De weg naar een vaccin ligt bezaaid met obstakels

© Getty
Bert Lauwers
Bert Lauwers redacteur bij Trends

Nu het coronavirus weer fel opflakkert, wordt meer dan ooit uitgekeken naar een vaccin. Maar zelfs als volgend jaar de eerste coronavaccins klaar zijn, kan het nog een tijd duren voor ze kunnen of mogen toegediend worden.

Dat Donald Trump de farmareuzen en goedkeuringsautoriteiten zwaar onder druk zet om versneld vaccins tegen covid-19 op de markt te brengen, roept veel weerstand op. Maar zelfs mocht de Amerikaanse president zijn zin krijgen, dan kunnen die vaccins niet zomaar geïnjecteerd worden. “Er zijn nog veel onbekende factoren in de klinische data, en nog veel stappen die gezet moeten worden in de productie en distributie”, zegt vaccinexpert Luc Debruyne, de voormalige CEO van de vaccinmarktleider GSK Vaccines. Debruyne is ook strategisch adviseur bij CEPI, de mee door Bill Gates opgerichte en gefinancierde organisatie die de ontwikkeling van coronavaccins mee in goede banen leidt.

CEPI volgt alle wereldwijde vaccinontwikkelingen op de voet. De teller staat inmiddels op ruim 320 vaccin-ontwikkelingsprogramma’s, waarvan er 41 op mensen worden getest. Negen kandidaat-vaccins zitten ook in fase 3, de laatste en dure klinische testfase waarin het product op duizenden mensen wordt getest. De meest bekende zijn die van het Amerikaanse Moderna, het partnerschap AstraZeneca/Oxford University, Johnson & Johnson en de partners Pfizer en BioNTech. Pfizer maakt naar verwachting later deze maand voorlopige fase 3-testresultaten bekend.

Wantrouwen

Diens CEO, Albert Bourla, verzet zich openlijk tegen de politieke inmenging in de vaccinontwikkeling, vooral nu duidelijk wordt dat dit het vertrouwen van de bevolking in het vaccin ondermijnt. “Wij zullen nooit toegeven aan politieke druk. We zullen nooit een bocht afsnijden”, schrijft Bourla in een open brief. Volgens een recente enquête van het onafhankelijke opinieonderzoeksbureau Pew wil 49 procent van de Amerikanen geen vaccin als het nu beschikbaar zou zijn. Slechts 21 procent wil zeker wél het vaccin toegediend krijgen. In een vorige enquête van Pew vier maanden eerder, was dat nog 42 procent. Ruim drie kwart van de ondervraagden vreest nu dat het proces te snel gaat. “Stel je de tragedie voor als we een veilig en efficiënt vaccin hebben dat veel mensen niet vertrouwen. Dat risico mag niemand aanvaarden”, aldus Bourla.

Het vertrouwen in het vaccin is een van de grote uitdagingen, ook in België. Volgens een enquête van ons zusterblad Knack wil een op de vijf Belgen geen vaccin tegen covid-19. Om meer precies te zijn: 12 procent van onze landgenoten zal zich zeker niet laten inenten, 8 procent waarschijnlijk niet. De vaccinoloog Pierre Van Damme geeft toe dat het wantrouwen licht toeneemt. En dat is een reëel gevaar. Luc Debruyne verwijst naar een nieuw boek van de antropologe en professor Heidi Larson, de echtgenote van de Belgische topviroloog Peter Piot. Larson legt in haar boek Stuck: how vaccine rumors start – and why they don’t go away uit hoe moeilijk het is om mensen die van geen vaccin willen weten of erover twijfelen, te overtuigen om zich toch te laten vaccineren. “Dit is een belangrijk onderdeel van de country readiness“, zegt Debruyne. “Zijn mensen overtuigd om zich te laten vaccineren, of willen ze wachten tot er een tweede vaccin is? Mensen motiveren is niet simpel. Vraag maar eens aan uw vrienden wie gevaccineerd is tegen griep. Die zullen zeker niet allemaal hun hand opsteken.”

Geen grote tegenslagen

Debruyne wijst ook op het belang van een grondige analyse van de resultaten van de fase 3-tests. De Amerikaanse goedkeuringsautoriteit FDA wil dat de testpersonen twee maanden worden opgevolgd na toediening van het vaccin, om zeker te zijn dat het veilig is. Pas dan zal de FDA eventueel ingaan op de vraag van producenten om een vaccin versneld op de markt te brengen. Dit allemaal tot groot ongenoegen van president Trump. Die nieuwe regels maken het namelijk onmogelijk om een vaccin te lanceren voor de presidentsverkiezingen begin volgende maand. De vrees voor bijwerkingen zit ook diep. Zo moesten Johnson & Johnson en AstraZeneca een fase 3-test al tijdelijk onderbreken nadat bij een proefpersoon een onverwachte aandoening werd vastgesteld. “Maar we hebben nog geen grote tegenslagen gehad”, zegt Debruyne. “Er zijn geen vaccins uitgevallen door onaanvaardbare neveneffecten.”

Het grote belang van zo’n klinische fase 3 doet opnieuw vragen rijzen over het Sputnik V-vaccin tegen covid-19, dat midden augustus in Rusland werd goedgekeurd. Dat kwam als een donderslag bij heldere hemel, omdat niemand zicht had op de ontwikkeling en werkzaamheid van het vaccin en de autoriteiten ook toegaven dat het geen fase 3 had doorlopen. Nog altijd zijn er onvoldoende onderzoeksresultaten over het vaccin beschikbaar.

-70 tot -80 graden

Een ander potentieel groot obstakel is de productie van de vaccins. Dat gebeurt nu at risk. Om zo snel mogelijk te kunnen werken, produceren de grote spelers al geruime tijd vele miljoenen doses van hun vaccin, terwijl ze geen zekerheid hebben dat het efficiënt en veilig genoeg zal zijn om goedgekeurd te worden. Bovendien is niet zeker of dan aanvoer van alle grondstoffen voldoende verzekerd zal zijn.

Daarnaast kunnen ook het transport en de distributie van de vaccins roet in het eten gooien. Bij zowat alle vaccins in ontwikkeling moeten de mensen twee keer geïnjecteerd worden, met een interval van zowat vier weken. Enkel Johnson & Johnson test een vaccin waarvan slechts één dosis vereist zou zijn. “Eén dosis toedienen is nog gemakkelijk, maar nadien bij iedereen terugkeren zal heel wat lastiger zijn”, zegt Debruyne.

Bovendien zijn sommige soorten vaccin sowieso moeilijker te transporteren dan andere. Vaccins zoals die van Moderna of Pfizer/BioNTech zijn gebaseerd op zogenaamd messenger RNA of mRNA, dat werkt als een boodschapper in cellen om het immuunsysteem tot actie aan te zetten. Die mRNA-vaccins moeten op zeer lage temperaturen worden bewaard. Voor Pfizer is dat -70°, bij Moderna zelfs -80°. “Die kun je niet verschepen naar warme ontwikkelingslanden”, zegt Debruyne. “En je kunt dat soort diepvriezers ook niet zomaar bij elke huisarts installeren.” Er wordt wel geïnvesteerd in de verbetering van de thermische stabiliteit van de vaccins, zodat ze ook bij hogere temperaturen kunnen worden verdeeld. De courante bewaartemperatuur van veel vaccins is tussen 2 en 8 graden, maar dan wel continu. “Een vaccin is niet zoiets als bier. Als de temperatuur daarvan tijdens het transport of het bewaren al eens een uurtje stijgt, is dat geen drama. Voor een vaccin is het dat wel. Dan is het niet meer bruikbaar”, legt Debruyne uit. Maar uiteraard zal het thermostabieler maken van de vaccins ook weer kostbare tijd vergen, voegt hij eraan toe.

Te weinig geld

“Dat alles maakt het zo belangrijk om diverse vaccins op de markt te krijgen en dat er verder op moet gewerkt worden.” Debruyne sluit ook niet uit dat een van de grote, fel gemediatiseerde vaccins in ontwikkeling uiteindelijk zal sneuvelen. “Er zijn nog veel onbekende factoren. We weten nog niet hoe robuust ze zijn.” Daarom ook is het volgens Debruyne nog te vroeg om minder ver ontwikkelde coronavaccins nu al definitief af te serveren. “Vergelijk het met een grote voetbalclub. Misschien moet die 100 jonge spelertjes rekruteren om er een heel goede te vinden. Maar daarom je die 99 andere nog niet op hun veertiende doorsturen. Het is te vroeg om de opleiding te stoppen, want ook die ene kan nog tegenvallen.”

Daarom wil CEPI zijn portfolio van vaccins die het steunt, nog uitbreiden, zegt Debruyne. CEPI financiert deels de kosten voor 9 van die 41 kandidaat-vaccins, onder meer die van het Amerikaanse Moderna en van het partnerschap AstraZeneca/Oxford University, maar zou 12 tot 15 kandidaat-vaccins in portfolio willen hebben. CEPI heeft daarvoor 1,3 miljard dollar opgehaald, terwijl het 2,1 miljard nodig heeft om alle kansen te geven aan de vaccins die het steunt. Een grote frustratie, aldus Debruyne. “We moeten ons nog constant bezighouden met geld inzamelen en komen nog altijd veel tekort. Dat is huilen met de pet op.”

Debruyne is wel verheugd over het feit dat niet alleen Europa heeft begrepen dat het zijn strijd tegen covid-19 moet opvoeren, maar ook België. “Ik ben heel blij dat de nieuwe premier Alexander De Croo zich hierover duidelijk heeft uitgesproken.” Al had Debruyne liever gezien dat dit niet zou hebben geleid tot de benoeming van een coronacommissaris (Pedro Facon), maar van een staatssecretaris of minister. “Iemand met een politiek mandaat zou beter zijn, want deze crisis heeft zowel sociaal, economisch als voor de volksgezondheid enorme repercussies. Dus moet je iemand hebben die het mandaat heeft om veel sneller te mobiliseren en te beslissen, zonder dat telkens veel overleg vereist is”, besluit Debruyne.

Partner Content