Daarin ben ik zeer selectief. In Nederland ben ik commissaris bij Philips, DHV en Wolters Kluwer, in België bestuurder bij De Persgroep en Agfa-Gevaert, in Duitsland lid van de Aufsichtsrat van RWE. Bij Swissair, Rabo Bank, Goldman Sachs International en KPMG Nederland zetel ik in de raad van advies, wat soms automatisch volgt uit het voorzitterschap van Nyenrode.”

Blijft u socialist?

VAN MIERT. “De markteconomie is de meest democratische en meest efficiënte vorm van economie. Het kost me als socialist geen moeite om dat te getuigen. Voor wie socialisme blijft gelijkstellen met klassenstrijd kan dat brutaal klinken. Het bedrijfsleven staat voor waardevolle dingen. De vraag ‘blijft u socialist’ klonk al toen ik EU-commissaris voor het Concurrentiebeleid werd. Ik zag mijn rol nooit als vijand van de bedrijven, maar wel als vriend van een open, doorzichtige, dynamische markt.

“Een goed draaiende economie levert het geld voor gelijke kansen, voor betere gezondheidsdiensten enzovoort. De markteconomie mag geen allesoverheersende ideologie worden. Zij heeft haar plaats, weliswaar maatschappelijk geen dominante plaats. Door haar groei, succes en zichtbaarheid heeft de markteconomie vandaag en in de toekomst grotere plichten. Je moet een dergelijke economie runnen met goede mensen, niet met geldhonden. De reputatie van een bedrijf heeft almaar meer te maken met andere zaken dan winst. Nyenrode doceert al jaren voor het populair werd een cursus ethiek. In de nieuwe context kan ik als socialist hier een belangrijk etappe bepalen: de humanisering van de markteconomie.

“Bij de discussie over de globalisering verkondigen de twee zijden in het debat simplismen. Ik had mijn oud-medewerker en huidig EU-commissaris voor de Handelspolitiek, Pascal Lamy, hier voor een confrontatie. Bij globaliseren gaat het meestel alleen over geld. Wie verdient wat en wie buit wie uit? Ik pleit voor een brede visie, met oog voor het milieu, de sociale aangelegenheden, de groeikansen door de globalisering. In de Europese Commissie heb ik de globalisering immer verdedigd. De tegenstanders zijn té selectief in hun analyse en verontwaardiging.”

Nyenrode is een privé-onderneming met een omzet en vandaag een lichte winst. U ontvangt geen cent meer van de overheid?

VAN MIERT. “Nyenrode is uniek. Het werd gesticht met overheidssteun in 1946 door de leiders van Nederlandse topbedrijven die in de moeilijke naoorlogse tijd jong talent zochten voor de export en de expansie van de Nederlandse industrie. Die aanpak was 55 jaar geleden uitzonderlijk, en is dat vandaag nog steeds. Nyenrode verstrekte de graad van Bachelor of Arts en de selectie was streng: op 2000 kandidaten begon tien procent. De overheidssubsidiëring stopte in 1991 precies omdat Nyenrode selecteerde. Het democratiseringsideaal van de Nederlandse onderwijstraditie stond haaks op dat rigoureuze ziften en Nyenrode hield aan zijn karakter. Hier is de stijl en de aanpak privé en dat spreekt me ontzettend aan, ik heb een groeiende hekel aan bureaucatie.”

U werkt in een hoek van het hoger onderwijs zonder banden met het onthechte, idealistische verwerven van kennis. Het traditionele ideaal van de universiteit? Is Nyenrode een betere vakschool?

VAN MIERT. “De universiteiten in Europa haalden tot voor kort inderdaad de neus op voor de opvoeding tot zakenman. Dat is een grove nalatigheid. De leiders van ondernemingen zijn belangrijke mensen in de samenleving. Hoe breder en universeler hun vorming, hoe groter de kans dat ze zich niet beperken tot de natuurlijke zucht van eenieder naar plat gewin. Het zou trouwens opvoedend zijn voor de werkelijkheidszin van de universiteiten om een kruisbestuiving te organiseren met zakenscholen. Ik hoop stappen te zetten in die richting.”

Nyenrode had de ambitie om Insead naar de kroon te steken. Daar bent u niet aan toe?

VAN MIERT. “De jaren negentig waren keihard en Philippe Naert, de Vlaamse decaan aangeworven na de privatisering, had het zwaar. Met trial and error koerste Nyenrode naar een nieuw evenwicht. De inkomsten bleven achter op de uitgaven en de spaarpot van 60 miljoen gulden, die de overheid verschafte als overgangsmaatregel, droogde op. Of het experiment kon blijven leven, was niet steeds evident. Mijn voorganger, oud-minister van Vervoer Neelie Kroes, die ik kende als EU-commissaris voor Transport, moest knokken. In 1999 en 2000, na het bijstellen van de ambities, geraakte Nyenrode in financieel evenwicht. Ik wil dat zo houden, ondanks de zware investeringen die zich opdringen.”

Wat doet een voorzitter hier?

VAN MIERT. “Goed op de strategie, het behoorlijk bestuur en de portemonnee letten. Hoe doorzichtig en duurzaam zijn we, voor welke programma’s kan je welk inschrijvingsgeld vragen, waar zijn gaten in de managementeducatie, wie financieert een leerstoel, met welke binnen- of buitenlandse universiteit moet je samenwerken, hoe betaal je nieuwe leden van de faculty? Nyenrode ligt op een van de mooiere plekken van Nederland tussen dynamisch Amsterdam en dynamisch Utrecht. Het logies voor buitenlands toptalent is peperduur. Diepe barsten zitten in de achtergevel van dit kasteel. Kosten van herstel, 300 miljoen Belgische frank. Onze honderd hotelkamers hebben niet allemaal een internetaansluiting. Drie bruggen op het landgoed kunnen de brandweerwagens niet langer dragen. Dus, slopen die boel en nieuwe bruggen bouwen. Ik heb een serieus kostenlijstje. Met dit kasteel moeten we trouwens iets doen, hier werken slechts twintig mensen en het is dus veel te groot. Ik wil een klein, modern kantoor voor de leiding.”

U ontvangt toch sloten geld van de bedrijven? In Vlaanderen vangt Vlerick Leuven Gent Management School nagenoeg geen frank bij zijn alumni of de bedrijven.

VAN MIERT. “De VS geeft het goede voorbeeld. Nederland is beter dan België, maar niet ideaal. In mijn begroting van 1 miljard Belgische frank dragen bedrijven en alumni gemiddeld …% bij. Nyenrode heeft zeventien leerstoelen opgezet door bedrijven. Het nieuwe Albert Heijn-gebouw, onlangs ingehuldigd door alumnus Wim Kok, de Nederlandse premier, is voor 30% betaald uit het privé-vermogen van de heer Heijn. Hij is een oud-student en erevoorzitter. Albert Heijn woont in Engeland, verplaatst zich moeizaam, maar blijft actief in de raad van bestuur van Nyenrode.

“Een jaar op deze groene campus met zijn actieve studentensociëteiten schept vrienden voor het leven. Waar ook ter wereld ontmoet ik van de 8000 Nyenrodianen, een geweldig netwerk dat echter weinig bijdraagt tot de funding. Beeld u geen Amerikaanse toestanden in met giften voor de bibliotheek, een aula, een laboratorium. We zullen aandelen gaan verkopen aan de alumni, dat is geen liefdadigheid, ze krijgen er financieel wat voor terug.”

Wat kan u doen op vijf jaar?

VAN MIERT. “Mijn rol, en dat heb ik uitdrukkelijk gesteld, is een overgangspaus te zijn. Na vijf jaar moet er een andere voorzitter komen die tien jaar de vruchten kan plukken van mijn werk. Mijn eerste taak is om Nyenrode te internationaliseren en de school te positioneren binnen de Europese topvijftien. Een van de vijf jaar is achter de rug en we varen op koers. De volgende vier jaar moeten we investeren in onze faculty. Zij groeide over de jongste tien jaar van tien naar zestig leden, hoewel met te veel deeltijdsen en te weinig voltijdsen. We moeten meer eigen sterren kweken en daarbij jonge talenten plaatsen die een sterke cluster kunnen vormen. Intellectueel groeien we door de eigen research onder de leiding van Edouard Bomhoff en zijn studiecentrum Nyfer, door de ontwikkeling van cases, door de opleiding van Ph.D’s, door de netwerking met binnen- en buitenlandse centra van uitmuntendheid. De Vlaming Walter Baets is professor aan Nyenrode. Hij doceerde al onder Philippe Naert, bouwde nadien voor Europa een centrum voor afstandsonderwijs voor het Midden-Oosten uit in Salamanca en bestudeert met de Nyenrode-cel Notion het elektronisch leren. We waren bijna gestart met een eigen e-university toen de dotcombom ontplofte. De ambities werden intussen teruggeschroefd. We bezitten door Walter veel kennis en integreren de e-learning in het doceerproces.”

Praat u met Vlerick Leuven Gent Management School? U kreeg recentelijk de eerste Vlerick Award? Groeit er iets moois in de Benelux?

VAN MIERT. “We praten maar (lacht) er is geen verband met de Vlerick Award. Het probleem is dat het verhoogde inschrijvingsgeld aan de VLGMS nog niet de helft bedraagt van wat wij vragen voor een MBA. Dat is een Belgische traditie. Ook voor de in-company-programma’s zitten ze merkelijk lager. Ik zou weliswaar meer willen samenwerken met de VLGMS. Vlamingen die 1 miljoen frank betalen voor een MBA, ons tarief, verkiezen een Amerikaans diploma, London Business School of Insead. In Duitsland bestaat voor Nyenrode een geweldige markt die we onvoldoende aanboren.

U verschijnt onderaan in de internationale rangschikkingen van B-scholen. Hoe komt dat?

VAN MIERT. “In de rangschikkingen van bijvoorbeeld een Financial Times verschijnen alleen scholen met een internationale MBA en daarin hebben wij, net zoals de Vlerick Leuven Gent Management School, nog een jonge traditie.”

Als oud-student van de Universiteit Gent had u ook voorzitter kunnen worden van Vlerick Leuven Gent Management School?

VAN MIERT. “Nyenrode kwam als eerste belangstellende aankloppen, wat me meteen zeer boeide. Ik gaf in een vroeg stadium mijn ja-woord. Vlerick Leuven Gent liet later van zich horen en Jacques Delors polste me voor het Europa College. Ook professoraten aan MIT, Harvard en Wharton doken op. De Amerikanen nemen het Europese concurrentiebeleid ernstig en wilden informatie uit de eerste hand. De opleiding van jonge mensen vind ik spannend. Ik zocht emplooi buiten het eigen land om me los te weken van de etiketten en lokale toestanden – hoewel dat eerlijk gezegd meevalt want ik leid de Vlaamse sociale dialoog van Patrick Dewael.

“Ik wou vooral definitief uit de politiek stappen. Ik ken te veel verzuurde oud-politici en ik zwoer dat zoiets mij niet zou overkomen. Het leiden van een klassiek bedrijf leek me te zwaar. Een halftijdse baan die me toeliet om te reizen en toespraken te houden was ideaal. Intussen werd Nyenrode een driekwart opdracht. Ik ben blij om wat ik heb kunnen doen in de politiek, maar had graag een betere verhouding gekend tussen de politiek en het academisch leven. Ik gaf een cursus aan de VUB maar het had meer moeten zijn.”

Schrikt u soms op en denkt u: mijn God, hier zit ik, een boerenzoon uit de Kempen, wat is me allemaal overkomen?

VAN MIERT (lacht). “Dat zeg je zo al. Ik ben hier perfect thuis, voel nooit de ontheemding van een vreemdeling en geraak aangenaam geïntegreerd in Nederland. Ik behoor, als eerste niet-Nederlander, tot een club van top-CEO’s. Vlamingen worden hier goed geaccepteerd, er zijn er trouwens enkele die een vooraanstaande functie in het Nederlandse bedrijfsleven hebben. En plaisantant hoor ik wel eens iets over Lernout & Hauspie, maar ze zijn hier nuchter genoeg om te weten dat dergelijke spijtige zaken ook hier gebeuren.”

Woont u de koninklijke huwelijken in dit land bij?

VAN MIERT. “Neen, maar ik ken prins Constantijn en zijn Laurentien wel vanuit mijn Brusselse tijd. Constantijn schreef speaking notes voor me toen hij stafmedewerker was van commissaris Hans Van den Broek en de pa van Laurentien Brinkhorst was mijn directeur-generaal. Gisteren dronk ik thee bij de voorzitter van de Nederlandsche Bank, dat hoort bij mij nieuwe vak.”

fcrols@trends.be

Frans Crols

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content