Met hun neus in dezelfde riool

Willy Van Damme medewerker Trends

Vandaag, donderdag 18 januari, spreekt de rechtbank het vonnis uit in de affaire-Superclub/KS. Trends vroeg aan journalist Willy Van Damme, die het dossier jarenlang in ons magazine opvolgde, om een vergelijking te maken met het debacle van Lernout & Hauspie. Hij bespeurt enkele markante overeenkomsten, maar ook opmerkelijke verschillen.

Sommige gelijkenissen tussen de twee dossiers springen in het oog. Beide Vlaamse bedrijven schoten als een raket omhoog. Zowel Superclub-stichter Maurits De Prins als Jo Lernout en Pol Hauspie, de oprichters van L&H, stelden hun bedrijf als een goudmijn voor, terwijl de aandelenhandel het enige winstgevende van de zaak was. Uit de jaarrekeningen blijkt dat de twee bedrijven alleen winstcijfers tevoorschijn konden toveren via boekhoudkundige manipulaties waarvan de wettelijkheid zeer discutabel is.

Een andere overeenkomst is dat de bedrijfswinst in beide gevallen totstandkwam dankzij dubieuze transacties, los van de officiële consolidatiekring. Bij Superclub via onder meer het Britse EMB Designs Ltd en bij L&H via bijvoorbeeld de Language Development Companies ( LDC).

De meest opmerkelijke overeenkomst tussen beide dossiers is natuurlijk dat een simpel persartikel een bedrijf neerhaalde dat voor de buitenwereld groots en prachtig leek. Ondernemingen als Philip Morris, Nestlé en Shell kregen in het verleden tonnen negatieve publiciteit over zich heen, waarbij men ze zelfs van medeplichtigheid aan massamoord beschuldigde. Toch kwamen deze bedrijven nooit echt in moeilijkheden. Superclub en L&H gingen na slechts enkele persartikels onmiddellijk ten onder. Het bewijst dat beide bedrijven niet meer dan zeepbellen waren.

De mysterieuze investeerder

Dan is er nog de complottheorie. De Prins, geholpen door enkele partners uit Superclub, strooide het verhaal rond van een complot van Philips, dat Superclub zogezegd van hem wou stelen. Op die manier trachtte hij zijn eigen verantwoordelijkheid te ontlopen.

Ook bij L&H bestaat een complottheorie. In dat verhaal worden de nieuwe gedelegeerd bestuurder John Duerden en de Amerikaanse veiligheidsdiensten genoemd. Dat Duerden, in tegenstelling tot het oude management, niet lekt naar de Vlaamse media en alleen informeel gesprekken met de buitenlandse pers voert, maakt hem in Vlaanderen erg kwetsbaar voor aanvallen.

Er zijn in de twee affaires ook een aantal namen die terugkeren. De bedrijfsrevisor KPMG bijvoorbeeld. In beide bedrijven was KPMG verantwoordelijk voor de audit en werden er nooit problemen gemeld. Voorts valt de rol van KBC op. De bank had een nauwe associatie met zowel L&H als Superclub, en bleef beide firma’s fervent verdedigen. Bovendien bestaan er relaties tussen Maurits De Prins en enkele hoofdrolspelers bij L&H. Jozef Delcroix, Fernand Cloet, Nico Willaert, Gaston Bastiaens, Pol Hauspie en Jo Lernout hebben allemaal zakelijke contacten gehad met De Prins. In 1994 poogde De Prins nog kapitaal voor de spraaktechnologiegroep te zoeken. Het zou niemand verwonderen, mocht De Prins opduiken als de tot nu toe onbekende investeerder achter een deel van de LDC’s. De hardnekkigheid waarmee het oude management van L&H die namen verborgen houdt, doet het ergste vermoeden. Pol Hauspie heeft overigens dezelfde twee advocaten als De Prins.

Vloeken en tieren

Natuurlijk zijn er tussen beide dossiers ook veel verschillen. Eén ervan is dat de informatie die de media over L&H publiceren veel gedetailleerder en daardoor schokkender is. De inhoud van het verhaal van revisor André Deschamps over Superclub is een lachertje vergeleken bij de sterke verhalen die The Wall Street Journal uitbracht. Bij Superclub duurde het tot 1996 voor dergelijke details in de pers verschenen. Ook dit kan een gevolg zijn van de beursnotering van L&H, die Jo en Pol een informatieplicht oplegde.

Er zit ook een groot verschil in de snelheid waarmee de betrokkenen beschuldigingen naar elkaars hoofd gooien. Terwijl bij Superclub iedereen na het verschijnen van het rapport-Deschamps zweeg, lijkt bij L&H juist het omgekeerde te gebeuren. Auditor KPMG heeft het over bewuste manipulaties door L&H, rechter Michel Handschoewerker spreekt over fraude, Pol Hauspie neemt het woord chantage in de mond, aandeelhouders Christian Dumolin en Mercator & Noordstar hebben het over bedrog, en zusterbedrijf FLV Fund over misbruik van vertrouwen. Dat er 450 miljard frank aan beurskapitalisatie is verdwenen en aandeelhouders hun schade vergoed willen zien, speelt hier ongetwijfeld een grote rol.

WILLY VAN DAMME

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content