Stikstofakkoord kan tot 20.000 banen kosten
De Vlaamse regering bereikte dan toch een stikstofakkoord. Toch blijft de landbouwsector sceptisch. De vrees bestaat dat er 20.000 banen verloren gaan.
De Vlaamse regering drukte vorige vrijdag op de groene knop voor 3,65 miljard euro overheidsgeld voor de omvorming van de landbouw tot 2030. 2,35 miljard euro daarvan moet weliswaar gezocht worden door de volgende regeringen, na de verkiezingen van 2024. Landbouwers krijgen onder meer uitkoopvergoedingen voor dieren, gronden en gebouwen, of omschakelingssubsidies voor milieuvriendelijkere en emissiearmere technieken. Die overheidssteun lijkt massaal veel geld. Maar wat zijn de gevolgen van het stikstofakkoord voor de werkgelegenheid in de sector, en voor de toeleveranciers, en voor onze voedselvoorziening?
1. Werkgelegenheid: drie keer Volvo Gent
Volgens het kabinet van de Vlaamse minister van Landbouw Jo Brouns (cd&v) komen circa 900 varkenshouders in aanmerking voor een financiële compensatie. Dat heeft potentieel een sterke impact, op een totaal van circa 3.000 varkenshouders in Vlaanderen. In 2021 bedroeg de omzet uit de productie van 1,1 miljoen ton varkensvlees 1,3 miljard euro. En 2021 was dan nog het slechtste jaar voor de prijs van varkensvlees sinds 2010. Driekwart wordt geëxporteerd.
Dat sommige landbouwbedrijven zouden verdwijnen, heeft ook gevolgen voor de werkgelegenheid. De landbouworganisatie Boerenbond begroot het rechtstreekse banenverlies op 5.000. Om dat in perspectief te plaatsen: met circa 7.000 werknemers is de personenwagenfabriek van Volvo in Gent de grootste industriële werkgever van Vlaanderen. Volgens Statistiek Vlaanderen werkten 45.938 personen op regelmatige basis op land- en tuinbouwbedrijven in 2020.
Bovenop die 5.000 bedreigde banen in de landbouwbedrijven zelf, zouden nog eens 15.000 jobs sneuvelen in de rest van de agro-industrie. Samen dus 20.000 banen, bijna drie Volvo Gent-fabrieken.
‘Een verlies van 20.000 banen? Dat is het meest pessimistische scenario’
Liesbet Vranken, KU Leuven
“Dat aantal banen is een optelling op basis van de huidige situatie”, nuanceert Liesbet Vranken, landbouweconoom aan de KU Leuven. “Een verlies van 20.000 banen is het meest pessimistische scenario. Uiteraard heeft het akkoord een enorme impact op de mensen die erdoor getroffen worden. Die impact mag je dus geenszins minimaliseren. Maar verdwijnen die mensen effectief uit de landbouw, of kunnen ze elders worden ingeschakeld? Het kan zijn dat boeren omschakelen naar een ander type landbouw. Het kan ook zijn dat het productieapparaat anders gebruikt wordt: vleesproducenten gaan bijvoorbeeld vegetarisch voedsel maken. Maar het klopt dat er een grote verandering op komst is in de sector.”
2. Toeleveranciers: nul nieuwe stallen
Ook de toeleveranciers van de landbouw merken vandaag al negatieve gevolgen. De stallenbouwers bijvoorbeeld slaan een alarmkreet. Johan Colpaert is de voorzitter van de sectorvereniging Fedagrim, en gedelegeerd bestuurder van de industriebouwer Altez uit Tielt. “De toestand is dramatisch”, zucht hij. “Drie jaar geleden haalde Altez nog 70 procent van zijn omzet uit stallenbouw. Vandaag is dat 12 tot 13 procent. En dat zijn dan opslagruimtes voor aardappelen, graan, uien. De rest is vooral renovatie en herinrichting, bijvoorbeeld om melkrobots te kunnen installeren. We hebben nog geen enkele order voor een nieuwe stal in 2023. Na de polemiek van de voorbije weken vallen zelfs alle besprekingen over renovaties stil. Iedereen kijkt met bange ogen naar het politieke spel dat boven de hoofden van de sector gespeeld wordt.”
3. Afnemers: melk invoeren
Vlaanderen dreigt ook minder onafhankelijk te worden voor zijn voedselvoorziening. Renaat Debergh, gedelegeerd bestuurder van de Belgische vereniging van zuivelproducenten, spreekt over een “sociaaleconomisch bloedbad. Onze berekening is gebaseerd op cijfers van 2020, en is een scenario voor de volgende acht jaar. In 2020 bedroeg de omzet uit zuivel in Vlaanderen 3,185 miljard euro, de sector telde 5.500 werknemers. De export was goed voor 2,3 miljard euro omzet. Na het stikstofakkoord zal onze zuivelindustrie 15 tot 20 procent minder kunnen produceren, of 450 tot 600 miljoen liter. Dat staat gelijk aan de melkaanvoer van vijf zuivelondernemingen: Inex, Danone, Olympia, Mik/Pur Natur, Biomelk. Het betekent een omzetdaling met 600 tot 800 miljoen euro. 725 tot 1.100 jobs zouden verdwijnen in de zuivelverwerking. Bovendien zou België dan niet meer voldoende melk produceren voor de eigen consumptie. We zouden dus een netto-importeur worden van melk”. In 2020 boekte de zuivelindustrie een positief handelssaldo van 300 miljoen euro. “En wat met investeringen in de zuivelsector? We zitten in een krimpscenario”.
Waarom is stikstof een probleem?
Te veel stikstof tast de biodiversiteit aan en verzuurt de bodem en het water. Het stikstofakkoord is een onrechtstreeks gevolg van maatregelen van de Europese Commissie, al legt die geen normen op. Dat doet Vlaanderen wel. Een Vlaams landbouwbedrijf mag een natuurgebied belasten met 1,5 gram stikstof per hectare per jaar. Dat is minder streng dan in Nederland, maar strenger dan in Duitsland, met 300 gram stikstof per hectare per jaar.
De landbouw is goed voor 49 procent van de stikstofuitstoot in Vlaanderen. Intensieve veeteelt is de grootste uitstoter, vooral van de stikstofverbinding ammoniak. De landbouw stoot circa 34.100 ton ammoniak per jaar uit, dat is 95 procent van alle ammoniakuitstoot in Vlaanderen. Tegen 2030 moet daar 17.255 ton af. Bijna 18.000 Vlaamse land- en tuinbouwbedrijven – van de 23.218 in 2021 – moeten daarom de volgende jaren hun stikstofuitstoot verminderen.
Lees ook:
Lees ook de opinie van Wolfgang Riepl:
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier