Minder concurrentie voor gelijke mededinging

Het aantal manieren om de concurrentie te beperken, lijkt wel eindeloos.

Wie op zoek is naar ideeën om de concurrentie te beperken, moet zeker eens het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen van 13 oktober 2000 raadplegen. Daarin vindt u de Richtsnoeren inzake verticale beperkingen. Het is ook een uitstekende leidraad voor wie wil weten of zijn afspraken met leveranciers of verkopers aanvaardbaar zijn, en zo ja onder welke voorwaarden. Echt rechttoe-rechtaan is het niet, want bij elke overeenkomst moet nog worden afgewogen of er geen voordelen zijn voor de consument die het nadeel van de concurrentiebeperking opheffen.

Geen probleem voor kmo’s. Het uitgangspunt is bescherming van de mededinging, “aangezien dit bijdraagt tot het welzijn van de consument en tot een efficiënte allocatie van de middelen”. Er wordt op de eerste plaats gekeken naar de effecten op de markt.

Als niemand een dominante positie heeft en er een voldoende gediversifieerd aanbod bestaat van producten en diensten waaruit de klant vrij kan kiezen, is er doorgaans geen vuiltje aan de lucht. In het algemeen zijn er dus geen problemen voor kleine en middelgrote ondernemingen, want die hebben doorgaans een marktaandeel lager dan 10%. Een percentage dat zelden kan leiden tot beperking van de concurrentie.

Tot 30% marktaandeel is er een redelijke kans dat u nog in aanmerking komt voor de groepsvrijstelling. Het moet dan wel gaan om overeenkomsten tussen twee of meer bedrijven die actief zijn in een verschillend stadium van de productie (producent, groothandelaar, detailhandelaar) en waarin de voorwaarden worden vastgelegd onder dewelke de partijen bepaalde goederen kunnen kopen, verkopen of doorverkopen. Overeenkomsten tussen concurrenten, omschreven als daadwerkelijke of potentiële leveranciers in dezelfde productmarkt, zijn uitgesloten. Verenigingen van detailhandelaren in goederen waarvan geen enkel lid een omzet haalt van meer dan 50 miljoen euro, kunnen eveneens onder de regels van de groepsvrijstelling vallen.

Net als bij het hooliganisme is er sprake van een harde kern die geen toegang krijgt tot de groepsvrijstelling ( hardcore-restricties). Tot deze groep behoren de afspraken die direct of indirect tot doel hebben een vaste of minimumverkoopprijs of een vast of minimumprijsniveau aan de afnemer op te leggen. Zo strijdt de Europese Commissie al jaren tegen de vaste boekenprijs in Duitsland.

Maar de prijsbinding kan ook onrechtstreeks zijn. Voorbeelden daarvan zijn de overeenkomsten waarbij de distributiemarge wordt vastgelegd of waarbij de prijzen worden gekoppeld aan die van de concurrentie. Het effect van dergelijke maatregelen kan nog worden verhoogd door maatregelen in te voeren die erop gericht zijn om wie beneden de aanbevolen prijs verkoopt, uit het verkoopnet te werken. Door in te werken op wederverkoopprijzen of door het verbinden van promotionele steun aan het toepassen aan de maximumprijzen, kan de mededinging verder worden beperkt.

Nieuwe bepalingen voor internet. Er zijn ook uitzonderingen op de hardcore-restricties. Zo mag de leverancier de actieve verkoop beperken van een afnemer in het gebied (of de klantenkring) dat aan een ander op basis van exclusiviteit is toegewezen. Actief verkopen betekent dat men individuele klanten direct benadert door ze bijvoorbeeld rechtstreeks aan te schrijven of dat men een opslagplaats of verkooppunt opricht in het exclusieve gebied van een ander. Passief handelen mag wel. Als iemand u opbelt om bij u een wasmachine te kopen, terwijl hij woont in een andere regio, dan mag u op dit verzoek ingaan.

De Commissie voorziet in de nieuwe bepalingen ook het gebruik van internet. “Elke distributeur moet ongehinderd van internet gebruik kunnen maken om producten aan te prijzen of te verkopen.” Wel mogen bepalingen worden opgenomen waarbij de actieve internetverkoop in een gebied dat exclusief aan iemand anders werd toegewezen, aan banden gelegd wordt. Internet laat zich evenwel niet tot een bepaalde regio beperken en dus zijn de kansen op contact buiten de eigen zone groot, evenals die op passieve verkoop. Het versturen van e-mails naar klanten in andermans verkoopgebied is actief klanten werven en mag dus verboden worden. “De leverancier kan in elk geval zichzelf niet het recht voorbehouden op internet reclame te voeren en/of via internet te verkopen.”

Met terugwerkende kracht. Wie niet meteen aan al de voorwaarden van een groepsvrijstelling voldoet, moet niet meteen wanhopen. De afspraken worden niet a priori onwettig beschouwd, maar ze zullen eventueel afzonderlijk worden onderzocht. Wanneer de Commissie een individueel onderzoek instelt, dan rust op haar de bewijslast om aan te tonen dat de overeenkomst een inbreuk vormt op de regels van mededinging. De ondernemingen kunnen dan nog altijd bewijzen aanbrengen die aantonen dat hun distributiesysteem, met de daarin vervatte afspraken, meer voor- dan nadelen oplevert voor de consumenten en de concurrentie. Het voorzorgsprincipe hoeft u hier niet toe te passen. Als men een vrijstelling krijgt, geldt die vanaf de datum waarop de distributie-overeenkomst werd gesloten, zelfs indien ze pas veel later is aangemeld. Aanmelding uit voorzorg is niet nodig.

Wanneer er een geschil rijst, heeft men nog de tijd, want de beslissing van de Commissie geldt met terugwerkende kracht. Als een zaak aanhangig wordt gemaakt, moet de nationale rechter de zaak opschorten tot de Commissie een standpunt heeft ingenomen. Intussen mag hij wel voorlopige voorzieningen treffen.

De nieuwe regeling op groepsvrijstelling is van toepassing vanaf 1 juni 2000. Voor bestaande overeenkomsten blijft zeker nog tot eind 2001 de oude regeling van kracht. Als vrijstellingen kunnen gegeven worden, dan kunnen ze ook ingetrokken worden. Ook dat wordt behandeld in de Richtsnoeren inzake verticale beperkingen. Voorts zijn er ook een rist aanduidingen van hoe het marktaandeel wordt berekend en hoe individuele gevallen worden beoordeeld. Er zijn in ieder geval voldoende mogelijkheden om de naakte concurrentie te beperken zonder dat dit storend is voor de mededinging.

De auteur is sinds 1990 European Affairs Officer bij Ford Motor Company en was voordien actief in de pers en financiële wereld.

HUIB CRAUWELS

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content