Voorstanders paars-groen worden kribbig

Kristof Calvo (Groen) en John Crombez (SP.A) © belga
Alain Mouton
Alain Mouton Journalist

De beleidsplannen van informateur Paul Magnette kregen deze week opnieuw zware kritiek te verduren vanuit academische hoek. Sp.a en Groen reageerden als door een wesp gestoken en hadden het over desinformatie. Vanwaar die overspannen reacties? Het lijkt erop dat het momentum voor een paars-groene coalitie voorbij is. Tijdelijk.

Arbeidseconomen Stijn Baert (Universiteit Gent) en Ive Marx (Universiteit Antwerpen) schoten ook deze week met scherp naar de voorstellen uit de informateursnota’s van Paul Magnette (PS) die hun weg naar de pers vonden. Het verhogen van allerlei uitkeringen, verlofstelsels die worden uitgebreid, het gebrek aan voorstellen om de arbeidsmarkt de dynamiseren, maatregelen die de concurrentiekracht onder druk zetten,… Het is een blijvende bron van ergernis. Stijn Baert noemde de informateursnota van Paul Magnette “een pest voor Vlaanderen”. Met zo’n federaal non-beleid kan Vlaanderen volgens hem nooit de kaap van de 80 procent werkzaamheidsgraad ronden. Dezelfde waarschuwingen kwamen vanuit de werkgevershoek. Het VBO en Voka wezen tegelijk op de oplopende factuur van de Magnette-plannen.

‘Desinformatie’

Dat leidde op sociale media tot kribbige reacties uit paars-groene hoek, meer bepaald bij sp.a en Groen. Kristof Calvo (Groen) op Twitter: “Werkgeversorganisaties Voka en VBO communiceren bijzonder agressief en mijden daarbij de desinformatie niet. Heel gevaarlijk en zeker niet onschuldig. Als de politieke instabiliteit nog groter wordt, is dat nefast voor ons land en dus ook onze economie.” Op de vraag wat hij bedoelde met desinformatie gaf Calvo geen antwoord.

Jonas Dutordoir, de woordvoerder van Groen, had het op Stijn Baert en Ive Marx gemunt: “Als jullie aan politiek willen doen, koop dan een lidkaart. Onder het mom van wetenschappelijke onafhankelijkheid duwen jullie politieke agenda door.”

Ex-sp.a-voorzitter John Crombez deed hetzelfde: “De manier waarop je als academicus een tekst waarover wordt gesproken beoordeelt, is gelukkig vrij. Het woordgebruik dat sommige academici daarbij gebruiken, is soms bedenkelijk . Zeker in dit geval van Stijn Baert is het op het zielige af. Jammer.” Ook hier was het zoeken naar een inhoudelijke repliek van Crombez, nochtans een doctor in de economie.

Boze burgemeesters

Waarom die nervositeit? Begin deze week leek het alsof de formatie van een paars-groene regering in de steigers zou staan. Maar in de Open Vld staat de rechterzijde op de rem. Kamerlid Christian Leysen zag het niet zitten dat een liberaal – in dit geval Gwendolyn Rutten – premier zou worden van een regering met een sterk linkse inslag. Een meerderheid van de Open Vld-burgemeesters liet weten niet opgezet te zijn met een paars-groene regering. Vandaar dat er nu wat wordt getemporiseerd.

Het lijkt erop dat het momentum voor paars-groen nu even voorbij is. Maandag wordt een belangrijke dag. Dan geeft informateur Paul Magnette zijn opdracht terug aan de koning. Dan zijn er twee mogelijkheden. Ofwel wordt een formateur aangeduid, in dat geval een liberaal politicus. Of men laat N-VA-voorzitter Bart De Wever nog een poging ondernemen om een paars-gele coalitie op de been te brengen, al gelooft niemand daar nog in. Uiteindelijk zou men dan opnieuw uitkomen bij het paars-groene spoor, eventueel aangevuld door cdH of CD&V. Kort na nieuwjaar zou de formatie kunnen starten. Want in Open Vld is te horen dat de partijtop al de bocht heeft genomen richting paars-groen. Het argument om de achterban te overtuigen is dat de nota van Paul Magnette geen regeerakkoord is en maar een basis om de onderhandelingen te beginnen. Al blijft het onduidelijk hoe Open Vld die tekst nog blauw kan inkleuren.

De reactie van academici en economen op de plannen toont aan hoe de situatie fundamenteel verschilt van het vorige paars-groene experiment in 1999. Toen was er een zekere euforie en zagen we slogans rond politieke vernieuwing, omdat de almachtige CVP naar de oppositiebanken werd verwezen. En met het primaire overschot van 6 procent van het bruto binnenlands product (bbp) dat de regering-Dehaene achterliet, was er wel geld om allerlei hogere uitkeringen te financieren.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content