De balans: Egbert Lachaert flatert, Alexander De Croo verdeelt
Drie jaar lang doorliep Egbert Lachaert als Open Vld-voorzitter een brokkenparcours. Hij werd verkozen met een klassiek liberaal programma, maar trok zijn partij toch mee in een te linkse regering waarin de liberalen niets klaar konden krijgen, klikte zich vast aan een onbetrouwbare Georges-Louis Bouchez en verdedigde een steeds zwakker wordende premier Alexander De Croo. Nu gaapt de leegte voor de ex-voorzitter, de premier en zijn partij.
“Het liberale verzet tegen paars-groen.” Zo werd het donkerblauwe Open Vld-kamerlid Egbert Lachaert genoemd, toen hij in november 2019 van een parlementaire missie in Taiwan inderhaast naar België terugkeerde. De Oost-Vlaming wou te allen prijze vermijden dat toenmalig Open Vld-voorzitter Gwendolyn Rutten een paars-groen regeerakkoord zou sluiten met PS-voorzitter Paul Magnette. Het zag ernaar uit dat Rutten eerste minister kon worden in een regering met een sociaal-economisch programma van meer overheidsuitgaven en hogere belastingen, een vermogenstaks voorop. Lachaert bestreed zo’n akkoord te land, ter zee en in de lucht. Zijn donkerblauwe imago leverde hem in mei 2020 het voorzitterschap van de partij op.
Maar daarna liep het al snel fout. Aanvankelijk was Lachaert gewonnen voor een paars-gele coalitie van liberalen, socialisten en de N-VA. De PS zette echter druk op de rechterflank van zo’n potentiële regering. “Er was één liberale partij te veel”, stelde PS-voorzitter Paul Magnette. Lees: het Franstalige liberale woelwater Georges-Louis Bouchez (MR) moest buiten de regeringsonderhandelingen worden gehouden. Open Vld ging niet mee in dat verhaal. Uiteindelijk klikte de partij zich vast aan de MR en aan de groenen. Een federale regering zonder de N-VA werd mogelijk. Vivaldi was geboren en de Vlaamse liberalen waren enthousiast.
Voorzitter met dank aan de De Croo-clan
Ook en vooral omdat Open Vld-kopstuk Alexander De Croo zijn kans schoon zag om op die manier de Wetstraat 16 te betreden. Egbert Lachaert was niet vergeten dat De Croo hem in de strijd om het partijvoorzitterschap met de Oostendse burgemeester Bart Tommelein had gesteund. Dat was een verrassing. Aan de kust was Tommelein er lang van overtuigd dat hij de De Croo-clan achter zich zou krijgen.
Voor wat, hoort wat en dus plooide Lachaert zich dubbel voor Alexander De Croo. De kritiek dat het Vivaldi-regeerakkoord een slechte zaak voor de economie zou zijn en op maat van de PS was geschreven, werd weggewuifd.
België zat bij het aantreden van de regering in de herfst van 2020 nog in de tweede coronagolf. Elke week kwam premier Alexander De Croo op tv om de bevolking op een vaderlijke en geruststellende manier in te lichten over de stand van zaken van de pandemie. Bij de Open Vld waren ze ervan overtuigd: dat zou de Vlaamse liberalen op termijn electorale winst opleveren, onder andere via een kanseliersbonus voor de premier.
Pijnlijke kritiek van Bouchez
Het draaide anders uit. De coronacrisis was geen blijver en Lachaert maakte zowel tactische als inhoudelijke fouten. Hij had niet door dat Bouchez en de MR voor de ‘opposition participation‘ zouden kiezen. De Henegouwer bekritiseerde het regeringsbeleid constant en profileerde zich als het klassiek liberale geweten. Ook in Vlaanderen, waar hij de tv-studio’s plat liep. Terwijl Lachaert het beleid van De Croo verdedigde, schoot Bouchez raketten af op Vivaldi. “En dan nog in het Frans op de Vlaamse televisie”, liet Lachaert geërgerd aan Vlaamse journalisten weten. In moeilijke tijden krijgt Open Vld af en toe een Vlaamse reflex.
Het is één van de oorzaken van de neergang van Open Vld in de peilingen. De Croo toonde bovendien nooit het leiderschap van een echte premier. Inhoudelijk werden de Vlaamse liberalen de speelbal van de rood-groene as.
De Open Vld-voorzitter hoopte in Vivaldi te scoren, zoals zijn partij tussen 2011 en 2014 in de regering-Di Rupo deed: een verhoging of nieuwe belastingen tegenhouden, de begroting onder controle houden, de concurrentiekracht van de bedrijven vrijwaren en aan de Vlamingen de boodschap meegeven dat “het zonder ons veel erger zou zijn”. Een groot verschil met vorig decennium was dat de PS toen af en toe moest inbinden. Er was de druk van de financiële markten en er was geen PTB/PVDA die op rechts inhakte.
Een breuk in de partij
Er was toen ook geen eerste minister die moest worden verdedigd. Lachaert deed het lange tijd tegen beter weten in. Nu lijkt de vertrouwensband tussen beiden weg. Het vertrek van de voorzitter minder dan een jaar voor de verkiezingen toont aan hoe verdeeld de partij is. Premier Alexander De Croo zal zelf de campagne moeten voeren als de facto nieuwe voorzitter. Een campagne rond zijn persoon, niet met inhoudelijke argumenten die de Vlamingen opnieuw naar Open Vld moeten lokken. Laatstgenoemde aanpak geniet nochtans de voorkeur van de ondertussen smalle partijbasis. De Croo heeft de interne verdeeldheid nog versterkt.
De Croo komt met weinig overtuigende boodschappen: hij zou de figuur zijn tegen het negativisme dat overheerst. Maar het overtuigt niet. Eenzaam in De Wetstraat 16 raakt hij niet verder dan oneliners. Ondertussen gaf PS-voorzitter Paul Magnette hem via een Twitter-bericht de genadeslag: een eerste minister moet boven het gewoel staan. Hij kan niet tegelijk voorzitter van een partij zijn, zelfs niet ad interim. Nochtans deed PS-premier Elio Di Rupo tussen 2011 en 2014 exact hetzelfde.
Na de verkiezingen van 2019 zei De Croo dat het voor hem geen zin had premier worden. Als zevende partij van het land word je dan “de dweil van de Wetstraat”. Zijn voorspelling is uitgekomen.
Lees de opinie van de auteur over de regering-De Croo:
Lees ‘De balans’ van vorige week:
De balans van de week door Alain Mouton
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier