Moment van de waarheid
Oeps, de geest was uit de fles. “Een tekort van 0,5 % in de begroting? Dat hoeft geen budgettaire ramp te zijn,” zo glimlachte federaal minister van Begroting Johan Vande Lanotte (SP.A) deze week in de krant De Standaard. En, voegde hij er fluks aan toe: “Gelijk waar in Europa wordt een minister van Begroting gedecoreerd als hij zulke cijfers kan voorleggen.”
In dit blad werd (slechts) één keer een pleidooi gehouden voor een (gecontroleerd) tekort van de begroting. En wel om één reden: een betekenisvolle en selectieve lastenverlaging doorvoeren als hefboom voor de creatie van 100.000 nieuwe jobs.
Een risicovolle operatie, dat wel, maar het risico waard. De formule zag er als volgt uit: verlaag de loonkosten voor laaggeschoolden met 10 %, vergroot de kloof tussen nettoloon en uitkering en beperk de duurtijd waarin werklozen van die uitkering kunnen genieten.
Deze forse en dure ingrepen in het arbeidsaanbod zouden worden betaald, zo wees een studie van Jozef Konings (KU Leuven) in opdracht van VKW Metena uit, met de nodige terugverdieneffecten op termijn én – onmisbare voorwaarde – dankzij het nodige snoeiwerk in de uitgaven van de sociale zekerheid. Tussen haakjes: vond iemand een spoor van die laatste piste terug in de redenering van Vande Lanotte?
In ieder geval was deze drastische aanpak een alternatief voor hogere of nieuwe fiscale inkomsten. Want hoe we het ook draaien of keren, hogere personen- of vennootschapsbelastingen, een bijdrage op de toegevoegde waarde, een algemene sociale bijdrage of meer BTW op consumptiegoederen in combinatie met hogere accijnzen en verbruikstaksen – het jongste fiscale proefballonnetje van de regering-Verhofstadt – beknotten vroeg of laat de werkgelegenheid en economische groei, of wakkeren inflatie aan.
In de vorige begrotingsronde kon Verhofstadt II ei zo na nog het tekort in de sociale zekerheid dichtmetselen, dankzij een niet-begrote bonus van 1 miljard euro. Dat fiscale snoepje werd niet gehaald uit arbeid of loon, maar kwam vooral van de BTW en vennootschapswinsten. Het was consumptiegedreven. Dat de regering uitgerekend die consumptie met extra BTW-tarieven verder wil uitmelken, bewijst dat ze van geen hout nog pijlen weet te maken.
Met een BTW-tarief van 21 % verpulveren we Europese records. Inzake BTW-inkomsten zitten we sowieso al op het gemiddelde van de eurozone. De groeivooruitzichten van onze economie ogen pover en consumptie in die context extra belasten, lijkt niet het meest briljante idee. Begin dit jaar gaf hoofdeconoom Guy Clémer van het kabinet-Verhofstadt aan waar het in werkelijkheid om gaat. “De vooropgestelde daling van de fiscale en parafiscale druk in de periode 2004-2006 komt er alleen als de uitgaven van deze regering binnen het vooropgestelde groeipad blijven,” zo zei hij in Trends.
Een tijdelijk tekort als schaamlapje aanwenden om die chronische uitgavendrift vakkundig te camoufleren, is onverantwoord. Om niet te zeggen: misdadig. Uitgavenbeperking, daar gaat het om. “Dat is de echte opgave van deze regering voor 2005,” zo besloot ook Clémer, en hij voegde eraan toe. “Midden 2005 weten we waar we aan toe zijn.” Het moment van de waarheid is inderdaad aangebroken.
piet.depuydt@trends.be
Een tijdelijk tekort in de begroting als schaamlapje aanwenden om de chronische uitgavendrift van deze overheid te camoufleren, is onverantwoord. Om niet te zeggen: misdadig.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier