Tijd voor actie
Dat onze economie al een tijdje stagneert, is stilaan wel voor iedereen duidelijk. Het energieverbruik vormt een goede barometer voor economische groei en we zien dan ook dat dat verbruik sinds 2008 veeleer af- dan toeneemt. Het elektriciteitsverbruik daalt, en ook het verbruik van gas voor het opwekken van elektriciteit in gascentrales kent een serieuze afname.
Tegelijk speelt duurzame energie een almaar grotere rol in onze dagelijkse energiebehoefte. Met momenten en in het weekend kan duurzaam geproduceerde energie soms al aan meer dan 40 procent van de vraag voldoen. Onlangs hadden we op een bepaald moment door een overaanbod aan gratis duurzame energie zelfs even negatieve prijzen op de groothandelsbeurs voor elektriciteit. Maar iedereen weet dat zon en wind zeer wispelturige bronnen zijn, en daarom hebben we behoefte aan een herbronning van onze energiehuishouding.
Het scenario dat in vele sectoren geldt, namelijk het toepassen van zogenoemde best practices die elders hun nut bewezen hebben, is in de energiesector niet toepasbaar. Er zijn simpelweg geen andere landen of gebieden die het energiemodel van de toekomst al geïmplementeerd hebben. Er zijn hoogstens landen die het beter doen, maar allemaal zijn ze min of meer gebonden aan de fysische wetten van ons product. Elektriciteit en gas zijn nu eenmaal producten die je fysiek moet transporteren.
Waar zit — behalve in slimme netwerken, duurzame energie, kernfusie, minder verbruiken — de echte oplossing in? Niemand weet het eigenlijk. Er is ook gewoon niet echt een oplossing aangezien onze energiehonger niet te stillen is. Een goed voorbeeld van die honger is onze dierbare smartphone, die nu wereldwijd al goed is voor 10 procent van het elektriciteitsverbruik. Dat zal binnen de tien jaar stijgen naar 25 procent. Vooral de datacenters die nodig zijn voor al onze kostbare instantkennis verbruiken zeer veel energie.
Zelfs een combinatie van oplossingen biedt vandaag nog geen sluitende oplossing zonder te verzeilen in voorspellingen over hoe de wereld er over veertig jaar zal uitzien en wat dat zal kosten. Dat terwijl we het al moeilijk hebben om het weer van volgende week te voorspellen en terwijl vermaarde economen van over de hele wereld de ene na de andere crisis niet hebben zien aankomen. Wat we wel weten, is dat we zo niet verder kunnen gaan zonder vroeg of laat de rekening gepresenteerd te krijgen.
Beginnende van een wit blad zouden we wel weten wat de echte oplossingen voor onze energiehonger zijn. Eerst en vooral niet gaan wonen in gebieden waar je veel energie nodig hebt om te overleven. Maar ik zie ons Canada of het noordelijk deel van Amerika en Europa nog niet direct ontvolken.
Ons land moet een voortrekkersrol spelen in het energiemodel van de toekomst. België moet opnieuw een voorbeeld van innovatie worden. Net zoals ons wegennet eind jaren zestig een voorbeeld was voor de wereld, onze energiesector in de jaren tachtig, onze kabelnetten in de jaren negentig/tweeduizend, moet België weer enkele initiatieven nemen die het verschil kunnen maken.
Voor de energiesector zit het bijvoorbeeld in het slim maken van onze netten, zodat ze om kunnen met de vele duurzame productiebronnen die we nu hebben, en in de creatie van veel lokale opslag voor duurzame energie, zodat we energie hebben wanneer we ze nodig hebben. In die transitie moet een land als België leidinggevend in de wereld zijn, gezien onze grote bevolkingsdichtheid, de dichtheid van onze netwerken, onze hoge welvaart, grote industrie en kennisniveau.
Na vijf jaar van zowat nulgroei kun je eenvoudigweg stellen dat voortdoen op dezelfde wijze alleen maar meer van hetzelfde zal geven. We blijven te veel navelstaren en herhalen wat niet kan. Er is een crisis, er is een stagnatie, en die moeten we doorbreken. Jezelf opnieuw uitvinden, heet zoiets.
De auteur is gedelegeerd bestuurder van NPG energy.
ANDRÉ JURRES
We blijven te veel navelstaren en herhalen wat niet kan.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier