Nederland heeft volgens onderzoek beste pensioenstelsel ter wereld: is dat zo? En wat is het verschil met België?

Amsterdam | Foto: Getty Images

Volgens de jaarlijkse ranking van het onderzoeksinstituut Mercer beschikt Nederland over ‘s werelds beste pensioenstelsel. België bezet de vijftiende plaats. Dat vraagt om uitleg van  pensioendeskundigen Philip Neyt en Yves Stevens (KU Leuven).

UPDATE: Dit artikel werd geschreven na de ranking van 2023. Op de nieuwe ranking van Mercer, voor 2024, is de top drie van landen met het beste pensioenstelsel onveranderd en staat België op een vijftiende plaats. Daarom delen we dit artikel opnieuw.

IJsland, in 2022 nog de primus, eindigt op de tweede plaats en Denemarken op de derde. Ons land krijgt dan weer een B-classificatie in de Mercer CFA Institute Global Pension Index, die pensioenstelsels quoteert op basis van hun duurzaamheid, adequaatheid en integriteit.

Bron: Mercer CFA Institute Global Pension Index
Opmerking: De index rangschikt elk land in een A-E-classificatiesysteem. (A is het beste)

Vanwaar die middelmatige score voor ons land, en die hoge score voor het pensioenstelsel van Nederland?

PHILIP NEYT. “België komt ongeveer uit op een kleine 70 procent. We scoren heel goed op adequaatheid, en op transparantie, governance, enzovoort. We scoren niet goed op duurzaamheid. Dat heeft te maken met de vraag: is het systeem houdbaar? Men kijkt dan typisch naar de staatsschuld en de begrotingstekorten. We weten allemaal dat we daar niet goed scoren. Voor de eerste pensioenpijler, het wettelijk pensioen, kijkt men ook naar hoeveel activa we hebben. Die hebben we eigenlijk nauwelijks. En je weet: dat is een impliciete staatsschuld. Want mochten we alle reserves berekenen in de eerste pijler die we vandaag zouden opgebouwd moeten hebben, dan zou je komen aan een bedrag dat veel groter is dan de staatsschuld.

“In essentie is de vraag: creëren we voldoende reële welvaart om alle pensioenen te kunnen blijven betalen de komende generaties? Dit zal vooral afhangen van de groei van de beroepsbevolking, de tewerkstellingsgraad en het productiviteitsniveau. Iedereen weet dat we hier meer dan een tandje moeten bijsteken en in Nederland is dit meer onder controle dan bij ons.”

YVES STEVENS. “Ik krijg vaak de vraag: ‘Wat is het beste pensioensysteem ter wereld?’ Ik vind dat een vraag die vergelijkbaar is met ‘Wat is volgens u ‘s werelds mooiste persoon?’

“We moeten heel goed beseffen dat wat Mercer doet, niet neutraal is. Naar welke criteria kijk je? De Mercer Global Index is gebaseerd op een aantal aannames waar je voor of tegen kunt zijn. Maar dat neemt niet weg dat er een aantal aannames in zitten die ervoor zorgen dat enkele landen altijd achteraan zullen bengelen.”

Geef eens een voorbeeld van die aannames in het quoteringsysteem van Mercer?

STEVENS. “Een van de aannames is dat een pensioen dient ter bestrijding van armoede. Dat is redelijk correct. Een andere aanname is dat een pensioen eigenlijk moet zorgen voor een bepaalde inkomensvervangingsratio (de verhouding tussen de pensioenuitkering en het laatst verdiende loon, nvdr). Ook dat is relatief aannemelijk, dat kunnen we als Belgen voor een stuk volgen.

“Maar er zijn nog andere belangrijke aannames, die niet in het systeem zitten. Zo worden de Belgische hypothecaire leningen niet meegerekend. In Nederland heb je heel veel mensen die op late leeftijd nog moeten huren. De Nederlandse huurmarkt is veel groter dan de Belgische. Dat maakt ook dat het beschikbaar inkomen na pensionering anders ligt in Nederland dan in België. Waarom? Omdat België ervoor gekozen heeft hypothecaire rentes fiscaal zodanig goedgunstig te maken dat heel veel Belgen een woning hebben gekocht. Ze zeggen soms dat een Belg geboren is met een baksteen in zijn maag. Een Belg is geboren in een land waar de hypothecaire leningen werden aangezwengeld om armoede bij pensionering tegen te gaan. En dus, België scoort heel goed op het vlak van eigendomsbezit op oudere leeftijd. Maar die parameter heeft Mercer niet meegenomen.”

NEYT. “Meer dan 70 procent van de Belgen is eigenaar van zijn eigen woning. In Nederland is dat nog niet de helft.”

STEVENS. “Nog een voorbeeld: onze tweede pijler (de aanvullende pensioenen, die mensen opbouwen in het kader van hun loopbaan als werknemer of zelfstandige, nvdr) zit in kapitalen. Dat is geen maandelijkse rente, zoals in Nederland. Het gevolg is dat Mercer onze aanvullende pensioenen niet volledig meerekent in het systeem. Niet moeilijk dat je dan naar beneden zakt. Zo gaat een aantal landen altijd in de top vier of vijf staan.

“Is Nederland beter dan België? Dat hangt er gewoon van af hoe je dat cultuurideologisch en historisch bekijkt. We leven in twee totaal verschillende welvaartsstaten. En je moet het geheel bekijken.”

‘Ik krijg vaak de vraag: ‘Wat is het beste pensioensysteem ter wereld?’ Ik vind dat een vraag die vergelijkbaar is met ‘Wat is volgens u ‘s werelds mooiste persoon?’’

Yves Stevens (KU Leuven)

Het Nederlandse pensioenstelsel bestaat uit drie pijlers: AOW (Algemene Ouderdomswet), aanvullende pensioenopbouw via de werkgever en aanvullende, individuele pensioenverzekeringen. Bij het Belgische systeem wordt daar dus ook vastgoed bij geschaard. Hoe groot zijn voor de rest de verschillen tussen Nederland en België?

STEVENS. “In Nederland is de eerste pijler de AOW, een basispensioen op basis van ingezetenschap. Iedereen in Nederland die vijftig jaar in het land heeft gewoond en/of gewerkt – dus ook een huisvrouw, een ambtenaar, een zelfstandige – ontvangt hetzelfde maximale basispensioen.”

NEYT. “Dat wil zeggen dat er ook geen verschil is tussen man en vrouw. De eerste pijler heeft geen genderkloof; iedereen gelijk. Dat is al een gigantisch verschil. Want bij ons blijft het verschil tussen man en vrouw groot, en zijn er ook de enorme verschillen, toch historisch, tussen zelfstandigen, ambtenaren en werknemers.”

STEVENS. “Dat Nederlandse basispensioen zet heel sterk op armoedebestrijding in. Maar dat wordt gefinancierd uit de algemene middelen. Het is geen klassieke sociale verzekering. Als je een land hebt zoals Frankrijk, dat heel sterk in sociale statuten gelooft maar niet in ingezetenschap, dan botst dat historisch en cultureel heel erg met Nederland. Als je in Frankrijk de pensioenleeftijd optrekt, dan zeggen de Fransen: dat beleid botst met ons verzekerd rustpensioen. Vanaf een bepaalde leeftijd heb je er ‘recht op rust’. Terwijl de Nederlanders redeneren dat als het niet meer betaalbaar is, de pensioenleeftijd moet worden opgetrokken. Daar speelt eigenlijk een socio-culturele kwestie.”

NEYT. “Ook in de tweede pijler, het aanvullend pensioen, zijn er gigantische verschillen. Dat is in Nederland collectief georganiseerd, maar de werkgever heeft geen resultaatsverbintenis. De werkgever past dus niet bij. Dat wil zeggen dat je pensioen in de tweede pijler zowel kan stijgen als dalen. Men kan daar uw rechten verminderen; de reserves liggen collectief bij de deelnemers. Terwijl het in België gaat over een pensioenovereenkomst met de werkgever. Finaal staat hij garant: de rendementsgarantie wordt gegarandeerd door de werkgever. In Nederland bestaat dat niet.”

STEVENS. “De fiscaliteit tussen de tweede en de derde pijler is in Nederland gelijkgetrokken sinds dit jaar. In België is dat nog altijd apart en dat maakt dus ook dat je in België, doordat je uitkeringen in kapitaal en rendementsgarantie hebt, een totaal ander effect hebt dan in Nederland.

“Een heel belangrijk voorbeeld: in België hebben wij onze tweede pijler voor een groot stuk belegd in staatsobligaties. Betaald dus door ons, de belastingbetaler. Dus als je in de tweede pijler in België een groot stuk in staatsobligaties steekt, beleggingsmatig, is dat een verkapte repartitie. De risicodeling in de Mercer Index ligt totaal anders in Nederland dan in België, omdat er in België sterker geïnvesteerd wordt in staatsobligaties dan in Nederland.”

‘We scoren heel goed op adequaatheid, en op transparantie, governance, enzovoort. We scoren niet goed op duurzaamheid’

Philip Neyt

NEYT. “Wat ook het enorme verschil in de Mercer Index verklaart en waarom de Nederlanders ook scoren, is omdat die tweede pijler een veel grotere dekkingsgraad heeft. Het is verplicht. 95 procent van de Nederlanders in loondienst heeft een aanvullend pensioen via een pensioenfonds.”

STEVENS. “En toch was in 2022 slechts 82 procent van de Nederlanders nog gedekt door de verplichte stelsels. Door de felle stijging van het aantal ZZP’ers (zelfstandigen zonder personeel, nvdr) kalft de gehele dekking wel af.”

NEYT. “Klopt. De ZZP’ers moeten een beroep doen op de derde pijler.

“Als je kijkt naar de cijfers van Sigedis (de dienstverlener die mypension.be beheert, nvdr), dan kun je zeggen: 4,1 miljoen mensen gedekt in België – dat is toch ook mooi? Maar we moeten daar intellectueel eerlijk in zijn. De mediaanreserves die die 4,1 miljoen mensen opgebouwd hebben in het aanvullend pensioen betrof op 1 januari 2022 3.500 euro. Stel: na de loopbaan leef je gemiddeld nog twintig jaar, dat zijn 240 maanden. Stel dat de intrest gelijk is aan de inflatie, dan is dat maar 15 euro rente maandelijks. Daarmee ga je niet veel kosten dekken. Dus wat dat aanvullend pensioen voor de meeste Belgen betreft: 80 procent heeft minder dan 100 euro rente per maand.”

Reactie van Mercer, namens Dirk Kemkers, Senior Pensioen Consultant:

Kijken we naar waarom België zo laag scoort op de categorie “duurzaamheid” (plaats 39) versus Nederland (plaats 4) dan valt het verschil goed te onderbouwen:

– Zeer laag niveau van opgebouwd pensioenvermogen: zoals ook wordt aangehaald door Philip Neyt worden de Belgische eerste-pijler-pensioenen bijvoorbeeld quasi niet voorgefinancierd, terwijl in Nederland de eerste-pijler-pensioenen voor een belangrijk deel gefinancierd worden door een aantal van de grootste pensioenfondsen ter wereld.

– Geen verplichte minimum pensioenbijdragen voor alle werkenden in België, dus ook een duidelijk lagere participatiegraad wat betreft deelname aan aanvullende pensioenregelingen.

– Zeer lage participatiegraad in de arbeidsmarkt van de groep 55-64 jarigen en 65+ in België.

De geïnterviewden

Philip Neyt is oud-voorzitter van de Belgische federatie van pensioenfondsen PensioPlus.

Yves Stevens is professor sociaal recht aan de KU Leuven, gespecialiseerd in het pensioenrecht.

Lees ook:

Partner Content