VBO-voorzitter Bart De Smet: ‘Mensen worden als het ware uitgenodigd om niet te werken’
De loonkostenhandicap is terug van nooit helemaal weg geweest. De hoge inflatie zaagt via de automatische index aan de poten van de concurrentiekracht van de bedrijven, op een ogenblik dat de ondernemingen kampen met hoge energiefacturen en een structurele schaarste op de arbeidsmarkt. ‘We slagen er in dit land niet in verder te kijken dan onze neus lang is’, zegt VBO- voorzitter Bart De Smet.
Officieel is Bart De Smet met pensioen, maar je ziet niet vaak een wandelpet op het hoofd van de gewezen Trends Manager van het Jaar. Die pet moet de hele werkweek afwisselend baan ruimen voor de pet van voorzitter van de raad van bestuur van de verzekeraar Ageas, die vorig weekend de Belgische overheid als nieuwe aandeelhouder kreeg, voor de pet van bestuurder van een aantal ondernemingen en het Leuvense Heilig Hart-ziekenhuis, en voor de pet van voorzitter van het Verbond van Belgische Ondernemingen (VBO) en voorzitter van de Groep van Tien, die de belangrijkste sociale partners omvat. Tijdens het interview verandert Bart De Smet af en toe van pet, maar die van VBO-voorzitter ligt dezer dagen boven op de stapel, nu de stijgende loonkosten en de hoge energiefactuur de belangen van de ondernemingen bedreigen.
Als je heel sterk inzet op aardgas, worden we nog afhankelijker van landen waarop je weinig tot geen druk kunt zetten, zoals Rusland of Qatar
De hoge inflatie vertaalt zich via de automatische indexering in hogere loonkosten. In de periode 2022-2024 zullen de loonkosten met 9 procent stijgen, verwacht de Nationale Bank. Dringt een indexsprong zich op?
BART DE SMET. “Eind vorig jaar zijn de sociale partners er niet in geslaagd een loonakkoord te sluiten. De federale regering heeft toen beslist de wet van 1996 toe te passen, waarbij de lonen mochten stijgen met de index, plus een reële loonsverhoging van 0,4 procent. Toen werd die indexatie voor de komende twee jaar op 2,8 procent geschat, maar we gaan richting 5 à 6 procent. Er is ook de eenmalige corona-inspanning tussen 0 en 500 euro in de sectoren. Wij verwachten dat onze loonhandicap met de buurlanden opnieuw zal oplopen van 10 naar 14 à 15 procent. Dat komt omdat onze buurlanden de lonen niet automatisch indexeren. Dat wil niet zeggen dat de lonen de inflatie niet zouden volgen in de buurlanden, maar dat gebeurt wel pas één tot twee jaar later. In Duitsland bijvoorbeeld stijgen de lonen in de metaalsector de komende twee jaar met 2,5 procent. Voor een bedrijf als de verzekeraar AG kan de indexering van de lonen, samen met baremieke loonsverhogingen, de loonkosten de volgende twee jaar met 8 à 9 procent doen stijgen. Voor een land als België, dat voor 80 procent van de export leeft, is dat een behoorlijke handicap.”
Moeten er maatregelen worden genomen?
DE SMET. “Ik zet nu de pet op van voorzitter van de Groep van Tien. De vakbonden willen de wet van 1996 weg en verwijzen naar de ‘sjoemelsoftware’ die in die wet zou zitten. De werkgevers plaatsen daar het schrappen van de automatische indexatie tegenover. De twee kanten zullen niet toegeven op hun positie. We zitten in een impasse die ik niet meteen doorbroken zie worden. Het spijtige in dit verhaal is de focus op de reële loonsverhoging van 0,4 procent, terwijl de indexering, die eerder op basis van inschatting meegenomen wordt maar in de uitvoering variabel is, als een verworven recht wordt beschouwd, terwijl de sociale partners in andere landen op een volwassen manier onderhandelen over de aanpassing van de lonen.”
De overheid heeft de bedrijven enorm gesteund tijdens de coronacrisis. In ruil kunnen de bedrijven nu de energiefactuur oprapen en hogere lonen betalen. Volgt u die redenering?
DE SMET. “Als 80 procent van je economie leeft van de export, en als je moet concurreren met de buurlanden met loonkosten die 15 procent hoger zijn, dan maak je die handicap niet zomaar goed. De krapte op de arbeidsmarkt zet bovendien een bijkomende opwaartse druk op de lonen, boven op de index.”
De Nationale Bank merkt op dat de winstmarges de voorbije jaren gestegen zijn. Kan een deel van de hogere kosten worden opgevangen door wat toe te geven op de winstmarge?
DE SMET. “De hogere winstmarges zijn geen algemeen fenomeen en verwijzen naar het verleden. Ik zie geen uitbundige winstmarges in de sectoren waar ik als bestuurder actief ben en hoor via de teams van het VBO eenzelfde boodschap. Ik neem het logistieke bedrijf ECS als voorbeeld. De administratieve complexiteit die gepaard ging met de brexit is een extra last. Ook de kosten van de vrachtwagenchauffeurs stijgen. Je kunt die hogere kosten doorrekenen aan de klant, maar dat gebeurt altijd met vertraging. De stijging van de energiekosten zit bij mijn weten ook nog niet in die cijfers van de Nationale Bank.”
Door de politieke versnippering is het niet meer mogelijk met twee of drie partijen een regering te vormen. Je moet bijna de uitersten bij elkaar zetten om een meerderheid te hebben
De hogere energiefactuur komt via de indexatie grotendeels bij de bedrijven terecht. Welke maatregelen dringen zich op?
DE SMET. “De federaties en de leden van het VBO zijn bijzonder gevoelig voor het energiedossier. Vooral de beslissing om de kerncentrales te sluiten tegen 2025 zit hen hoog, nog voor de energieprijzen begonnen te stijgen. We willen dat er bevoorradingszekerheid is, dat dit tegen betaalbare prijzen kan en dat onze energie-afhankelijkheid van het buitenland niet te groot wordt. Die drie vragen worden onvoldoende beantwoord. Het is geen geheim dat het VBO daarom geen wilde aanhanger was van de beslissing om in 2025 ook de laatste twee kerncentrales te sluiten en die te vervangen door gascentrales. Als je heel sterk inzet op aardgas, worden we nog afhankelijker van landen waarop je weinig tot geen druk kunt zetten, zoals Rusland of Qatar. Je kunt rekenen op de solidariteit van de buurlanden, tenzij ook zij met tekorten kampen in periodes van schaarste. Een grotere afhankelijkheid van buitenlandse energie leidt tot hogere prijzen. Daar krijgen we nu een voorproefje van. Het regeerakkoord is vrij duidelijk. We sluiten de kerncentrales, tenzij een betaalbare energiebevoorrading in het gedrang kan komen. In dat geval activeren we plan B door twee kerncentrales draaiend te houden. Wij betreuren dat plan B niet gelijktijdig en op een objectieve manier is onderzocht. Als je als bedrijf voor zo’n uitdaging staat, dan werk je plan A en plan B op dezelfde manier uit, om uiteindelijk op een objectieve manier voor één van beide te kiezen. We zijn volop voor plan A gegaan, maar plan B is in de lade gestopt.”
Bent u voorstander van een btw-verlaging op elektriciteit?
DE SMET. “Door de stijgende prijzen zullen ook de btw-inkomsten stijgen. Je zou dus een deel van die meeropbrengst kunnen teruggeven. Je geeft dan wel ook een korting aan gezinnen die dat financieel niet nodig hebben. De stijging van de basiskosten zijn een marktgegeven, maar heel wat extra belastingen die op de energiefactuur staan, volgen die prijsstijging. Het lijkt me logisch dat je die hogere belastingen corrigeert.”
Wordt de klimaat- en energietransitie een dure operatie voor de bedrijven, of biedt ze net grote kansen?
DE SMET. “Het belangrijkste uitgangspunt is dat de klimaattransitie nodig is. Dat besef is er bij de bedrijven. Ook bij Ageas is ons denken de voorbije vijf jaar enorm geëvolueerd. Er is geen weg terug. En als je een overgangsperiode inbouwt, is de klimaattransitie best behapbaar.”
Zet u even het petje op van bestuurder van het Leuvense Heilig Hart ziekenhuis? Is het raadzaam de buffercapaciteit op intensieve zorg te verhogen, zodat er minder snel beperkende maatregelen nodig zijn bij een coronabesmettingsgolf?
DE SMET. “Een van de artsen die voor AG werkt, is ook een militaire arts. Hij wil met een aantal collega’s een nieuwe rol geven aan het militair ziekenhuis in Neder-Over-Heembeek. Dat ziekenhuis wordt onderbenut. Het voorstel is er een crisisziekenhuis van te maken, dat in tijden van nood, tijdens een besmettingsgolf of een ramp, extra capaciteit biedt. In deze covid-tijden hadden enkele honderden extra bedden in dit ziekenhuis heel wat soelaas kunnen brengen. Je kunt dat project ook via een publiek-private samenwerking financieren. Je kunt het ziekenhuis ook op de internationale markt zetten als crisisziekenhuis bij grote calamiteiten in de omringende landen.”
En een uitbreiding van de capaciteit van de reguliere zorg?
DE SMET. “Ondanks alle kritiek op de aanpak van de coronacrisis zijn we nooit afgegleden naar een situatie waarin de mensen in de gangen van het ziekenhuis lagen. De maximumgrens van 2.000 bedden op intensieve zorg hebben we nooit bereikt, maar we weten ook dat dit ten koste ging van andere zorg die werd uitgesteld. Die 2.000 bedden zijn een vrij grote capaciteit als we dat vergelijken met andere landen. Een misschien groter aandachtspunt is dat je botst op de schaarste op de arbeidsmarkt als je extra zorgpersoneel wilt vinden.”
Ook de ondernemingen kampen met grote moeilijkheden om vacatures in te vullen. Hoe kan de schaarste op de arbeidsmarkt worden aangepakt?
DE SMET. “Van de bevolking op arbeidsleeftijd is slechts 70 procent aan de slag. Voor de mensen die permanent arbeidsongeschikt zijn, moet een welvaartsstaat als de onze zorgen. Maar je hebt ook heel wat mensen die in staat zijn te werken, maar niet actief zijn op de arbeidsmarkt. Dat gaat zowel over mensen die bewust niet werken om bijvoorbeeld voor het gezin te zorgen, als over een groeiend aantal langdurig zieken, waarbij je moet opletten dat die grote groep geen structureel probleem wordt. Het is een gezamenlijke verplichting van alle actoren op de arbeidsmarkt om die groep te activeren. Ook van de bedrijven, die de lat bij aanwerving soms te hoog leggen. We moeten niet altijd, om een van mijn vorige CEO’s te citeren, ‘het schaap met vijf poten’ proberen te vinden.
In plaats van de boel continu wat bij te spijkeren, zouden we beter een blauwdruk maken van waar we over vijf of tien jaar willen staan
“Bij de loononderhandelingen zijn er veel inspanningen gebeurd aan de onderkant van de arbeidsmarkt, zoals de hogere sociale uitgaven via de welvaartsenveloppe. Maar daardoor wordt de inkomenskloof tussen mensen met een uitkering en mensen die werken kleiner en kleiner. Mensen worden als het ware uitgenodigd om niet te werken, en in sommige gevallen om het vervangingsinkomen aan te vullen met een inkomen uit het niet-officiële circuit. De oplossing om de sociale zekerheid in stand te houden is een stijging van de werkgelegenheidsgraad naar 80 procent. Maar die visie botst met het eerder extreemlinkse kamp, dat zich afvraagt waarom 80 procent van de beroepsbevolking zou moeten werken. Als slechts 65 procent aan de slag is, kan de rest toch betaald worden door de overheid? Dan vraag ik wie de staat gaat financieren. De bedrijven, zeggen ze dan. Tja, dan kom je in een andere vicieuze cirkel, waarbij bedrijven wegtrekken en er nog minder tewerkstellingskansen zijn.
“We slagen er niet meer in om veel verder te kijken dan onze neus lang is, ook door de complexe politieke situatie. In plaats van de boel continu wat bij te spijkeren, zouden we beter een blauwdruk maken van waar we over vijf of tien jaar willen staan, en welk traject we daarvoor moeten volgen.”
Is zo’n oefening nog mogelijk in de Groep van Tien of de federale regering?
DE SMET. “Door de politieke versnippering is het niet meer mogelijk met twee of drie partijen een regering te vormen. Je moet bijna de uitersten bij elkaar zetten om een meerderheid te hebben. Dan is het logisch dat structurele maatregelen moeilijk liggen, omdat je een compromis nodig hebt dat elke partij aan haar achterban kan uitleggen. Ik ben een democraat die vaststelt dat het moeilijker en moeilijker wordt. En met de verkiezingen van 2024 in het vooruitzicht, zie ik niet in hoe het gemakkelijker zou worden.”
En zijn er in de Groep van Tien nog grote sociale akkoorden mogelijk? De voorbije jaren keerden dossiers regelmatig onopgelost terug naar de regering.
DE SMET. “Er zijn enkele goede akkoorden gesloten in het begin van de coronacrisis over de aanpak van de crisis. De loononderhandelingen daarentegen zijn niet gelukt, maar er is in de marge wel een akkoord gevonden over de minimumlonen, over een fiscaal en parafiscaal status quo in de tweede pensioenpijler, over overuren, en over het niet verlagen van de leeftijd voor systemen van brugpensioen. Maar je ziet, er is steeds een evenwicht nodig, met een trofee voor iedereen.”
Is er in het nachtwerkdossier vooruitgang mogelijk, kwestie van e-commerce in België meer kansen te geven?
DE SMET. “Voor de vakbonden begint de nacht om 20 uur, en daar zijn ze heel duidelijk over. Ze hebben fundamentele bezwaren tegen de flexibele modellen die we rondom België zien, met als resultaat dat heel wat e-commerceactiviteiten zich over de grens ontplooien. Nu zet ik mijn pet op als ondernemer. Ik betreur dat we op die manier veel werkgelegenheid en inkomsten missen. Met een beetje souplesse in eigen land kun je een aantal van die jobs hier houden of naar hier halen, met respect voor bijvoorbeeld een minimuminkomen. Door e-commerce op die manier te blokkeren in ons land, wetende dat heel wat Belgen er meer en meer gebruik van maken, houd je over de grenzen werkomstandigheden in stand die bij ons niet mogelijk zouden zijn.”
Bio
· Geboren in 1957 in Leuven
· Diploma’s in wiskunde, actuariële wetenschappen en bedrijfskunde aan de KU Leuven
· 1982: begint zijn carrière bij Argenta
· 1985: executive vice president levensverzekeringen bij Nationale Suisse
· 1994: wordt lid van het uitvoerend comité van De Vaderlandsche (ING Insurance België)
· 1998: treedt bij Fortis in dienst als directielid van Fortis AG en verantwoordelijk voor Fortis Employee Benefits
· 2007: CEO van Fortis Insurance Belgium (AG Insurance)
· Juni 2009: CEO van de Fortis Holding, die een jaar later omgedoopt wordt tot Ageas
· Oktober 2020: stopt als CEO van Ageas om voorzitter van de raad van bestuur te worden
· 2020: wordt voorzitter van het Verbond van Belgische Ondernemingen (VBO)
‘Mijn agenda blijft druk’
“Sinds ik gestopt ben als CEO, ben ik niet meer bezig van 6 uur ‘s morgens tot 23 uur ‘s avonds. Maar mijn agenda blijft druk: het is nu eerder werken van 8 uur tot 19 uur”, zegt Bart De Smet.
Nogal wat tijd kruipt in zijn bestuursmandaat bij Euroclear (settlement van financiële transacties), waar hij zetelt namens een Belgisch consortium waar de FPIM, AG Insurance en andere verzekeraars deel van uitmaken. De Smet zetelt er pas in sinds vorig jaar. “De raad van bestuur van Euroclear werd grondig vernieuwd, er is ook een nieuwe voorzitter. Bovendien is het een complex financieel bedrijf dat heel sterk door technologie gedreven wordt en sterk gereguleerd is. Het vergt tijd om de onderneming en de mensen goed te leren kennen.”
De Smet is ook nog bestuurder bij de holding De Eik van de familie Van Waeyenberge, bij het containertransportbedrijf ECS in Zeebrugge (intermodaal transport en supplychain), en bij A&M Invest, een bedrijf dat zo’n vijftig garages uitbaat in Limburg en Antwerpen. In zijn thuisbasis Leuven is hij betrokken bij Het Depot, de KU Leuven, de lokale volleybalclub en het regionaal ziekenhuis Heilig Hart, waar hij lid van de raad van bestuur is.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier