De balans: wetenschap en defensie, een dure PS-speeltuin
Staatssecretaris voor Wetenschapsbeleid Thomas Dermine (PS) gebruikte geld voor onder meer nucleair onderzoek voor een pr-campagne om een Belgische astronaut de ruimte in te krijgen. Minister van Defensie Ludivine Dedonder (PS) stapt net voor de levering van Amerikaanse F-35’s mee in een nieuw project van Europese gevechtsvliegtuigen. Al is er onduidelijkheid over economische compensaties voor onze defensie-industrie. Die emotionele beslissingen van PS’ers kosten veel geld en zijn voor defensie en wetenschapsbeleid niet efficiënt.
Vorige herfst raakte bekend dat de Namenaar Raphaël Liégeois geselecteerd werd als een van de vijf zogenoemde career astronauts die een contract krijgen van het Europees ruimte-agentschap ESA. Hij wordt klaargestoomd voor toekomstige ruimtemissies. En zoals in België bij zulk heuglijk nieuws hoort, duiken al snel politici op die met de gelukkige op de foto willen. In dit geval staatssecretaris voor Relance en Wetenschapsbeleid Thomas Dermine (PS).
Maar de voorbije dagen viel er een lijk uit de kast. Uit onderzoek van N-VA -Kamerlid Frieda Gijbels blijkt dat Dermine miljoenen euro’s belastinggeld doorsluisde naar de ESA. Het gaat om 50 miljoen euro voor het SMR-project voor nucleair onderzoek, 100 miljoen euro voor militaire projecten en 35 miljoen euro uit het Europees Herstelfonds. Een soort van financieel glijmiddel dat onderdeel was van de pr-stunt om Liégeois de ruimte in te krijgen. Onder meer voormalig staatssecretaris voor Begroting Eva De Bleeker (Open Vld) en de Inspectie van Financiën hadden hun bedenkingen bij het gebruik van middelen voor de financiering aan het ESA, terwijl ze voor iets anders waren besteld. België is vandaag per inwoner trouwens al de op vier na grootste investeerder van het ESA, met 305 miljoen euro per jaar. Het is dus geen sprake van een onderfinanciering in de Belgische bijdrage voor de Europese ruimtevaart.
Frieda Gijbels daarover: “Terwijl de regering-De Croo enkele weken geleden nog pronkte met een campagne rond innovatie, neemt ze diezelfde innovators hun budgetten af ten voordele van een pr-stunt. Hier is geen uitleg voor.”
Communautaire draai
Toen staatssecretaris Dermine daarover werd ondervraagd in de Kamer, lachte hij alles weg door er een communautaire draai aan te geven: de kritiek zou zijn ingegeven door het feit dat Vlaams-nationalisten niet kunnen aanvaarden dat een Waal astronaut wordt. Wat vreemd, want niemand – ook de federale oppositie niet – stelde vragen bij de kwaliteiten van de Namenaar als kandidaat-astronaut. Dermine antwoordde ook niet ten gronde op de vraag waarom middelen voor onder meer defensie en nucleair onderzoek moesten worden weggesluisd naar het ESA-project.
Die case toont in elk geval aan dat de PS wetenschapsbeleid als een soort van speeltuin beschouwt waarvan het de middelen naar eigen goeddunken kan gebruiken, met weinig aandacht voor efficiëntie. Het is ook een van de weinige onderdelen van het innovatiebeleid dat nog niet naar de regio’s is overgeheveld. Aangezien de Waalse middelen voor onderzoek en ontwikkeling door de moeilijke budgettaire situatie van het Waals Gewest beperkt zijn, spreekt de PS dan maar het laatste federale potje aan.
Een prijs voor jaren anti-VS-beleid
Een andere door de PS geïnspireerde keuze is de Belgische instap in het Europese SCAF-programma voor de ontwikkeling van een nieuw gevechtsvliegtuig. Dat is een gezamenlijk project van Frankrijk, Duitsland en Spanje. België krijgt een rol als “waarnemer”, al is dat niet evident. Onder meer Frankrijk zat niet te wachten op ons land. Bij monde van Eric Trappier, de CEO van de vliegtuigbouwer Dassault, hadden de zuiderburen laten weten dat ze de keuze van België nog niet verteerd hebben om Amerikaanse F-35-gevechtsvliegtuigen te kopen in plaats van de Franse Rafale.
Een opmerking die gevoelig ligt bij de Franstalige partijen, en zeker bij de PS. Minister van Defensie Ludivine Dedonder (PS) hoopt dat de instap in het SCAF-programma op termijn tot de nodige economische compensaties leidt. Vooral de Waalse luchtvaartbedrijven hopen hun graantje mee te pikken bij de ontwikkeling, de bouw en het onderhoud van de nieuwe straaljagers. De PS-minister verantwoordt haar keuze door erop te wijzen dat de economische compensaties voor de Belgische defensie-industrie in het kader van de aankoop van de F-35’s zeer beperkt zijn. Jan De Nul mocht de hangars voor de F-35-staaljagers bouwen, waarvan de eerste exemplaren eind dit jaar worden geleverd. En de Vivaldi-regering heeft met de Amerikaanse F35-producent Lockheed Martin bedongen dat er twee keer per jaar een Industry Day wordt gehouden, waarop wordt nagegaan welke rol Belgische bedrijven kunnen spelen bij het onderhoud en de modernisering van F-35-gevechtsvliegtuigen.
Te weinig volgens de PS-excellenties, die daarom van oordeel zijn dat de economische return van het SCAF-programma veel groter zal zijn. Dat blijft echter onduidelijk, zeker nu de Fransen op de rem staan. De kritiek van de PS-ministers dat de F-35 te weinig return opleveren, is trouwens wat flauw. Ze zijn blijkbaar vergeten dat Defensie in het verleden onder minister André Flahaut (PS) werd kapotbespaard. En vooral: in 2000 weigerde Flahaut te stappen in de ontwikkelingsfase van de Amerikaanse Joint Strike Fighter, de voorloper van de F-35, waardoor er groeikansen voor onze defensie- en luchtvaartindustrie werden verkwanseld.
Vorige week:
De balans van de week door Alain Mouton
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier