Top of the bill

Daan Killemaes
Daan Killemaes Hoofdeconoom Trends

Michaël Schumacher, Michael Jordan en Michael Johnson hebben meer met elkaar gemeen dan hun voornaam. Ze genieten het privilege van superster te zijn. Hun monopolie op de beste prestaties verzilveren ze via het spel van vraag en aanbod.

Het fenomeen van de superster escaleert. Voetballer Alan Shearer die voor 750 miljoen frank de Blackburn Rovers inruilt voor Newcastle United. Collega Fabrizio Ravanelli verdedigt voor twee miljoen frank per week de kleuren van het Engelse Middlesbrough. Basketter Shaquille O’Neal dunkt nu voor de Los Angeles Lakers waarbij hij in zeven jaar tijd 6,3 miljard frank verdient… De 40 best betaalde sporters ter wereld verdienden in 1995 samen een slordige 15 miljard frank.

De enorme sommen die een zeer beperkt aantal toptalenten in de wacht sleept (zie tabel), hebben bovendien hun grenzen nog niet bereikt. De factoren die deze concentratie van topverdiensten voeden, winnen nog aan belang. Het feit dat minder talent een slecht substituut is voor groter talent, bestendigt het enorme verschil in verloning tussen de top en de mindere goden. F1-piloot Michaël Schumacher kan niet vervangen worden door twee piloten die half zo snel zijn. Hoe moeilijker talent substitueerbaar is, des te meer stijgt de vraag naar die enkele toppers. De paar honderdsten van een seconde die Michael Johnson sneller loopt dan zijn rivalen bezorgen hem niet alleen records en medailles, maar ook de vette contracten. Mike Tyson mept iets harder dan zijn rivalen maar wint zo bijna alle kampen. Voor de subtoppers blijven enkel de kruimels over van de fabelachtige koek die blijft groeien dankzij de toenemende technologische mogelijkheden en de groeiende vrijetijdsmarkt.

ONBEPERKTE DUPLICATIE.

De technologische evolutie vult de beurzen van de supersterren. Dankzij de media krijgen de prestaties van de toptalenten wereldwijde weerklank. Dat is een ideale promotie om een enorme vraag naar hun diensten los te maken. Zowel consumenten als bedrijven, die in de sterren een uitermate geschikt uithangbord vinden als promotie van hun producten, stofferen de vraag naar de diensten van de toppers.

De technologische mogelijkheden laten toe de prestaties van de superster over de hele geïnteresseerde markt te verspreiden. Duplicatie is hier het toverwoord : rechtstreeks onder de vorm van toegangstickets tot het gebeuren zelf of in een minder kwalitatieve vorm via televisie, radio, merchandising… Zo kan de superster een quasi onbeperkt aantal belangstellenden bekoren zonder dat hij daar een extra inspanning moet voor leveren of zonder dat de productiekosten evenredig stijgen met de verkoopcijfers.

Een enorme vraag naar een zeer in aanbod beperkt produkt jaagt de prijzen door het dak, zegt een basiswet in de economie. REM kwam, liet de platenmaatschappijen om hun diensten strijden en tekende met Warner Brothers een contract ter waarde van 2,4 miljard frank.

De primus inter pares in deze voor de supersterren lucratieve symbiose tussen hun onvervangbaar talent, mediabelangstelling, technologie en marktwerking draagt nummer 23 en speelt basketbal in de NBA : Michael “Air” Jordan. Dankzij zijn ongeëvenaarde uitstraling naar publiek en media toe is hij het idool van jong en oud én van de reclamejongens. Multinationals als Nike, Gatorade en McDonald’s sluiten met Jordan reclamecontracten af ter waarde van gezamenlijk jaarlijks ongeveer 1 miljard frank. Jordan wil ook de best betaalde speler worden in de NBA, maar die eer moet hij aan de jongere Shaquille O’Neal laten.

THE SKY IS THE LIMIT.

Die bedragen zijn gedoemd om verder door te groeien. De stijgende inkomens op wereldvlak voeden de vraag. Een vraag waaraan steeds kwalitatiever kan worden voldaan dankzij de voorthollende technologie met de digitale verspreiding van beelden via de glasvezelkabel als speerpunt. “Pay per view”-televisie heet de toekomst. Met een druk op de knop kan u dan kiezen uit de beste films of de interessantste sportmanifestaties, uiteraard mits een kleine vergoeding (circa 150 frank). Steeds meer mensen de schotelantennes in Azië worden ontelbaar willen en kunnen de belevenissen van de topsporters van nabij volgen.

De sportbusiness vindt zijn plaats in de sector amusement. Het medium tv speelt daarbij meer dan ooit de eerste viool. Tv-rechten vormen een spiegel voor de marktgrootte van de verschillende disciplines. De ook ver buiten de VS razend populaire NBA dribbelt jaarlijks 100 miljard aan tv-rechten, merchandising en licensing teams moeten betalen om in de geldmachine van de NBA te mogen meedraaien bij elkaar. Het Engelse voetbal is bijna 10 miljard frank per jaar waard voor betaalzender BSkyB. Het Europees topvoetbal kan samen dezelfde cijfers als de NBA voorleggen. Centen die uiteindelijk vloeien naar het aantrekken van de onmisbare gladiatoren, die op hun loonbriefje steeds meer nulletjes zien verschijnen. De grootste talenten worden naar de ruimste markten gezogen. Een superster met België als jachtterrein is hooguit een tijdelijk fenomeen.

BROOS MECHANISME.

Neemt niet weg dat het mechanisme dat het hemelse manna over de sterren laat neerdalen broos is. Als er een radertje ontbreekt, droogt de bron grotendeels op. Topsporters uit het judo of zwemmen trainen zich te pletter zonder dat ze de rijkdommen van hun collega’s uit het voetbal of tennis binnenhalen. Dat deze sporten niet deeluitmaken van de “tv-sporten” is daar niet vreemd aan.

Toch moet ook een vrij populaire sport als het wielrennen het stellen zonder absolute topverdieners. Hoewel vijfvoudig tourwinnaar Miguel Indurain een slordige 75 miljoen per jaar verdient komt “El rey” niet in de top van de veelverdieners voor. Hein Verbruggen, voorzitter van de UCI (de hoogste wielerinstantie) verduidelijkt : “De verschillen in inkomen tussen de renners van verschillend niveau bestaan net zoals in het bedrijfsleven. Niettemin kan het individu in een teamsport als het wielrennen zijn ploegmaats niet volledig wegdringen. Daarnaast vormen salarissen de hoofdbrok van het inkomen van de renner. Het prijzengeld, in tegensteling tot bijvoorbeeld het tennis, is van ondergeschikt belang en wordt meestal onder de ploegmaats verdeeld. Komt daarbij dat de UCI-ranking een ruimer tussenveld van kwalitatief betere renners in het leven riep. Eén renner kan niet het hele seizoen het hele peloton domineren.” Met andere woorden, talent is in het wielrennen makkelijker substitueerbaar waardoor de economische waarde daalt. Tenzij er een nieuwe Merckx opstaat.

DAAN KILLEMAES

MICHAEL JOHNSON Onvervangbaar talent.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content