‘Niemand beseft wat die tsunami van Chinese plastic brol onze samenleving kost’: neemt Europa eindelijk maatregelen tegen Temu en Shein?

©  Nikos Pekiaridis/NurPhoto via Getty Images
Sebastien Marien
Sebastien Marien Redacteur bij Trends

Duitsland wil samen met vijf andere Europese lidstaten de controle verhogen op Chinese webshops zoals Temu en Shein. Ze winnen marktaandeel met opvallend lage prijzen, maar voeren oneerlijke concurrentie, terwijl Europa de recyclagekosten betaalt voor al dat plastic. Hoelang duurt het voordat de Europese Commissie actie onderneemt?

Goedkope Chinese webshops als Temu en Shein maken een opmars in Europa. Het marktaandeel van die onlineretailers is in een jaar tijd verdubbeld in Duitsland. 43 procent van de Duitsers heeft al besteld bij de populaire Chinese webshops, meldt de businessnieuwssite Kurier. Niet toevallig roept Duitsland op om streng op te treden tegen die Chinese e-commercebedrijven. Samen met Nederland, Frankrijk, Oostenrijk, Polen en Denemarken wil het land de druk opvoeren met een gezamenlijke brief in de aanloop naar een zitting van de Europese Commissie over concurrentievermogen.

Maar ook in België zijn de Chinese webshops niet onbekend. Shein en AliExpress staan in de top vijf van de grootste onlinemarktplaatsen voor kleding, blijkt uit een studie van de Universiteit Antwerpen. Volgens officiële onderzoeken is 11 procent van alle kledingstukken die in België online worden besteld, rechtstreeks bij een Chinees bedrijf gekocht. Pierre-Alexandre Billiet, retailexpert van Gondola, is ervan overtuigd dat het werkelijke percentage nog veel hoger ligt. “Onze schattingen wijzen op een kwart van de Belgische kleding. Dat komt omdat veel van die Chinese fast fashion niet rechtstreeks wordt gekocht op Shein en AliExpress. Vaak fungeert een Europese webwinkel als tussenstation, waardoor die verkopen niet worden meegerekend.”

Producten van Chinese webshops zijn vaak extreem goedkoop en voeren oneerlijke concurrentie. Ze schenden vaak intellectuele-eigendomsrechten, de verkopers op de platforms zijn niet traceerbaar en de interfaces misleiden de consument. Dat zijn ook de voornaamste kritieken van concurrentiewaakhonden. In een eerder artikel ontleedde Trends ook al het businessmodel van Temu. De webshop weet tot in detail welke producten populair zijn bij de consument, om ze vervolgens razendsnel te produceren en met verlies te verkopen. Alles om in rap tempo marktaandeel te winnen.

“We kunnen niet langer aanvaarden dat dagelijks honderdduizenden pakjes arriveren die de Europese standaard niet halen”, zei de Duitse staatssecretaris Sven Giegold donderdag in Brussel, aldus Politico. In juni riep de Europese Commissie Temu en Shein al op het matje om meer uitleg te geven bij hun businessmodel, maar voorlopig blijven sancties en strengere regelgeving uit.

Tsunami van plastic

Een van de maatregelen die de zes landen in hun brief voorstellen, is de douanecontroles te verhogen. Momenteel ontsnappen nog alle pakketten uit niet-EU-landen die minder dan 150 euro kosten aan zulke controles. Begin september legde Patrick Zahn, de CEO van de discountketen Kik, de vinger op de zere plek. Hij verwees expliciet naar de luchthaven van Luik. Het depot van Alibaba daar is de plaats waar de meeste Chinese pakketten aankomen, voordat ze naar andere Europese landen worden verdeeld. “Elke dag komen daar 400.000 à 500.000 pakketten van Temu en Shein aan. Daar zitten zes douanebeambten. Het komt erop neer dat het controlepercentage nul is”, klonk het.

Lees ook meer over de mogelijke Chinese spionage via de logistieke hub in Luik:

De zes initiatiefnemende landen willen de ‘regel van 150 euro’ voor douanecontroles schrappen. Comeos, de Belgische handelsvereniging, juicht dat toe, maar is zich bewust van de grote moeilijkheid van zo’n maatregel. “Het is een van de wetswijzigingen die ook wij vragen”, bevestigt Lora Nivesse, de directeur public affairs van Comeos. “Het zal alleen een huzarenstuk worden om dat in praktijk te brengen. Aan de hand van datamining zullen we in kaart moeten brengen welke pakketten mogelijk problematisch zijn en dus extra controle behoeven. We kunnen geen duizenden controleurs inzetten.”

Hoewel zes landen een versnelling hoger schakelen, verwacht Pierre-Alexandre Billiet niet dat er meteen een kant-en-klare oplossing komt. “De problemen reiken heel ver. Niemand beseft wat die tsunami aan Chinese plastic brol aan onze samenleving kost. Hoe goedkoop elk individueel Chinees product ook mag zijn, er staat een recyclagekostprijs tegenover die de hele samenleving betaalt en die vele malen hoger is. Dat vraagt dus om een oplossing via milieuwetgeving.”

“Maar anderzijds vormen de Chinese dumpingpraktijken ook een risico voor de werkgelegenheid en de concurrentiekracht in Europa. Het veroorzaakt een brede waaier aan problemen, en dus verwacht ik dat Europa dit dossier zal opsplitsen en zal behandelen op verschillende fronten. Dat zal tijd vragen. Tijd die we eigenlijk niet hebben, gezien de schade die onze handelaars ondervinden.”

Franse Kill Bill

Een land dat niet bij de pakken blijft zitten, is Frankrijk. Onze zuiderburen namen in maart een wet aan die strengere regels oplegt aan verkopers van fast fashion. De webshops worden onder meer beperkt in hun mogelijkheden om te adverteren en betalen bij overtredingen jaarlijks boetes tot 10 euro per kledingstuk. Bij elk product moet ook de ecologische impact worden vermeld, met name de herbruikbaarheid van een kledingstuk en informatie over recyclage. Het is een drastische aanpak, en daarom wordt naar de Franse wet soms verwezen met de bijnaam de ‘Kill Bill’.

‘Verschillende lidstaten subsidiëren de Chinese praktijken. Ondertussen investeren onze eigen bedrijven maar in de verduurzaming van hun activiteiten’

Pierre-Alexandre Billiet, Gondola

Comeos vindt niet dat België het Franse voorbeeld moet volgen. “We zijn voorstander van een eenduidige aanpak voor alle Europese lidstaten, ook al begrijpen we dat het Europese niveau minder snel kan schakelen”, zegt Nivesse. “Het is echter belangrijk dat handelsafspraken op dat niveau worden behandeld, want samenwerking is cruciaal. Dat geldt ook voor andere dossiers. We wachten bijvoorbeeld ook nog op een betere harmonisering van de btw-tarieven in de lidstaten.”

Tegenstrijdige belangen

Maar dat neemt volgens Comeos niet weg dat België meer het voortouw moet nemen in dit dossier. De handelsvereniging merkt dat er geen sense of urgency is wanneer ze de problemen in politieke kringen signaleert. Pierre-Alexandre Billiet van Gondola vindt dat niet verrassend. “België heeft ook andere belangen, met het depot aan de luchthaven in Luik dat naar voren is geschoven als een belangrijke katalysator voor de werkgelegenheid, na enkele pijnlijke faillissementen in Wallonië, zoals bij Caterpillar.”

Alles samen zijn er rond de luchthaven van Luik bijna 11.000 banen gecreëerd bij meer dan 150 bedrijven, bleek vorig jaar uit een studie van de Universiteit van Luik. De werkgelegenheid steeg er met 26 procent in drie jaar tijd. Toch blijft de rol van het depot van Alibaba daarin beperkt. Alibaba creëerde slechts 250 van de 900 banen die het voor zijn komst had beloofd.

België is niet het enige land dat stuit op tegenstrijdige belangen. “Verschillende lidstaten subsidiëren de Chinese praktijken. Zolang China spotgoedkope leveringen per vliegtuig kan doen, zal er niets veranderen aan de situatie. Daar moet eerst paal en perk aan worden gesteld. China blijft nu eenmaal een belangrijke economische partner voor veel landen. De macro-economische context speelt mee in deze discussie en dat vertraagt de besluitvorming. Ondertussen investeren onze eigen bedrijven in de verduurzaming van hun activiteiten.”


Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content