“Solvay overleeft niet zonder nieuwe activiteiten”
Jean-Marie Solvay werkte vele jaren als helikopterpiloot in de VS. Tegenwoordig is hij voorvechter van nieuwe technologie in het bedrijf dat werd gesticht door zijn betovergrootvader. Terwijl speculaties over de verkoop van de farmatak oplaaien, predikt hogepriester Jean-Marie niets dan hightech.
Zijn familienaam was een van de redenen waarom Jean-Marie Solvay begin jaren tachtig uit België vertrok. Het leek ook lange tijd dat zijn wegen die van het chemie- en farmabedrijf nooit zouden kruisen. Vooral omdat de wat rebelse Solvay-telg in zijn jeugd zijn studies chemisch ingenieur in Zwitserland had afgebroken om in de VS een vliegopleiding te volgen. Het was de start van een avontuurlijk bestaan als helikopterpiloot en eige-naar van helikopterbedrijven. Maar net die ondernemerszin werd geapprecieerd in het hoofdkwartier van Solvay in Elsene: in 1991 werd hij gevraagd als lid van de raad van bestuur. Dat was toen zijn vader, de toenmalige voorzitter en ex-CEO Jacques Solvay, er vertrok.
“Van het lyceum in Brussel trok ik naar de polytechnische school in Zürich”, blikt Jean-Marie Solvay terug. “Ik moet toegeven dat ik een beetje een rebel was ( lacht). Na ruim twee jaar had ik er genoeg van. Ik wou toen de luchtvaart in, en ben dan naar de VS getrokken omdat het daar goedkoper was om mijn vlieglicenties te behalen. Uiteindelijk heb ik ginds twee helikopterbedrijven opgestart. Het was een geweldig leven. We waren onder meer gespecialiseerd in bosbescherming van de grote wouden in het westen. We blusten bosbranden, vlogen voor Indianen en telden grizzlyberen. Maar ik moest noodgedwongen diversifiëren en belandde in de elektriciteitsindustrie. We zorgden voor het onderhoud van hoogspanningslijnen en plaatsten er signalisatiebollen op, goed voor heel wat adrenalinestoten.”
De nu 52-jarige Jean-Marie Solvay hield zijn Amerikaanse avontuur na zeventien jaar voor bekeken en verzeilde in vastgoed. Daarvoor verkaste hij naar Berlijn. Sinds drie jaar is hij weer in België om er volop mee aan de kar te trekken van nieuwe technologie bij Solvay. Hij doet dat als bestuurder en vooral als lid van de New Business Board, de in 2004 opgerichte technologiedenktank van de beursgenoteerde groep.
En de naam Solvay stoort duidelijk niet langer en draagt hij hem met gepaste trots. Het kan geen toeval zijn dat we elkaar spreken onder een uitvergrote foto van stamvader Ernest Solvay, de legendarische ontwikkelaar van natriumcarbonaat (sodazout).
Afstammelingen van Ernest Solvay zijn gefortuneerd. Dat maakte het ongetwijfeld een stuk eenvoudiger om naar de VS te trekken?
JEAN-MARIE SOLVAY (SOLVAY). “Het creëerde inderdaad mogelijkheden. Maar ik had geen zin om alleen maar het kind van rijke ouders te zijn. Zij betaalden mijn studies, en daarmee stoppen, betekende dus voor mij dat ik zou gaan werken. Ik zag dat als een contract dat ik met hen had afgesloten. Ik ben dus handarbeider geweest en weet wat hard werken is. Maar het is waar dat ik dan dankzij het geld van de familie mijn pilotenstudies heb kunnen doen.”
Was de naam Solvay daarbij een last of een lust?
SOLVAY. “Het was wat moeilijk om te dragen in België. Dat is trouwens een van de redenen waarom ik hier weggetrokken ben. Je gaf je naam op, en meteen had iedereen vooroordelen. Het was veel eenvoudiger om in het buitenland te leven, waar je bent wie je bent en je naam niet belangrijk is en iedereen je met rust laat.”
Vanwaar die interesse voor luchtvaart?
SOLVAY. “Ik heb een oom die in de jaren twintig een tocht per vliegtuig heeft gedaan van Frankrijk naar Madagascar. Dat verhaal heeft me altijd gefascineerd.”
Hoe was het leven in de VS?
SOLVAY. “Als je graag werkt, is het leven er veel gemakkelijker dan in Europa. Het was wel een nomadenbestaan. We hadden een kampeerwagen en waren altijd onderweg. Ik weet niet of dat reizen in de genen zit, maar mijn oudste dochter van vijftien zegt al lang dat ze op haar achttiende uitwijkt naar Japan ( lacht).”
U hebt uw helikopterbedrijven verkocht in 1999. Nooit spijt van gehad?
SOLVAY. “Ik vind het alleen spijtig dat ik niet meer vlieg, want ik zou graag mijn kinderen eens meenemen voor een vlucht. Daarom hoop ik ooit opnieuw mijn licentie te halen. Ervaring heb ik zat, want ik heb zowat 8000 vlieguren. Ik heb het moeilijkste en het leukste gedaan in vliegen. Zelf vliegen fascineerde me. Ook de businesskant was een passie, maar ook veel moeilijker. Zo’n toestel is zeer duur. Per stuk is dat al 500.000 tot 1 miljoen dollar, en de verzekering kost per toestel jaarlijks ruim 50.000 dollar. En bovendien moest je innoverend zijn. Daarom gingen we ook diensten leveren aan de elektriciteitssector. Intellectueel gaf dat echter minder voldoening dan wat er bij Solvay aan het gebeuren was, en daarom wou ik andere dingen doen.”
U stapte in het vastgoed.
SOLVAY. “Er stond eind jaren negentig heel wat vastgoed te koop in het ooste-lijke deel van Berlijn. Ik heb daar toen met het geld dat ik had verdiend in de VS 19 gebouwen gekocht, highly leveraged. Banken belden me met de vraag of ze geld mochten lenen. Ze financierden 100 procent plus de kosten. Ik ben er snel op ingegaan want ik dacht dat die voorwaarden niet lang gingen duren. Maar nadien is het moeilijk geworden. Die gebouwen waren er gezet tussen 1880 en begin 1900 en waren niet meer gemoderniseerd sinds de oorlog. Ze moesten dringend worden vernieuwd. Maar begin jaren 2000 was het plots moeilijk om daarvoor financiering te vinden. Ik heb toen de helft moeten verkopen en met de opbrengst de andere helft gerenoveerd. Nu gaat het goed, maar het is heel moeilijk geweest. Intussen doe ik ook consulting voor Ierse investeerders die een immense oude fabriek van AEG hebben gekocht. Ik doe het beheer van dat project.”
Wilt u in vastgoed blijven, of krijgt u er stilaan genoeg van en denkt u aan andere zaken?
SOLVAY. ( lacht) “Vastgoed is een beroep als een ander, en ik heb een team dat voor mij werkt. Ik heb niet de ambitie om vastgoedmagnaat in Berlijn te worden, maar zolang ik geld verdien en het kan delegeren is het interessant. Dus ik ga het niet laten vallen. Maar vastgoed is minder interessant dan nieuwe technologie.”
U hebt in 2000 ook nog een zijsprongetje gemaakt naar technologie.
SOLVAY. “Israëlische zakenlui, met wie we samenwerkten voor vastgoed in Berlijn, werkten op technologie voor oogherkenning. We hebben in Zwitserland, omdat dat fiscaal het interessantste was, een bedrijfje opgericht, Iridian. We zijn eind 2000 gestart, maar na september 2001 viel alle financiering stil en zijn we er noodgedwongen mee gestopt. Ik ben dan naar Berlijn verhuisd voor het vastgoed.”
Solvay heeft u gevraagd in 1991 om bestuurder te worden?
SOLVAY. “Mijn vader vertrok als voorzitter, en toen heeft de familie gevraagd mezelf te komen voorstellen aan de raad van bestuur. Wetenschappelijke ervaring had ik niet. Maar ik ben heel mijn leven ondernemer geweest, dus heb ik ook mijn eigen visie op de zaken. Die visie is vaak minder conventioneel, en dat is de toegevoegde waarde die ik geef.
“Ik was toen de kleine jongen, die werd verondersteld niets te zeggen tijdens vergaderingen, tenzij het intelligent was ( lacht). Nu is dat wel even anders. Maar ik ben nog altijd relatief jong, vergeleken met vele anderen zoals Anton van Rossum. Of Karel Van Miert. Die was extraordinaire. Dat hij zo plots is overleden, is een groot verlies, zeker voor Vlaanderen. Ik had wel de indruk dat hij er niet altijd werd erkend.
“In 2004 is het echt interessant geworden, want toen werd de New Business Board opgericht. Ik zat daar als onafhankelijke, net als Marcel Crochet, voormalig rector van de UCL, en Philippe Busquin. Voorzitter is Jacques van Rijckevorsel (algemeen directeur van de divisie kunst-stoffen, nvdr), en alle chefs van de busi-nessunits zijn erin vertegenwoordigd.”
Wat doet die New Business Board?
SOLVAY. “We exploreren sectoren waarin Solvay geen of nauwelijks competentie heeft en zoeken daarin goede opportuniteiten. Het draait rond vier platformen. Eentje daarvan is organische elektronica, omdat we ervaring hebben in speciale polymeren. Je zou bijvoorbeeld zo’n polymeer op een tafel kunnen schilderen, er licht op laten schijnen en daardoor stroom opwekken. We werken ook op hernieuwbare energie en materialen, nanotechnologie en industriële biotechnologie. En we hanteren het principe van open innovatie, waarbij we samenwerken met externe partijen zoals universiteiten. Zo hebben we bijvoorbeeld samen met Georgia Tech (Georgia Institute of Technology) een onderzoeksprogramma voor OLED’s (organische lichtuitstralende diodes die worden gebruikt voor nieuwe verlichtingstechnieken, nvdr). Men zet elektroden op polymeren die daardoor licht geven. Dat kost weinig. De grote lichtfabrikanten als Osram en Philips zijn daarin geïnteresseerd. En voorts investeren we ook in risicokapitaalfondsen, zoals het Capricorn Cleantechfonds van Jos Peeters.”
Droomt u van een soort hightech- Solvay?
SOLVAY. “U zult zien dat Solvay zich meer en meer zal ontwikkelen in die richting. In het basismetier soda (natriumcarbonaat) heeft Solvay nog altijd wereldwijd de dominante positie. Zolang er geen opvolger voor soda wordt ontdekt, staat Solvay sterk. En intussen wordt almaar duidelijker tot wat onze speciale polymeren kunnen leiden. Ze worden bijvoorbeeld al gebruikt voor de zogenaamde Solar Impulse, dat het eerste vliegtuig moet worden dat puur op basis van zonne-energie kan vliegen. Het is buitengewoon wat we al kunnen doen, en dat gaat enkel nog versnellen. En dat moet ook, want als Solvay zulke nieuwe activiteiten niet ontwikkelt, zal het niet overleven. ( nadrukkelijk) Als we niet vernieuwen, maken we geen kans.”
U zwijgt zedig over farma?
SOLVAY. ( lacht uitbundig) “Inderdaad, maar ik geloof dat farma een toekomst heeft die even interessant en even fascinerend is als die van chemie. Er zijn twee zaken die men altijd nodig zal hebben: energie en medicijnen. Dus voor farma zie ik echt veel potentieel. Maar je hebt in die sector ingrijpende veranderingen. Iedereen denkt na over wat de beste manier is om zich te positioneren, en wij dus ook. In de New Business Board zit trouwens ook een vertegenwoordiger van onze farmadivisie, maar het idee achter die Board is nu net om te kijken naar de domeinen die niet door de huidige businessunits worden gecoverd. Dus is het normaal dat ik daar niet over spreek.”
Is jullie investering in de Solar Impulse de belangrijkste beslissing van de voorbije tien jaar?
SOLVAY. “Misschien hebt u gelijk. De beslissing om daarin te investeren, is ietwat revolutionair. Want Solvay is een beetje als een oude dame die erg voorzichtig investeert in wat ze goed kent. Voor het eerst heeft het bedrijf geïnvesteerd in een droom. Belangrijk is de erkenning die Solvay krijgt, dat de wereld ziet ‘tiens, Solvay begint andere dingen te doen en heeft een visie’. En ook intern geeft het een sterke boodschap, dat we bereid zijn geld te steken in nieuwe activiteiten.”
U zit in het bedrijf intussen wel op een sleutelpositie, want u kunt het imago van Solvay mee opkrikken?
SOLVAY. “Absoluut, en daar ben ik erg blij om. Mijn betovergrootvader, want ik ben de vijfde generatie, was een humanist. Toen hij soda ontwikkelde was dat omdat hij dacht dat hij daarmee het leven van de mensen zou kunnen verbeteren. Dat dreef hem. Lange tijd speelde chemie niet bepaald de meest nobele rol. Nu zijn we eindelijk weer in een situatie waarbij de sector oplossingen kan bieden voor wereldwijde problemen. Dat Solvay een innovatief bedrijf is dat oplossingen aandraagt, is mijn ambitie. Als we die transformatie kunnen voortzetten, zal ik tevreden zijn.”
Solvay heeft de ambitie om tegen 2015 een omzet van 500 miljoen euro te halen uit nieuwe technologie. Doenbaar?
SOLVAY. “Zeker en vast, maar vooral dankzij overnames.”
Solvay heeft al een joint venture met Umicore, genaamd SolviCore, voor de ontwikkeling van brandstofceltechnologie. Zet dat de deur open voor nauwere samenwerking?
SOLVAY. “Die joint venture laat toe om banden te smeden, maar tot nader order blijft het hierbij.”
U zit intussen zowel in de New Business Board als in de raad van bestuur als onafhankelijke. Nochtans maakt u wel deel uit van de familie.
SOLVAY. “U hebt gelijk, maar volgens de Belgische wet ben ik onafhankelijk. Het is voor mij ook belangrijk om onafhankelijk te blijven, want bij een overnamebod en strijd om de controle zijn de niet-onafhankelijken in sommige gevallen niet stemgerechtigd.”
Wat doet u in uw vrije tijd?
SOLVAY. “Ik hou van bergbeklimmen. Thuis heb ik zelfs zo’n klimmuur laten installeren. En naast skiën, ga ik graag lopen. Ik heb nog marathons gedaan, maar dan moet je bijna elke dag lopen als voorbereiding, en daar heb ik de tijd niet meer voor. En ik heb nog jonge kinderen, dus mijn leven zit aardig vol. Kijk, er zijn veel interessante zaken, maar een mens kan in zijn leven misschien vier of vijf dingen echt goed doen. Daarom moet je prioriteiten vastleggen. Solvay is er daar zeker een van, naast mijn gezin.”
Hebt u eigenlijk uw vastgoedactiviteiten nog nodig om te kunnen leven?
SOLVAY. “Neen. Maar ik heb er wel nood aan om te werken. Zonder werk geraak je afgesneden van de realiteit.”
Door Bert Lauwers / Foto’s Thomas De Boever
“Ik heb niet de ambitie om vastgoedmagnaat in Berlijn te worden, maar zolang ik geld verdien en het kan delegeren is het interessant”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier