Steven Vanackere (Nationale Bank): ‘Banken moeten spaarders het gevoel geven dat ze een faire deal krijgen’
De Nationale Bank heeft oren naar de argumenten van de banken om de spaarrente maar mondjesmaat te verhogen. “Maar naast de rendabiliteit van de banken is ook de stabiliteit van de depositobasis belangrijk. Het model is gebaseerd op spaarders die hun bank trouw blijven”, zegt Steven Vanackere, vicegouverneur van de Nationale Bank, verantwoordelijk voor de financiële stabiliteit.
De snelle stijging van de beleidsrente stelt de financiële stabiliteit van de Belgische banken en verzekeraars op de proef.
“Deze nieuwe realiteit moet inspireren tot voorzichtigheid. In het verleden gaf een dergelijke rentestijging soms aanleiding tot een financiële crisis, maar onze financiële sector is vandaag behoorlijk schokbestendig dankzij sterke kapitaalbuffers en een goede liquiditeit. We rekenen ook op de banken om de kredietverlening aan de bedrijven en de gezinnen op peil te houden”, zei Steven Vanackere, directeur bij de Nationale Bank, vandaag bij de publicatie van de jaarlijkse doorlichting van het Belgische financiële systeem.
Dossier | Slachtoffers van de hoge rente: Trends overloopt welke sectoren en activaklassen het meest kwetsbaar zijn. Lees meer.
Stabiele basis
Vragen waren er vooral over de evolutie van de rentevoeten op spaardeposito’s. Die rentevoeten zouden de stijging van de beleidsrente van de Europese Centrale Bank onvoldoende snel volgen. De federale regering krijgt eind deze week een advies van de Nationale Bank over eventueel te nemen maatregelen.
Steven Vanackere wilde niet vooruitlopen op dat advies, maar gaf toch een aantal duidelijke hints aan de banken.
“Als de financieringsbasis van de banken stabiel is, dan is dat ook te danken aan de stabiliteit van de deposito’s. Het model is gebaseerd op spaarders die hun bank trouw blijven. Als de spaarders het gevoel krijgen dat ze geen faire deal krijgen voor hun spaargeld, dan kunnen die deposito’s beginnen te schuiven. Dat is niet goed voor de financiële stabiliteit”, zegt Steven Vanackere.
Er zijn uiteraard goede argumenten waarom de beleidsrente van de ECB maar langzaam doorsijpelt in de spaarrentes. Zo kunnen de banken aan hun activakant de hogere rentevoeten enkel toepassen op nieuwe leningen, terwijl aan de passivakant hogere rentevoeten meteen op de hele depositobasis moet worden toegepast.
“We begrijpen ook dat de banken eerst van de rentestijging gebruik hebben gemaakt om hun winstgevendheid te herstellen, nadat ze in tijden van negatieve rentevoeten geconfronteerd waren geweest met een minimumrente van 0 procent op deposito’s. Op die argumenten zit wel een houdbaarheidsdatum. We begrijpen dat het verhogen van de spaarrentes tijd vergt, maar als dat proces te lang duurt, dan is dat niet normaal, zoals ook gouverneur Pierre Wunsch twee maanden geleden al gezegd heeft. Dat kan wijzen op een gebrek aan concurrentie”, zegt Steven Vanackere.
Lees hieronder verder
Koppeling aan ECB-rente?
Enkele regeringspartijen willen de spaarrente koppelen aan de beleidsrente van de ECB, ook omdat de banken nu flink verdienen aan de reserves die ze bij de ECB parkeren. “Die vergoeding is in de verf gezet door een invloedrijke professor (Paul De Grauwe, nvdr), maar die depositorente van de ECB is minder relevant. Een belangrijkere maatstaf is hoe de rentemarge van de banken zich ontwikkelt. En nu heb ik wellicht te veel gezegd en zal ik onder mijn voeten krijgen”, zegt Steven Vanackere.
De kans is dus klein dat de Nationale Bank de regering zal adviseren de spaarrente te koppelen aan de beleidsrente van de ECB. “De banksector is ook heel divers. De grotere banken zijn doorgaans rendabeler dan de kleinere spaarbanken. Het businessmodel van de banken is ook heel verschillend. Een correcte vergoeding van het spaargeld moet rekening houden met die diversiteit. One size does not fit all. Een minimumrente kan sommige banken in de problemen brengen, wat uiteraard niet goed is voor de financiële stabiliteit”, zegt Steven Vanackere.
Lees hieronder verder
Lichte daling van de bankwinsten
De winstgevendheid van de Belgische banken toonde in 2022 een lichte daling. De nettowinst van de sector daalde van 10,2 miljard euro naar 9,9 miljard, terwijl het rendement op eigen vermogen licht afkalfde van 10,2 naar 9,9 procent. “Dat is een gezond niveau. In de eurozone is het gemiddelde rendement op eigen vermogen slechts 6 procent. Dat laat ruimte voor consolidatie in de banksector”, zegt Steven Vanackere.
De winstmarge van de banken kan dit jaar voort onder druk staan door de inverse rentecurve in euro. Als gevolg van het gelbeleid van ECB in de strijd tegen de hoge inflatie is de rente op kortere looptijden licht hoger dan die op langere looptijden, wat weegt op de voor de banken zeer belangrijke netto rente-inkomsten.
De Nationale Bank merkt ook op dat de banken minder marge nemen op nieuwe leningen aan bedrijven en gezinnen. “Op die markten is er voldoende concurrentie tussen de banken”, zegt Steven Vanackere. De winsten van de banken kregen tot nu de steun van beperkte kredietverliezen, maar de grote economische onzekerheid blijft voorzichtigheid aan dat front geboden.
Kanteling op de vastgoedmarkt
De stijging van de rentevoeten heeft ook de vastgoedmarkten doen kantelen. “Er is een duidelijke afkoeling. De nominale woningprijzen stegen vorig jaar nog met 4 procent, maar in reële termen is er een prijsdaling met 6 procent. De overwaardering is volgens ons model afgenomen tot 10 procent, komende van 20 procent. Dat is een heilzame terugkeer naar een normale situatie.
“De Belgische gezinnen zijn over het algemeen trouwens goed beschermd tegen de stijgende rentevoeten, omdat 75 procent van de hypothecaire kredieten uitgegeven is met een vaste rentevoet”, zegt Steven Vanackere.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier