De bocht van de ECB is ingezet: wat betekent dat voor spaarders en beleggers?
Het riedeltje dat de inflatie tijdelijk is, lijkt afgezaagd. De hoeders van het geldsysteem in de eurozone slaan een andere toon aan. Het einde van een tijdperk met ultragoedkoop krediet komt in zicht, met de aankondiging van een eerste afbouw van stimuli door de Europese Centrale Bank.
MoneyTalk blikt in een selectie van 10 artikels terug op het afgelopen jaar.
Dit artikel verscheen op 16 december 2021.
Het nieuws van de dag. De Europese Centrale Bank (ECB) zet voorzichtige, eerste stapjes richting een monetaire verstrakking, het pad dat eerder deze week onder meer de Amerikaanse en de Britse centrale bank waren ingeslagen. Al gaan de Europese centrale bankiers lang niet zo ver als hun Amerikaanse en Britse collega’s. Het is een typisch Europees enerzijds-anderzijds-verhaal.
ECB-voorzitster Christine Lagarde zei tijdens de persconferentie dat de inflatie opgepookt door de hoge gasprijzen “het grootste deel van 2022” boven het doel van de ECB zal blijven, maar ze verwacht wel dat de inflatie nog in 2022 zal temperen. Op lange termijn streeft de ECB naar ongeveer 2 procent gemiddelde prijsstijging per jaar.
Lees verder onder de video (reportage Kanaal Z)
Wat de economie betreft, zijn er met de vierde golf van de pandemie en de dominantie van de Omicron-variant die om de hoek loert, donkere wolken aan de hemel. De ECB verwacht voor de eurozone een economische groei van 5,4 procent in 2021 en 4,2 procent in 2022, 2,9 procent in 2023 en 1,6 procent in 2024. Er is dus niet meteen sprake van een oververhitting en dus moet de ECB niet blussen.
Afbouw van de pandemie-steun
De ECB zal de aankopen van obligaties, onder het zogenoemde pandemic emergency purchase programme (PEPP voor de vrienden), terugschroeven. In het eerste kwartaal van 2022 verwachten de ECB-bestuurders dat er minder aankopen zullen gebeuren dan in het lopende, vierde kwartaal van 2021. Vanaf maart zullen er op de balansen van de centrale banken van de eurozone geen extra obligaties meer bijkomen. De obligaties die op vervaldag komen, zullen wel nog tot minstens eind 2024 vervangen worden. Met de herinvesteringen van het geld uit vervallen obligaties gaat de ECB flexibel omspringen, om eventuele toekomstige problemen gerelateerd aan de pandemie te ondervangen. De bestuurders houden ook een slag om de arm en zeggen dat ze ook altijd opnieuw bijkomende obligatie-inkopen kunnen doen als de pandemie weer hard zou toeslaan op economisch vlak.
Tijdelijke opbouw van andere steun
De maandelijkse obligatie-aankopen in het gewone asset purchase programme (APP) worden in het tweede kwartaal van 2022 opgetrokken tot 40 miljard euro per maand en in het derde kwartaal gaan die aankopen richting 30 miljard euro per maand. Vanaf oktober 2022 komen de obligatie-aankopen weer op een maandelijks ritme van 20 miljard euro per maand, voor zolang het nodig is. Die aankopen zullen uiteindelijk volledig wegvallen, kort voor de ECB haar belangrijkste beleidsrente weer zal beginnen te verhogen. Die rente staat nu op 0 procent. De ECB verwacht wel nog heel lang obligaties op de balans te vervangen, nog lang na de eerste renteverhoging, om de liquiditeit op de markten te verzekeren.
Status quo voor alle rentetarieven
De depositorente – ook wel eens strafrente voor banken genoemd – blijft gewoon op minus 0,5 procent staan. Dat is het tarief dat banken betalen wanneer ze op het einde van de dag hun overtollige liquiditeiten bij de Europese Centrale Bank gaan stallen. Banken die op het einde van de dag een noodkrediet nodig hebben, betalen nog altijd 0,25 procent – minder dus dan wanneer ze overschot aan liquiditeit hebben. De rente voor basisfinanciering, waarop de banken heel losjes hun tarieven op spaarproducten op baseren, blijft 0 procent.
De Bank of England verraste vriend en vijand met een eerste renteverhoging. De Noorse centrale bank verhoogde voor de tweede keer, tot 0,5 procent, in september ging de rente bij de Noorse vrienden al een eerste keer hoger. De Amerikaanse Federal Reserve stelde drie renteverhogingen in 2022 in het verschiet en een stop op de obligatie-aankopen vanaf maart.
Niet te bruusk voor beleggers
De financiële markten hadden de bocht van de Europese Centrale Bank min of meer verwacht. Er was nauwelijks marktimpact te bespeuren op de Europese beurzen. Zowel de Belgische beursbarometer Bel-20 als de bredere Europese Stoxx600 sloten met meer dan 1 procent winst op de teller. De ECB maakte duidelijk dat ze de overgang niet te bruusk willen laten verlopen, door de afbouw van het noodprogramma te compenseren via het al langer lopende inkoopprogramma APP. De ECB begon in ver vervlogen tijden obligaties in te kopen, omdat de rente al op nul stond, en ze met nog goedkoper krediet de economie en de bedrijven een duw in de rug wilde geven. Lagarde maakte ook duidelijk dat de centrale banken nog steeds heel gericht de aankopen in het PEPP-programma kunnen opdrijven, bijvoorbeeld om de Griekse economie te stutten. Zo houdt de ECB nog enigszins de handen vrij.
Sowieso is het vooral de Amerikaanse centrale bank die de marsrichting dicteert op de wereldbeurzen. Een stijgende rente wordt soms als een bedreiging voor een aandelenhausse beschouwd. Duurder krediet kan het bedrijven met een hoge schuldenlast knap lastig maken. Een hogere rente kan ook roet in het eten gooien bij groeibedrijven, typisch technologiebedrijven, waar beleggers rekenen op hoge toekomstige winsten. Als de rente stijgt, daalt de huidige waarde van die toekomstige winsten.
Woensdag reageerde Wall Street nog positief op de berichten van de Fed. Donderdag verloor de technologiebeurs Nasdaq in de late handelsuren 2,5 procent. Zwaargewichten als Apple, Microsoft en Amazon verloren respectievelijk 3,9, 2,9 en 2,75 procent. De toeleverancier aan gaming en bitcoin mining Nvidia ging zelfs meer dan 7 procent onderuit. Ook de Russell 2000 die de vinger aan de pols houdt bij kleinere, Amerikaanse bedrijven ging bijna 2 procent lager.
Spaarders moeten nog meer geduld uitoefenen
Tussen neus en lippen liet Lagarde verstaan dat een renteverhoging in 2022 onwaarschijnlijk is. De commerciële banken in de eurozone baseren – losjes – hun rentetarieven op de richtinggevende rente van de ECB. Banken zoals ING België die de strafrente van de ECB van minus 0,5 procent doorrekenen aan hun klanten, als die meer dan 250.000 euro op een spaarrekening laten staan, zullen na deze vergadering van de ECB weinig reden zien om het geweer van schouder te veranderen. Weinig beterschap op het rentefront, maar ook op inflatiefront is het afwachten hoe de prijzen de komende maanden zullen evolueren.
In november bedroeg de Belgische inflatie 5,64 procent, ofwel afgerond 6 procent. Als de prijsstijgingen zo hard blijven gaan, en met een huidige historisch lage spaarrente van 0,11 procent, zien de spaarders hun koopkracht op ongeveer 12 jaar tijd halveren. Hoe het er vandaag voorstaat, ziet het ernaar uit dat het nog jaren zal duren vooraleer de rente op een spaarboekje weer kan stijgen. Van renteverhogingen is bij de Europese Centrale Bank nog lang geen sprake en dus van renteverhogingen op spaarproducten hoogstwaarschijnlijk ook niet.
Volgens Carsten Brzeski, hoofdeconoom van ING, is er sowieso weinig dat de ECB kan doen aan deze inflatie. “Zolang de inflatie aangedreven wordt door eenmalige factoren, vaak gerelateerd aan de pandemie, en zolang de ECB gelooft dat het om eenmalige factoren gaat, is er weinig dat de centrale bank kan doen. Geen enkele actie van de ECB kan ervoor zorgen dat de containers van China naar Europa sneller varen, dat de productie van chips plots verdubbeld of dat de energieprijzen onder controle blijven. Tegelijkertijd heeft de ECB nog weinig argumenten voor noodmaatregelen en een ultrasoepel monetair beleid. Het is dan ook logisch dat de ECB voorzichtig tapert.” Tapering is jargon voor het verminderen van obligatie-aankopen.
Het beste van MoneyTalk in 2021
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier