De Commissie der Wijzen van Trends, 20 jaar later: ‘België gaat de perfecte storm in’
In 2004 verzamelde Trends een Commissie der Wijzen, een gremium van academici en economen, om zich te buigen over de sociaaleconomische uitdagingen. Twintig jaar later heeft Trends die commissie opnieuw samengeroepen. ”We staan voor nieuwe uitdagingen, terwijl de oude problemen niet opgelost zijn.”
In 2004 boog de Commissie der Wijzen van Trends (PDF) zich over het succesrecept om de vergrijzing in België betaalbaar te houden: begrotingsoverschotten, een hogere werkzaamheidsgraad en een beperking van de uitgaven in de gezondheidszorg. Twee decennia later is er met een deficit van 4,4 procent van het bruto binnenlands product (bbp) geen sprake van een begrotingsoverschot. De uitgaven voor de sociale zekerheid blijven stijgen. Enkel de werkzaamheidsgraad – 65,6 procent in 2004, tegenover 72,1 procent in 2023 – ging er significant op vooruit.
Aan de vooravond van de verkiezingen van 9 juni fileert die commissie opnieuw de sociaaleconomische problemen. De samenstelling is grotendeels dezelfde: Bea Cantillon, Marc De Vos, Etienne de Callataÿ en Jan Smets (zie kader). Theo Peeters, in 2004 nog lid van de commissie als voorzitter van de Studiecommissie voor de Vergrijzing, is overleden. Hij wordt vervangen door Johan Van Gompel.
Lees hieronder verder
De Commissie der Wijzen
Bea Cantillon Voormalig directeur van het Centrum Sociaal Beleid van de Universiteit Antwerpen
Etienne De Callataÿ Bestuurder Orcadia, ex hoofdeconoom Bank Degroof, voormalig adjunct-kabinetschef van Jean-Luc Dehaene
Marc De Vos CEO denktank Itinera, professor UGent, Trends-columnist
Jan Smets Ex-gouverneur Nationale Bank
Johan Van Gompel Voormalig voorzitter van de Vergrijzingscommissie, econoom bij KBC, gastdocent Universiteit Antwerpen
“Ik vergelijk de huidige cijfers met die van 2004”, steekt Johan Van Gompel van wal. “Het primair saldo, dat zijn de overheidsinkomsten min de uitgaven zonder rentelasten, bedroeg toen 4,6 procent van het bbp. In 2001 was dat nog 6,8 procent. Vorig jaar is het saldo weggesmolten tot -2,4 procent. De werkzaamheidsgraad is de voorbije jaren wel gestegen, maar minder dan in de Europese Unie als geheel. Sinds 2004 was dat in België 6,5 procentpunt voor de 20- tot 65-jarigen, in Europa zagen we een toename met 9,3 procentpunt. In de Vergrijzingscommissie maakten we een voorspelling richting 2030. De Belgische werkzaamheidsgraad zou stijgen naar 75 procent, wat onder de 80 procent is die de regering als doel vooropstelde. Wat de werkzaamheidsgraad van de 55- tot 65-jarigen betreft, heeft België met 27,7 procentpunt extra meer vooruitgang geboekt dan de Europese Unie, met 25,8 procentpunt. Maar met een werkzaamheidsgraad van 57,8 procent scoort die groep nog altijd lager dan de 63,9 procent van de Europese Unie.”
Zijn de thema’s die het sociaaleconomisch debat beheersen dezelfde als in 2004?
JAN SMETS. “Wat mij frappeert, en waar we de voorbije twintig jaar weinig over hebben gepraat, is de vertraging van de productiviteitsgroei, die nog amper boven 0,5 procent per jaar uitkomt. Productiviteit is de belangrijkste determinant voor economische groei, en uiterst belangrijk om het vergrijzingsprobleem op te lossen.” (Lees ook: de lage productiviteitsgroei, de achilleshiel van onze economie)
JOHAN VAN GOMPEL. “De lage productiviteitsgroei is geen specifiek Belgisch, maar een Europees probleem.”
SMETS. “Maar de vergrijzingsfactuur zal hier sneller stijgen. Een van de oorzaken van de lage productiviteitsgroei is het tekort aan overheidsinvesteringen. In onderzoek en ontwikkeling zitten we nog goed, maar je vindt die innovatie te weinig in onze kmo’s. Ik ben bezorgd over de algemene dynamiek van de economie. Zeker in Vlaanderen zijn de middelen op de arbeidsmarkt schaars. Er is een gebrek aan arbeidsmobiliteit. Levenslang leren kan beter. Er zijn ook te veel zombiebedrijven die maar blijven overleven en zo middelen vasthouden die elders productiever kunnen worden ingezet.”
ETIENNE DE CALLATAŸ. “De automatische loonindexering heeft een effect op de arbeidsmobiliteit. Oudere werknemers blijven daarom langer bij dezelfde werkgever.”
VAN GOMPEL. “De vergrijzing heeft wellicht ook een effect op de productiviteitsgroei. De vaardigheden beginnen doorgaans vanaf een bepaalde leeftijd af te nemen.”
DE CALLATAŸ. “Vergeet de impact van de hogere werkgelegenheid van laaggeschoolden niet. De poetshulp is nuttig, maar gemiddelde productiviteit van zo’n werknemer is gewoon lager.”
‘Twintig jaar later liggen alle heikele thema’s nog op tafel. Dat is een totaal falen van ons vermogen om iets te veranderen’
Marc De Vos
In 2005 was er het Generatiepact. De regering-Di Rupo heeft uittredestelsels strenger gemaakt, de ambtenarenpensioenen hervormd en de werkloosheidsuitkeringen degressief gemaakt. De regering-Michel verlaagde de lasten op arbeid. De regering-De Croo voerde opnieuw een pensioenbonus in en boog zich over de langdurig zieken. Er is de voorbije twintig jaar toch iets gerealiseerd?
MARC DE VOS. “Twintig jaar later liggen alle heikele thema’s nog op tafel. Dat is een totaal falen van ons vermogen om iets te veranderen. Ik zeg niet dat er niets geprobeerd of gerealiseerd is, maar gezien de structurele omvang van de uitdagingen, is de beleidsvooruitgang verwaarloosbaar. De allergrootste factor voor de gestegen werkgelegenheid van 55-plussers, is de arbeidskrapte. Die krapte is zelfs een nadeel voor het economisch potentieel. De financiering van de pensioenen is niet gegarandeerd. In 2004 en 2005 was er meer politieke ambitie om daar iets aan te doen dan vandaag. We kunnen niet nog eens twee decennia op dezelfde manier voortgaan.
“Ondertussen zijn de omstandigheden veel problematischer. We zitten op ons tandvlees, maar het overheidsbeslag en het begrotingstekort zijn alleen maar toegenomen. De wereld rondom ons is gekanteld. Het Belgisch economisch potentieel hangt af van het buitenland. We hebben lang gesurft op de globalisering en het Duitse exportmodel. Nu is er een periode van deglobalisering, nationaal industrieel beleid en de uitdaging van de klimaatverandering, waar we heel zwak in staan.”
Staan we er slechter voor dan in 2004?
DE VOS. “Ik denk het wel. We gaan de perfecte storm in. Terwijl de uitgaven al gigantisch onder druk staan, moeten we antwoorden zoeken op de transformatie van de economie, met de verduurzaming en de nieuwe technologische revolutie die zich voordoet in onderlinge concurrentie tussen Europese lidstaten en tussen de Europese Unie en de wereld. De slagkracht van de lidstaten om geld op tafel te leggen voor die transformatie en om investeringen van de privésector te verankeren zal cruciaal zijn. Nederland heeft al meer dan 30 miljard op tafel gelegd voor de industrie. Dat zal niet stoppen. België moet daarin meestappen én het moet zijn eigen huishouden nog op orde krijgen.”
‘Het uitgangspunt is niet fraai, maar de breedte van de hervormingen die we nodig hebben, biedt misschien tegelijk een kans’
Jan Smets
Wreekt het gebrek aan begrotingsbeleid zich dubbel?
VAN GOMPEL. “Heeft dit alles niet te maken met een gebrek aan beleidsdiscipline? Denk aan de begrotingsplannen in de jaarlijkse Stabiliteitsprogramma’s, die nagenoeg nooit gehaald zijn. Er is ook een gebrek aan langetermijnvisie over wat maatschappelijk en economisch belangrijk is. Laat staan dat we het beleid daarop afstemmen.”
DE VOS. “De Vergrijzingscommissie waar je vroeger in zat, heeft 22 jaar lang rapporten gemaakt met zeer optimistische premisses over de werkzaamheidsgraad en de productiviteitsgroei. Keer op keer is erop gewezen, ook door mij, dat die projecties ons in slaap wiegden. Dat heeft niet gewerkt. Men heeft geprobeerd een draagvlak te creëren en hervormingen voor te bereiden via het Generatiepact en het Zilverfonds. Dat heeft niet gewerkt. Ik stel vast dat onze samenleving met haar overleg- en participatiestructuren geen verandering draagt of verdraagt. Ze houden de stilstand in stand, boven de partijen, personen en ideologieën.”
Lees verder onder de foto
Hoe zijn de armoedecijfers geëvolueerd?
BEA CANTILLON. “Ik kan nog een frustratie toevoegen, maar tegelijk de pessimistische analyse nuanceren. De armoede is de voorbije twintig jaar niet afgenomen, al kwam er de jongste crisisjaren wel een trendbreuk. De socialeverzorgingsstaat heeft ons geholpen. De werkgelegenheid is sterk gestegen. Dat die nog onder het Europees gemiddelde ligt, heeft ook te maken met de inhaalbeweging van de nieuwe EU-lidstaten en het lager aandeel van deeltijdse arbeid in België. De stelsels van vervroegde pensionering zijn afgebouwd en de officiële pensioenleeftijd is met twee jaar opgetrokken.
“We zitten dus wel degelijk in een ander systeem, zonder grote hervormingen. We staan wel voor de immense opdracht van de klimaattransitie, die we de komende twee à drie decennia moeten waarmaken.”
‘30 miljard besparen is vandaag 5 procentpunt van het bbp. Als we dat spreiden over zeven jaar is dat haalbaar’
Johan Van Gompel
DE VOS. “De wettelijke pensioenleeftijd is inderdaad verhoogd. Dat is de enige echte verandering, samen met de gestegen werkzaamheidsgraad. Maar zit daar een andere loopbaanrealiteit achter? Een nieuwe opleidingscultuur? Een dynamiek met minder anciënniteit in dezelfde bedrijven? Een daling van de regionale verschillen in werkzaamheidsgraad? Meer tewerkstelling van migranten? Het antwoord daarop is nee, of zo goed als nee. We hebben vooral de citroenloopbaan verder uitgeperst. Mede daardoor gaat het aantal langdurig arbeidsongeschikten door het plafond. We staan voor nieuwe uitdagingen, terwijl de oude problemen niet opgelost zijn. Het huidige debat over de gezondheidszorg is toch niet meer te vatten?”
U bedoelt?
DE VOS. “We zijn opnieuw beland bij het debat van Dehaene over de groeinorm in de gezondheidszorg. Dat is meer dan dertig jaar later. Wat een beleidsarmoede. Het systeem van de gezondheidszorg hebben we nooit aangepast, op de centralisering met ziekenhuisnetwerken na. De ouderenzorg idem dito. We staan met de rug tegen de muur.”
VAN GOMPEL. “Een aantal evoluties waren natuurlijk forser dan verwacht. De sociale uitgaven namen forser toe dan voorspeld, en dat terwijl we niet alleen het vergrijzingsprobleem moeten aanpakken. In deze onzekere wereld zijn nieuwe uitdagingen zoals defensie, waarvoor je op zoek moet gaan naar extra middelen. Zijn die er wel?”
DE VOS. “Toch moet je die vinden. Als we geen manier vinden om nieuwe welvaart te creëren, onder meer via de productiviteitsgroei, mag je er een kruis over maken.”
SMETS. “Wanneer heeft het beleid in het verleden performante antwoorden gegeven? Vaak onder druk. We moesten in de euro, de financiële markten gingen ons afstraffen, de ratingbureaus werden nerveus. Het is gelukt begin jaren tachtig en met het Globaal Plan in de jaren negentig.
‘Een deel van de complexiteit komt van de gewesten. Je zal die problemen dus niet oplossen door meer autonomie aan de gewesten te geven’
Etienne de Callataÿ
“De voorbije paar jaar is veel beleid achterwege gebleven, deels door crisissen als corona en de oorlog in Oekraïne. Dat heeft zich hier versterkt doordat de Europese begrotingsregels een tijd in de koelkast zijn gestopt. Er was geen druk van de Europese Commissie meer. Die periode is voorbij. Daarom ben ik realistisch. Ik denk dat het na de verkiezingen mogelijk moet zijn drie hervormingen door te voeren: die van de arbeidsmarkt, de pensioenen en de fiscaliteit, om een nieuw elan te vinden en waarbij iedereen water in de wijn doet. Ik ben dus niet zo fatalistisch, want we hebben het in het verleden gekund. Het uitgangspunt is niet fraai, maar de breedte van de hervormingen die we nodig hebben, biedt misschien tegelijk een kans.”
En die is?
SMETS. “Om aan iedereen het comfort te geven iets binnen te halen. Plus taboes te laten varen.”
CANTILLON. “Ik wil voortgaan op die optimistische noot. Kijk waar we twintig jaar geleden met Europa stonden. Wat er in die tijd gebeurd is, is indrukwekkend. Europa heeft de leiding genomen in de klimaattransitie met de Green Deal. EU SURE werd ingevoerd, een herverzekeringssysteem voor tijdelijke werkloosheid tijdens corona, er is de Europese Pijler voor Sociale Rechten en de richtlijn voor de minimumlonen. We hebben een Europees statistisch apparaat dat het Europees sociaal beleid monitort. Er is een onomkeerbare stroomversnelling op gang gekomen. De Europese Unie is een belangrijke hefboom om nationale hervormingen door te voeren – denk maar aan onze pensioenen. Of neem de vrijmaking van fondsen voor het relancebeleid: de Belgische regering stond onder druk van Europa om iets te doen.”
VAN GOMPEL. “Voor België is die druk van Europa belangrijk. Over de uitdaging van de sanering ben ik niet zo negatief. Het zal natuurlijk afhangen van omgevingsfactoren, zoals de groei. We moeten 30 miljard euro saneren. In de jaren negentig slaagde de regering-Dehaene erin het structureel primair saldo te doen stijgen van 2,7 naar 6,6 procent van het bbp. Dat is 3,9 procentpunt, gespreid over zes jaar. 30 miljard vandaag is 5 procentpunt van het bbp. Als we dat spreiden over zeven jaar is dat haalbaar, gekoppeld aan hervormingen, zoals Europa het vraagt. De sanering van de jaren tachtig was veel zwaarder.”
Zitten we niet in een moeilijkere startpositie met de Belgische groei die straks niet meer hoger zal zijn dan het EU-gemiddelde?
VAN GOMPEL. “België zou volgens het Internationaal Monetair Fonds tot 2029 een relatief lage groei hebben. Enkel Duitsland, Italië en Oostenrijk zouden slechter doen. Kijken we naar de potentiële groei en wat de Europese Commissie hanteert, dan komt je uit bij een potentiële jaarlijkse groei van zo’n 1,5 procent, ruwweg hetzelfde als in de hele Europese Unie. In Duitsland is dat maar 0,6 procent. Dat België slecht zal presteren, is dus verre van zeker.”
SMETS. “Onze beleidsmakers zouden eens moeten begrijpen dat het niet alleen voor de mooie ogen van de Europese Unie is dat ze de begroting gezond moeten maken. Het bezorgt mij kriebels als ik zie dat men zich afzet tegen de budgettaire discipline die nodig is om de economie in slechte tijden te stabiliseren. Dat is een sociale doelstelling, het maakt investeringen mogelijk en het laat toe de sociale zekerheid te vrijwaren. Is het dan zo interessant intresten te betalen aan renteniers en banken?”
CANTILLON. “Ter linkerzijde is het een vergissing om de begrotingsregels aan te vechten. Een stringent begrotingskader verplicht je keuzes te maken tussen belangrijk is en wat niet.”
Lees verder onder de foto
Moeten de Belgische regio’s niet betrokken worden bij de sanering?
DE VOS. “In vergelijking met vroeger is ons partijpolitieke bestel veel zwakker, versplinterd en gepolariseerd. De beleidsuitdagingen kun je niet aanpakken zonder het federale en het regionale samen, al dan niet met een staatshervorming.”
DE CALLATAŸ. “Kijk naar de regering-Michel. Een ideologisch meer homogenere regering bestond bijna niet. Maar wat heeft ze gedaan? Homogeniteit als sleutel voor hervormingen is geen garantie. Een deel van de complexiteit komt van de gewesten. Je zal die problemen dus niet oplossen door meer autonomie aan de gewesten te geven. Hoeveel formulieren moet een landbouwer niet invullen voor een subsidie? De redenering is dat subsidies leuker zijn dan hogere belastingen. Dat is het probleem.”
DE VOS. “Subsidies zijn regionaal populair, omdat er weinig regionale fiscale autonomie is. Waarom? Omdat onze staatsstructuur niet volwassen is.”
CANTILLON. “Gezien de uitdagingen waar we voor staan, zou ik van een aantal zaken zeker afblijven. In de jaren tachtig was er een koninklijke commissie voor de vereenvoudiging van de sociale zekerheid. Dat was niet succesvol: vereenvoudiging is nodig, maar de complexiteit was ook het gevolg van de vele uitzonderingen om bepaalde onrechtvaardigheden weg te werken.
“Wat de staatshervorming betreft: rond de eeuwwisseling waren een aantal zaken nog compleet ondenkbaar. Zoals de splitsing van de kinderbijslag. Nu zitten we met vier systemen die sterk op elkaar lijken. Voor de burger is het nóg complexer geworden. Dat kunnen we ons niet meer veroorloven. Wees dus voorzichtig met stappen richting een splitsing van de gezondheidszorg en de pensioenen.”
‘Wees voorzichtig met stappen richting een splitsing van de gezondheidszorg en de pensioenen’
Bea Cantillon
Een fiscale hervorming is deze regering niet gelukt. Misschien omdat ze te laat op tafel is gelegd.
SMETS. “De fiscale hervorming is een prioriteit. Het is een illusie dat we met de huidige budgettaire uitdaging de fiscale en parafiscale druk kunnen verlagen. Toch niet binnen afzienbare tijd. Wat wel mogelijk en zelfs noodzakelijk is, is een verschuiving van arbeid naar lasten op consumptie en vermogensinkomens. We moeten iets doen aan de promotie- en werkloosheidsvallen.
“Ik zou bij een hervorming gaan voor de breedst mogelijke belastbare basis, met een dual income tax. Een gelijk tarief in de vermogenswinsten, zonder uitzonderingen, ook niet voor het spaarboekje. De vrijstelling daarvan is een niet-marktconforme distorsie die kortetermijnbeleggen en financiering bevoordeelt boven de langetermijnfinanciering die we nodig hebben voor onze investeringen. Dat is financiering van banken bevoordelen tegenover financiering op de kapitaalmarkten, waarvan heel de literatuur zegt dat die veelbelovender is voor de financiering van innovatie. We zouden trouwens alle zeilen moeten bijzetten om naar een Europese kapitaalmarkt te gaan.”
Ondertussen beloven de partijen belastingverlagingen.
DE CALLATAŸ. “We moeten ingaan tegen de aanpak van Open Vld en MR, die zeggen dat we de belastingen moeten verlagen om de economische activiteit te stimuleren. Sorry, maar er is geen academische studie die die stelling ondersteunt. Eerst de uitgaven doen dalen, zou moedig zijn. Als er dan geld genoeg is, kun je de belastingen verlagen. Anders herhaal je de fout van minister van Financiën Johan Van Overtveldt (N-VA) in 2017, die zei dat een lagere vennootschapsbelasting voor meer economische dynamiek zou zorgen.
“Een belasting die heel nuttig zou zijn voor de productiviteit in dit land, is een meerwaardebelasting op aandelen. Iedereen verwacht dat die eraan zit te komen. Eigenaars van ondernemingen verkopen nog snel hun onderneming, nu die meerwaarde niet belast wordt. Dat is een belemmering voor de groei van bedrijven in België.”
Dat betekent dan wel minwaarden fiscaal aftrekbaar maken.
DE CALLATAŸ. “Zeker. We moeten coherent zijn.”
DE VOS. “We mogen ons hier niet verliezen in kleine fetisjen. Voor mij telt het grote plaatje, en dat is dat ons overheidsbeslag deze eeuw met 10 procentpunt van het bbp sterker is gegroeid dan in Duitsland en Nederland. De helft daarvan zijn sociale uitgaven. Dat is niet duurzaam. Is er een groeimirakel? Nee. Is er een productiviteitmirakel? Nee. Is het moeilijker om die motor hier te laten aanslaan? Ja.
“Als je begint met begrotingsoefeningen, komt iedereen met een lijstje aan tafel. Terwijl je de vraag moet stellen: waar zijn efficiëntiewinsten en besparingen mogelijk? Alleen is de vraag: waar kun je nog een politiek compromis bereiken?”
Wat is uw antwoord?
DE VOS. “Door op lange termijn te denken, grenzen te verleggen en deals te sluiten die we sinds de tijd van Dehaene niet meer hebben gemaakt. Maar kan dat nog in ons systeem, zelfs met de druk van Europa? Je moet die druk ook niet overschatten. Wat je met de Europese Unie afspreekt, is ook bureaucratie en box ticking. Intrinsiek kun je die begroting min of meer oké krijgen, maar dat is niet genoeg. Die overheidsfinanciën zijn maar een afgeleide van ons systeem dat onder druk staat.”
CANTILLON. “Je kunt het ook positief bekijken. De 4 procent van het bbp die naar klimaatinvesteringen gaat, gaat over een betere toekomst waarin energie goedkoper zal worden. Die 4 procent verouderingskosten gaat over de zorg voor ouderen.”
DE CALLATAŸ. “Het verschil met vroeger is dat er minder hoop is. Men is sneller bereid voor extreme partijen te stemmen. Er is meer problemen rond mentale gezondheid. We zijn materieel rijker, maar dat zien we niet in de geluksindicatoren.”
CANTILLON. “Negatieve analyses voeden die sfeer. We hebben een hoopvol project nodig. Dat merk ik niet in de verkiezingsprogramma’s. Er is nood aan een gemeenschappelijk kompas gericht op klimaat, het vrijwaren van onze socialeverzorgingsstaat en een hogere productiviteit. En de boodschap dat we daar in samenwerking naar moeten streven.”
Herlees hier (PDF) het integrale gesprek met de Commissie der Wijzen van 9 december 2004
- Commissie der Wijzen van Trends
- Bea Cantillon
- Marc De Vos
- Etienne de Callataÿ
- Jan Smets
- Theo Peeters
- Studiecommissie voor de Vergrijzing
- Johan Van Gompel
- Centrum Sociaal Beleid
- Universiteit Antwerpen
- Bank Degroof
- Jean-Luc Dehaene
- Itinera
- UGent
- Vergrijzingscommissie
- KBC
- Europese Unie
- CALLATAŸ
- regering-Di Rupo
- regering-Michel
- regering-De Croo
- Europese Commissie
- Europese Pijler voor Sociale Rechten
- regering-Dehaene
- Internationaal Monetair Fonds
- Open Vld
- MR
- Johan Van Overtveldt
- N-VA
- Commissie der Wijzen
De keuze van de hoofdredactie
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier