Geopolitiek neemt het over van de economie
De behoefte aan veiligheid en autonomie dwingt landen hun internationale posities te herzien, soms ten koste van de economie of hun bedrijven.
1. Worden de Brics-landen een economisch blok?
De Brics zijn de belangrijkste opkomende economieën: Brazilië, Rusland, India, China en Zuid-Afrika. Misschien komen daar nog landen bij. “Die economieën zijn te divers om een homogeen blok te vormen”, stelt Raphaël Cecchi, risicoanalist bij Credendo. “Er zullen overeenkomsten komen over investeringen, waardeketens, kritieke materialen of het gebruik van alternatieven voor de dollar, maar het is onwaarschijnlijk dat dat zich verder zal ontwikkelen. Het relatieve gewicht van de Chinese economie maakt het geheel te onevenwichtig om een echt blok te vormen.”
“China zal dit jaar meer hebben geëxporteerd naar de zuidelijke landen dan naar het Westen”, zegt zijn collega Pascaline Della Faille. Het is een symbolische stap.”
“Er zijn bewegingen en ideeën, maar die moeten we niet zien als de vorming van een antiwesters blok”, zegt Tanguy Struye, professor internationale betrekkingen en directeur van het Centre d’étude des crises et des conflits internationaux (UCLouvain). “Laten we Rusland en China, die de zaken zo proberen voor te stellen, niet in de kaart spelen. Die landen stellen ons voor problemen, de andere niet. We werken samen met India en Brazilië. De nieuwe Argentijnse president is zeker niet antiwesters. Wat die heterogene groep verenigt, is de eis dat beter geluisterd wordt naar het Zuiden. Als we een aantal van hun eisen ernstig nemen, zullen die landen nooit als een blok bestaan. We hebben de kaarten in handen, het is aan ons om ze slim uit te spelen.”
Maar ook de Brics-landen zelf hebben troeven achter de hand. Raphaël Cecchi noemt India, dat nu 11 procent van het mondiale bbp voor zijn rekening neemt. “Het beschouwt zich graag als de leider van die verspreide groep landen”, zegt hij. “Dat is in lijn met de historische positie van India. Het land is een van de meest kwetsbare voor de gevolgen van de opwarming van de aarde. Het is dan ook niet verwonderlijk dat het zich op de klimaattoppen heeft opgeworpen als een van de belangrijkste stemmen uit het Zuiden.”
2. Zijn schuivende allianties goed voor de internationale economie?
Dat de invasie in Oekraïne wordt veroordeeld, lijkt ons vanzelfsprekend. Maar dat is lang niet overal ter wereld het geval, zoals blijkt uit de stemmen in de VN-Veiligheidsraad over sancties tegen Rusland (zie kaart). De standpunten over de oorlog tussen Israël en Hamas wijzen op een andere verdeeldheid en bovendien leidt de groei van de Chinese en, in mindere mate, de Indiase economie tot een herverdeling van de mondiale krachten.
Lees verder onder de kaart
De allianties zijn meer gebaseerd op belangen dan op ideologische overwegingen. Tanguy Struye doet een opmerkelijke observatie: “Staten gebruiken nu de economie om hun geopolitieke belangen te verdedigen, in plaats van andersom. Dat leidt tot spanningen met de multinationals, die het spel nog altijd als puur economisch zien. Ze zijn niet blij als de Verenigde Staten de Chinese export van halfgeleiders stopzet. Zij moeten zich opnieuw positioneren op het internationale economische toneel om zich te beschermen tegen protectionisme.” Vandaar de ontwikkeling van China+1-strategieën, waarmee de grote bedrijven minstens één alternatieve markt proberen te vinden voor elk van hun producten.
Pascaline Della Faille wijst op een reorganisatie van de waarde- en productieketens, rond de concepten van friendshoring en nearshoring (produceren bij of in de buurt van bevriende staten), zeker voor kritieke materialen en strategische goederen. “Dat zou vooral Latijns-Amerika ten goede moeten komen”, zegt ze. Maar een van de gevolgen zal een stijging van de productiekosten zijn.
3. Is dit het einde van de globalisering?
“Als staten hun geostrategische belangen vooropstellen, gaat dat ten koste van de traditionele regels van de internationale handel. We zijn van multilateralisme naar bilaterale of regionale vrijhandelsovereenkomsten gegaan”, merkt Raphaël Cecchi op. De Wereldhandelsorganisatie (WTO) kan een levend lijk worden, als Donald Trump weer aan de macht komt. Nu al regelen landen hun geschillen rechtstreeks met elkaar, zonder te wachten op een beslissing van de WTO. We leven meer in een georganiseerd Wilde Westen dan in een echt regelgevend kader. Cecchi vindt dat de internationale samenwerking als geheel de grote verliezer van de recente ontwikkelingen is. “Dat geldt voor handel, schulden, klimaat en zelfs, als ik het zo mag zeggen, voor mensenrechten”, zegt hij.
‘De economieën van de Brics-landen zijn te divers om een homogeen blok te vormen’
Raphaël Cecchi, Credendo
Voor Tanguy Struye markeren de jongste maanden het einde van de globalisering zoals we die kenden, ten gunste van de wederopbouw van regionale blokken die de bevoorrading moeten garanderen. “Covid heeft de noodklok geluid, en de invasie van Oekraïne, met haar impact op de gasbevoorrading, heeft dat versterkt”, zegt hij. ”Staten zijn zich bewust geworden van het gevaar afhankelijk te zijn van landen die niet onze vrienden zijn, maar ook niet noodzakelijkerwijs tegenstanders. Helaas leidt dat tot een stijging van de kosten en dus van de consumentenprijzen.”
Hij wijst er wel op dat die strategie niet alle sectoren op dezelfde manier zal treffen. Het zal meer voorkomen in grondstoffen, energie en hightech, maar minder in niet-strategische gebieden, waarvoor een geglobaliseerde economie zal blijven functioneren. Dat wordt een grote uitdaging voor zowel regeringen als multinationals, omdat ze die dubbele economie zullen moeten beheren – de ene open en geglobaliseerd, de andere meer gesloten en georganiseerd in blokken.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier