Het land van ‘moet alles op factuur?’: zwartwerk in België, de cijfers

Jef Poortmans redacteur bij Trends
Wolfgang Riepl redacteur bij Trends

Van de Belgen wordt gezegd dat ze Olympisch kampioen zwartwerken zijn. In Europees perspectief zijn we er in ieder geval bovengemiddeld in bedreven. De overheid probeert het fenomeen terug te dringen, en boekt stilaan resultaten.

Een kennis die zonnepanelen op zijn dak legt. Een collega die aan het bouwen is. Een andere collega die zijn terras laat overkappen. Een familielid dat zijn tuin opnieuw laat aanleggen. Stuk voor stuk kregen ze van de bedrijven die de werken uitvoerden de vraag: “Moet alles op factuur?”

Zwartwerk is arbeid die niet aangegeven wordt, en waarop bijgevolg geen sociale bijdragen, belastingen, btw of andere heffingen betaald worden. Het is goedkoper voor de aanbieder en voor de klant, maar de schatkist en de sociale zekerheid zijn de dupe. Net als de ondernemers die wél volgens het boekje werken.

Zwartwerk in België: de cijfers

De zwarte economie is in België goed voor zo’n 15,4 procent van het bruto binnenlands product (bbp), leren verschillende internationale onderzoeken. 77 miljard euro van de welvaart in ons land wordt dus in het zwart gecreëerd. Daarmee staan we in de Europese top vijf en hoger dan onze buurlanden Duitsland (10%), Frankrijk (12%) en Nederland (7,5%).

77 miljard euro – of 15,4 procent van het bbp – komt in België uit zwartwerk, blijkt uit meerdere onderzoeken.

Het gewicht van de zwarte economie daalt weliswaar al twintig jaar. In 2003 was nog 21,3 procent van ons bbp zwarte economie, berekende de Oostenrijkse professor Friedrich Schneider.

Horeca en bouw

Twee sectoren worden steevast het meest genoemd als het over zwartwerk gaat: de horeca en de bouw. Het Instituut voor de Nationale Rekeningen begrootte de omzet in het zwart van de Belgische horeca vóór de invoering van de witte kassa op een extra 15 procent. Het INR kwam tot dat cijfer op basis van de reëel aangegeven horeca-omzet, en consumentenonderzoek over de uitgaven in de horeca.

Ook de controles door de Sociale Inlichtingen- en Opsporingsdienst (SIOD) spreken boekdelen. De horeca is na de bouw de meest gecontroleerde sector. Het aantal inbreuken blijft al jaren zeer hoog, en bereikte in het eerste kwartaal van 2023 zelfs een hoogtepunt: bij 57 procent van de controles werd zwartwerk vastgesteld. Het gaat dan vooral om mensen die niet officieel als werknemer zijn ingeschreven, of mensen die officieel een werkloosheidsuitkering krijgen. De SIOD benadrukt weliswaar dat de pakkans is gestegen omdat de controles vandaag veel gerichter gebeuren, onder meer door artificiële intelligentie te gebruiken om gegevens te verzamelen.

De Eurobarometer van 2019 – de meest recente – geeft dan weer een indicatie over de omvang van het zwartwerk in de bouw. Op de vraag of ze in het vorige jaar goederen of diensten in het zwart hadden betaald, antwoordde 16 procent van de Belgen ‘ja’. Het Europese gemiddelde was 10 procent. De bouw- en renovatiesector sprong eruit met 34 procent van de Belgen die zegt voor die diensten al in het zwart betaald te hebben, tegenover 30 procent gemiddeld in Europa.

41 procent van de Belgen zegt iemand te kennen die in het zwart werkt, tegenover 33 procent gemiddeld in de rest van Europa.

Op de vraag of ze iemand kennen die in het zwart werkt, antwoordde 41 procent van de Belgen ‘ja’, tegenover 33 procent gemiddeld in de rest van Europa. Op de vraag of ze zelf in het zwart gewerkt hebben, antwoordde slechts 6 procent bevestigend, tegenover 3 procent in de rest van Europa.

De Belg is ook veel verdraagzamer tegenover zwartwerk dan de andere Europeanen. Op de vraag of ze het aanvaardbaar vinden dat bedrijven en privépersonen in het zwart werken en betaald worden, antwoordden aanzienlijk meer Belgen dat ze daar geen of weinig problemen in zien.

Lees alles over ons dossier Zwartwerk in België

Lees meer over:

Partner Content