Duitsland heeft minder laadpalen nodig dan verwacht: hoe vlot de uitrol van het laadnetwerk in ons land?

Laadpunt in het Britse Londen -- Foto door Peter Dazeley/Getty Images

De grootste economie van Europa laat geruisloos haar doel vallen om tegen 2030 over een miljoen oplaadpunten voor elektrische auto’s te beschikken in het straatbeeld. Dat berichtte de financiële nieuwssite Bloomberg vorige week. Onze oosterburen blijken de batterij van hun wagen liever thuis dan aan een openbare of semi-openbare laadpaal (op terreinen als de parkings van winkels, supermarkten en fitnesscentra) te vullen. Is het mogelijk dat we daardoor, in een natie van huisje-boompje-tuintje-adepten, ook in België voorlopen op schema?

Duitsland heeft ongeveer 85.000 openbare oplaadpunten en bijna een vijfde daarvan geldt als snellaadstation. Maar de elektrischewagenchauffeurs in de economische locomotief van Europa kiezen voor thuisladers, met ongeveer tien privé-installaties voor elk openbaar aansluitpunt. “Die ommezwaai had de overheid niet verwacht”, schrijft Bloomberg. Is in België een dergelijke evolutie merkbaar? We vroegen het aan autojournalist Tony Verhelle, die eerder sceptische geluiden liet horen over de Vlaamse doelstellingen. 

Eind 2022 telde België 22.340 publieke laadpunten. Dat betrof een stijging met bijna 90 procent in één jaar. Het gaat dus vooruit. Volgens ramingen zijn er tegen 2030 echter 150.000 laadpalen nodig in ons land. Halen we die doelstelling? 

TONY VERHELLE. “Ik ben al iets minder sceptisch over de laadpaalambities dan ik vroeger was. Er is inderdaad een serieuze acceleratie geweest in België, al lopen we nog steeds flink achter op een land als Nederland. Onze noorderburen beschikken al over 120.000 publieke laadpalen (4.200 ervan publieke snelladers, nvdr).”

‘Het elektrisch wagenpark neemt toe, maar iets minder dan men oorspronkelijk gedacht had. Particulieren blijven heel koele minaars van elektrische wagens’

Tony Verhelle, autojournalist

Misschien zal het gewoon niet nodig zijn die doelstelling te halen, zoals in Duitsland?

VERHELLE. “Er zijn inderdaad alternatieven voor publieke laadpalen. Belangrijk is dat heel veel Belgen eigenaar zijn van hun woning. In dat geval is er de vrijheid en de neiging om zelf een laadpaal te zetten, omdat die investering jou ten goede komt. 

“In elk plan gaat men uit van 70-20-10. 70 procent van de laadbeurten moet thuis gebeuren, 20 procent op het werk, en voor de 10 procent onderweg – voor reizen en andere lange afstanden – wordt een beroep gedaan op publieke laadpalen. In plaats van het neerpoten van heel veel trage laadpalen, mikt men dus vooral op het opladen van je wagen thuis of op het werk. Voor het tussendoor opladen, zullen meer en meer snellaadstations worden uitgerold. Daarvoor kijkt de Vlaamse overheid in de richting van het Antwerpse bedrijf Sparki. Zijn fast chargers zijn een positieve ontwikkeling.”

Kijk hier naar de Kanaal Z-reportage over de laadstations van Sparki:

Maar: de elektrische bedrijfswagens komen eraan

VERHELLE. “Ook daarvoor is de behoefte aan publieke laadpalen iets minder groot. De chauffeurs kunnen hun bedrijfswagen namelijk meestal op het werk opladen.”

Toch denkt Sander Herreijgers, de CEO van het laadpalenbedrijf Pluginvest, dat de overheid door de komst van de elektrische bedrijfswagens nog wat werk voor de boeg heeft. “Niet alleen op openbare parkings of in het straatbeeld dient nog voldoende laadinfrastructuur te worden uitgerold”, stelde hij in een eerder gesprek met Trends. “Maar ook op semi-publieke terreinen, zoals parkings van winkels, supermarkten en fitnesscentra. Dat zijn plekken waar mensen één of meerdere malen per week parkeren. Daar zit het laaghangend fruit, want tweemaal per week opladen volstaat voor de meeste mensen die met een elektrische wagen rijden.”

Voor meer vragen rond elektrificatie van bedrijfswagen, lees dit stuk:

Autojournalist Verhelle kijkt naar het bredere plaatje: “Het elektrisch wagenpark neemt toe, maar iets minder dan men oorspronkelijk gedacht had. Particulieren blijven heel koele minaars van elektrische wagens.”

En misschien is een heel snelle uitrol van het laadnetwerk ook niet aangewezen. In Nederland treedt inmiddels vaker en vaker overbelasting van het net op.

VERHELLE. “Het uitrollen van de laadpaalinfrastructuur hangt heel erg samen met het aanpassen van de hele netwerkinfrastructuur. De implementatie van een ‘smart grid’ (een elektriciteitssysteem dat de vraag naar stroom beïnvloedt aan de hand van het op het ogenblik voorradige aanbod, nvdr) zal daarom essentieel zijn.”

Zijn er nog ontwikkelingen merkbaar? 

VERHELLE. “In België zijn de meeste mensen inderdaad van huisje-tuintje-boompje; zij bezitten dus vaak een eigen garage, oprit of parkeerplek voor de deur en kunnen daardoor makkelijker opladen thuis. Maar in de steden is dat gegeven problematischer. We zien dus meer en meer een verschuiving: er komen meer laadpalen in stedelijke centra dan in niet-stedelijk gebied.”

Ons land telde eind vorig jaar 22.340 publieke laadpunten, maar die zijn niet evenredig verspreid over de regio’s. Vlaanderen is kampioen met 17.653 publieke laadpunten, tegenover 2.710 in Wallonië en 1.977 in Brussel (status einde derde kwartaal 2022).

Vlaams mobiliteitsminister Lydia Peeters (Open Vld) wil dat er in Vlaanderen tegen 2025 35.000 laadequivalenten staan of omgerekend één publiek laadpunt per tien elektrische wagens.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content