Na hoge scores Vlaams Belang: hoe sterk staat de economie van de Denderstreek?

Melika Sclacmender en Guy D'haeseleer van Forza Ninova en Vlaams Belang, gefotografeerd bij een stembureau in Neigem, Ninove, op zondag 13 oktober 2024 | Foto: Getty
Alain Mouton
Alain Mouton Journalist

De hoge scores van het Vlaams Belang bij de gemeenteraadsverkiezingen in de Denderstreek doen vermoeden dat het om een economisch achtergestelde regio gaat. De cijfers zeggen iets anders. “Er zijn weinig objectieve paramaters om er een hellhole van te maken”, zegt Geert Moerman van Voka Oost-Vlaanderen. “Wel kan de regio een grotere rol spelen als draaischijf in logistiek en recyclage.”

Een radicaal-rechtse burgemeester in Ninove. 38 procent en twee zetels van de volstrekte meerderheid in Denderleeuw. 30 procent in Aalst en Geraardsbergen. Nergens staat Vlaams Belang zo sterk als in de Denderstreek. Het succes van radicaal-rechts wordt meestal niet alleen gelinkt aan migratie – in dit geval een sterke toename van allochtonen uit Brussel – maar ook aan economische achterstelling. Wie echter denkt dat de Denderstreek een soort van Vlaamse rust belt is, vergist zich.

Het klopt dat het inkomen per inwoner in de steden lager liggen dan het Oost-Vlaamse gemiddelde van 22.349 euro. In Aalst bedraagt het 21.373 euro per inwoner, in Ninove 21.114 euro, in Denderleeuw 20.485 euro en in Geraardsbergen 21.076 euro. De werkzaamheidsgraad bedraagt dan weer 76 procent, dicht bij het Vlaams gemiddelde van 77 procent. “Er zijn weinig objectieve economische parameters die alarmerend zijn en van de Denderstreek een hellhole zouden maken”, weet Geert Moerman, de gedelegeerd bestuurder van Voka Oost-Vlaanderen. “Het aantal inwoners van niet-Europese origine zou trouwens niet vergelijkbaar zijn met dat in de grootsteden. Ik kan wel begrijpen dat er bij de bevolking negatieve subjectieve gevoelens zijn door een aantal demografische evoluties van de jongste jaren, die in de cijfers nog niet te merken zijn, maar bij de bevolking al gevoeld worden. Zo stijgen de huurprijzen doordat nieuwkomers uit Brussel de woningmarkt onder druk zetten.”

“Als je een aantal objectieve parameters neemt, dan zijn gemeenten als Geraardsbergen en Ronse er slechter aan toe, met bijvoorbeeld een hogere kansarmoede-index, maar daar stemt men niet zo extreem”, vult Jan Geers aan, directeur belangenbehartiging bij Voka Oost-Vlaanderen. “Je telt in de Denderstreek veel pendelaars, en dat vertaalt zich niet in een laag inkomen.”

Een Vlaamse Food Valley

Bovendien kan de regio nog altijd rekenen op een succesvol industrieel weefsel. In de jaren vijftig en zestig brokkelde de ooit dominante confectie- en textielnijverheid af. Tegelijk groeide de Denderstreek uit tot een van de belangrijkste Vlaamse voedingsregio’s. Tussen 2002 en 2022 daalde het aantal industriële werkgevers in de arrondissementen Aalst-Dendermonde met ruim 30 procent, leren cijfers van Voka. In dezelfde periode steeg het aantal banen in de voedingsindustrie in de streek met 21 procent. Geen enkele nijverheidstak deed beter. Dat is te danken aan de aanwezigheid van internationale spelers in bakkerij-, chocolade- en graanproducten, zoals La Lorraine, Barry Callebaut, Belcolade (Puratos) en Tereos, waardoor de regio zelfs de bijnaam Food Valley krijgt. Daarnaast zijn er ook bedrijven actief in vleesverwerking, zuivel en groenten. In de zuidelijke Denderstreek (arrondissement Aalst) is de voedingsnijverheid goed voor 45 procent van de industriële tewerkstelling. Nergens in België ligt dat aandeel hoger.

‘De Denderstreek zou de ambitie moeten hebben een eigen economische rol te spelen tussen Gent, Brussel en Antwerpen’

Geert Moerman, gedelegeerd bestuurder van Voka Oost-Vlaanderen

Voka Oost-Vlaanderen wijst op nog een troef: de Denderstreek ligt centraal in het land en dat weten de grote retailers zeer goed. Aldi (Erpe-Mere) en Delhaize (Ninove) bouwden er grote distributiecentra. Al kan het nog beter, vindt Geert Moerman: “De Denderstreek zou de ambitie moeten hebben een eigen economische rol te spelen tussen drie stedelijke gewesten met internationale allure, namelijk Gent, Brussel en Antwerpen. Maar de burgemeesters gaan daar niet allemaal in mee. De regio kan bijvoorbeeld meer focussen op een economisch ondersteunende rol voor die stedelijke gewesten, onder andere als draaischijf voor activiteiten in logistiek en recyclage. Daarvoor is wel een strategie nodig, die als dusdanig benoemd wordt. Niet iedereen in Vlaanderen kan enkel focussen op hoogtechnologische activiteiten. Dat zal eerder gebeuren in die stedelijke gewesten, die vaak een eigen universiteit hebben.”

“Plus: er moet wel voldoende ruimte zijn voor die bedrijven”, zegt Jan Geers. “Daar wringt het schoentje. Er zijn in de regio weinig bedrijventerreinen beschikbaar. Neem daar nog de infrastructuur bij. De nationale wegen die Dendermonde, Aalst en Wetteren met elkaar verbinden, vormen een logistieke as die men verder kan uitbouwen. Maar er staan gemeenten op de rem, net als de provincie Oost-Vlaanderen.”

Niet iedereen trekt aan één zeel

Niet dat de regio door hogere overheden wordt verwaarloosd. Uittredend staatssecretaris voor Asiel en Migratie Nicole De Moor (cd&v) kwam met een Denderplan, dat de migratie onder controle moet houden en voor meer banen in eigen streek moet zorgen. De vorige Vlaamse regering nam fiscale maatregelen die tot meer banencreatie in de streek moeten leiden: een korting van 25 procent op de bedrijfsvoorheffing gedurende twee jaar bij investeringen van kmo’s die nieuwe banen creëren. Dat voordeel komt overeen met een besparing van 4 tot 5 procent op de loonkosten gedurende twee jaar. Jan Geers: “Dat zijn goede maatregelen, maar eigenlijk is vanuit Vlaanderen nog altijd sprake van onderinvestering. Er is meer nodig. De investeringen in, bijvoorbeeld, wegeninfrastructuur zijn een even belangrijke economische hefboom.”

“Ik vergelijk het met Limburg, waar meer overheidsmiddelen naartoe gaan. Daar trekt iedereen aan één zeel”, stelt Geert Moerman vast. “In het zuiden van Oost-Vlaanderen is dat minder het geval.”

Lees ook:

Partner Content