Duitse industriebaas Dieter Kempf: ‘Laat de economie aan de economie’

DIETER KEMPF "We moeten investeren aantrekkelijker maken. Niet alleen in Duitsland maar in heel Europa."
Gerben van der Marel correspondent voor o.a. Trends in Duitsland

De Duitse industriebaas Dieter Kempf ziet met lede ogen aan hoe de Europese Unie in ademnood verkeert. ‘Alleen in de EU hebben we een kans om een rol te spelen in de wereldeconomie.’ In het Chinese of het Amerikaanse model gelooft hij niet.

Het zijn woelige tijden voor Dieter Kempf (66), de voorzitter van de Duitse werkgeversorganisatie Bundesverband der Deutschen Industrie (BDI). Naast de brexitstress en de hanige tweets waarin de Amerikaanse president Donald Trump de Duitse auto-industrie viseert, is er een Europees pleidooi voor een krachtiger industriebeleid, waar hij weinig voor voelt. De Europese verkiezingen zullen Europa voort verdelen, vreest hij.

“In alle lidstaten van de Europese Unie zien we sterke nationalistische stromingen. We mogen daar onze ogen niet voor sluiten. We moeten er gezamenlijk tegen opstaan. Ik geloof niet dat terugplooien binnen de eigen grenzen ook maar iets verbetert”, zegt de Duitser. “Tien jaar geleden hadden we allemaal het gevoel dat een vrije wereldhandel op basis van geglobaliseerde regels meer democratie zou brengen. We moeten erkennen dat dat niet helemaal waar is. De wereld evolueert in een andere richting. Maar we moeten deze uitdaging aangaan.” Kempf is een voorvechter van de EU: “Ik heb het gevoel dat sommige lidstaten alleen maar de economische voordelen van de EU willen en voor de rest hun autonomie willen behouden. Maar de Europese Unie is veel meer dan een economisch plaatje. Het is ook een gemeenschap van waarden.”

Tien jaar geleden hadden we allemaal het gevoel dat een vrije wereldhandel op basis van geglobaliseerde regels meer democratie zou brengen. We moeten erkennen dat dat helemaal niet waar is

Dat het Verenigd Koninkrijk eruit wil, is ook het resultaat van de manier waarop de Unie werkt. Heeft de EU fouten gemaakt?

DIETER KEMPF. “Voor veel burgers zijn de voordelen van de EU naar de achtergrond verdwenen en de nadelen op de voorgrond geraakt. De scepsis in Oost-Europa komt voort uit het feit dat de EU vragen onbeantwoord heeft gelaten. De Europese Unie heeft zich veel te veel beziggehouden met interne kwesties en te weinig met de grote externe kwesties, zoals de bescherming van de buitengrenzen en een gemeenschappelijk buitenlands beleid. Dat is veel moeilijker dan de export van bananen en de bescherming van culinair erfgoed als Parmezaanse kaas. De EU zou er goed aan doen de grote kwesties aan te pakken. Daarom zijn hervormingen nodig.”

Wat is de grootste bedreiging voor de Duitse economie?

KEMPF. “De brexit doet ons zeer veel pijn. De Duitse economie groeit nog, maar de hausse is na tien jaar voorbij. Een chaotische brexit kost Duitsland waarschijnlijk nog eens 0,4 of 0,5 procentpunt groei.”

Wat heeft de brexit de bedrijven tot nu toe gekost?

KEMPF. “Ik heb geen cijfers, maar de impact is groot. Ik denk dat we goed voorbereid zijn. Veel bedrijven hebben onderhoud verschoven van de zomer naar het voorjaar. Ze hebben hun opslagcapaciteit vergroot. Ze hebben een overgangsperiode gepland voor de reorganisatie van logistieke processen zonder verlies van productie. “Maar iedereen zou die voorbereidingen dolgraag in de prullenbak gooien. We willen geen brexit. Vorige week was er een lichtpuntje: de kans op een nieuw referendum. Ik was opgelucht toen de oppositie die optie inbracht. Maar het idee moet uit het Verenigd Koninkrijk zelf komen, niet van het continent en zeker niet van de Duitsers. Dat zou contraproductief zijn.”

Waarom wilt u de Britten in de EU houden? Waren ze niet vooral het lastigste jongetje van de klas?

KEMPF. “We moeten alles in het werk stellen om de EU bijeen te houden. Het liefst mét het Verenigd Koninkrijk. Alleen zo hebben we een kans om een rol te spelen in de wereldeconomie. Toen eind jaren zeventig de G7 werd opgericht, de groep van de grootste industrielanden ter wereld, waren dat de Verenigde Staten, Canada, Japan en vier Europese landen. Als we de G7 over vijf jaar of over tien jaar zouden oprichten, dan zou je de VS en de EU hebben, plus vijf Aziatische landen. Geen enkel Europees land zou erbij horen.”

De Verenigde Staten voeren een hevige concurrentiestrijd met China. Moet de EU niet meer een vuist maken?

KEMPF. “De Duitse minister van Economische Zaken heeft een nieuw industriebeleid gepresenteerd, waarin een sterkere rol is weggelegd voor de staat. Zijn analyse delen we, zijn oplossingen niet. Laat de economie aan de economie. Het is niet onze traditie dat de politiek bepaalt welke soort economie we moeten hebben. De politiek bepaalt de randvoorwaarden. Het is niet omdat China economische steeds sterker wordt, dat we het Chinese model zouden moeten kopiëren. Laten we samenwerken in Europese onderzoekscentra, bijvoorbeeld in kunstmatige intelligentie.”

En wat vindt u van het America First-model? De VS ontwikkelen zich tot een magneet voor bedrijven, ook uit Duitsland. Ze willen nog meer in de VS produceren.

KEMPF. “Als we willen dat bedrijven in Görlitz investeren in plaats van in Atlanta, dan moet we investeringen in Görlitz net zo aantrekkelijk maken als in Atlanta. Het is volstrekt legitiem dat landen zichzelf aantrekkelijk maken met fiscale wetgeving en investeringsregels. Maar afscherming en tarieven zijn verkeerd.

“Ik geloof niet dat het Amerikaanse model op de lange termijn duurzaam en succesvol zal zijn. Producten worden al dertig jaar niet meer op één plek geproduceerd maar over de hele wereld. Natuurlijk wil iedereen meer lokale fabrieken. Maar ook dan is het goed te realiseren dat het eindproduct bestaat uit veel componenten uit internationale handelsstromen. Een Airbus wordt niet alleen in Europa gemaakt.

“De VS hebben een economische visie die sterk gericht is op nationale autonomie. Dat werkt niet in onze economie. Wij hebben een andere visie. Zij willen deals, waarbij de ene wint ten koste van de ander. Wij zoeken liever op een redelijke manier naar samenwerking, zodat we beide of meerdere kanten naar een hoger niveau kunnen tillen. Ik geloof in het blijvende succes van vrijhandel met sterke sociale componenten, wereldwijde regels en beperkingen op het gebied van mededinging.”

Veel Europese burgers zijn niet meer overtuigd door het marktdenken.

KEMPF. “De economie en de maatschappij raken almaar meer met elkaar verweven. Het zijn geen gescheiden werelden. We moeten economische kwesties beter uitleggen. Vijftig jaar geleden volstond het banen te beloven. Rokende schoorstenen van fabrieken op posters waren een positieve boodschap. Mensen wilden een zeker inkomen, een veilige baan. Nu zijn de basisbehoeften anders. De moderne mens wil de natuur ook voor toekomstige generaties behouden. Maar een eenzijdige visie zal op de lange termijn niet helpen. We moeten duidelijk maken dat op de lange termijn alleen de combinatie van ecologische en economische doelstellingen werkt.”

Duitsland doet steenkool in de ban, net als kernenergie. Dat is niet zonder risico.

KEMPF. “Milieubescherming is belangrijk, maar betaalbare energievoorziening natuurlijk ook. Mijn grootvader had geen vliegtuigen nodig. Met zijn fiets voldeed hij aan zijn mobiliteitsbehoeften. De vraag is of wij dat ook willen. Het luchtverkeer en het wegverkeer nemen toe. We weten dat dat niet klimaatvriendelijk is, maar willen we terug naar de mobiliteit van tachtig jaar geleden? Het is niet alleen aan politici, maar ook aan de economie om oplossingen te bieden.”

De Duitse overheid heeft voor het vijfde jaar op rij veel meer geld opgehaald bij de burgers dan uitgegeven. Investeert Duitsland te weinig in eigen land?

KEMPF. “Dat klopt. Wie kan investeren, doet dat liever in het buitenland, in de VS en Azië. We moeten investeren aantrekkelijker maken. Niet alleen in Duitsland maar in heel Europa. Duitsland moet dringend investeren in zijn infrastructuur en in onderwijs.”

Wilt u af van de ‘zwarte nul’, de Duitse regel dat de overheid geen nieuwe schulden mag maken?

KEMPF. “Als we het zo interpreteren dat we het geld gebruiken voor investeringen, zeg ik onmiddellijk ja. Als we het hebben over sociale herverdeling, dan zeg ik nee. We kunnen niet ontkennen dat we een probleem hebben. Maar dat vloeit hoofdzakelijk voort uit het feit dat de rijken almaar rijker worden. Het is niet zo dat de armen armer worden.

“We moeten voorzichtig zijn met de inzet van middelen. De zwarte nul is geen dogma. Ik ben voor een tijdelijke afschaffing ervan ten gunste van dringend noodzakelijke investeringen. Maar dit is eigenlijk een theoretische discussie. We hebben in Duitsland tien jaar van opleving meegemaakt, met recordinkomsten voor de schatkist. Die zijn in tien jaar met 40 procent gestegen. Voor ons ligt de zwarte nul heel ver in de horizon.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content