Dat het eerste kernkabinet na het zomerreces over de “geopolitieke toestand” gaat, dient vooral om interne spanningen in de regering-De Wever weg te masseren. De meningsverschillen over een standpunt rond het Gaza-drama dreigen uit de hand te lopen. Maar eigenlijk zouden de excellenties zich beter versneld buigen over de dramatische toestand van de overheidsfinanciën.
Toen tijdens de federale formatiegesprekken van 2024 duidelijk werd dat N-VA-voorzitter Bart De Wever eerste minister zou worden, gaf hij aan de andere partijkopstukken een duidelijke boodschap mee. In tegenstelling tot zijn voorganger Alexander De Croo (Open Vld) zou hij zich op het internationale toneel terughoudend opstellen. Geen bevlogen speeches voor de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties. Geen moraliserende toespraak in Egypte op een steenworp van de Gaza-strook. België is een klein land en moet zich op het internationale toneel low profile houden. Het echte diplomatieke werk moet achter de schermen gebeuren.
Ondertussen heeft de realiteit Bart De Wever ingehaald. De aanhoudende Israëlische aanvallen op Gaza en het debat over de erkenning van een Palestijnse staat zijn een binnenlands politiek thema geworden. Tijdens het zomerreces zette zowel Vooruit-voorzitter Conner Rousseau als zijn cd&v-collega Sammy Mahdi druk op de eerste minister. Als er geen duidelijke signalen van steun kwamen richting Gaza en geen sancties tegen Israël, dreigt een regeringscrisis.
Een Marrakesh-moment bis?
Nu is er geen enkele politieke waarnemer die verwacht dat Vooruit en cd&v de regering laten vallen over het Gaza-drama. Maar dat het eerste kernkabinet na de zomer volgende week woensdag over “de geopolitieke toestand” gaat, zegt genoeg. Het is duidelijk de bedoeling van De Wever te vermijden dat de spanningen tussen de regeringspartijen escaleren. Anders dreigen de meningsverschillen een eigen leven te leiden en zit men in een Marrakesh-moment bis.
In 2018 liet N-VA de federale regering vallen over het Marrakesh-migratiepact. Het is niet de bedoeling het zover te laten komen. Een groot verschil met 2018 is dat er geen verkiezingen hebben plaatsgevonden of in zicht zijn. Toen nam N-VA een onverzoenbare houding aan nadat Vlaams Belang tijdens de gemeenteraadsverkiezingen uit de doden was opgestaan.
Wie zijn oor te luisteren legt op de federale N-VA-kabinetten, merkt echter enige ongerustheid. Meer bepaald over de houding van cd&v-voorzitter Sammy Mahdi. Kan hij nog een stap terugzetten nadat hij zich dagenlang als het politieke geweten van de Wetstraat heeft geprofileerd? Eén van de problemen is dat de drie youngsters onder de partijvoorzitters niet voor elkaar willen onderdoen. Mahdi en Rousseau proberen elkaar met stoere verklaringen de loef af te steken. Tegelijk proberen ze MR-voorzitter Georges-Louis Bouchez uit zijn kot te lokken. Rond Gaza en Israël zit de Franstalige liberaal op een totaal andere lijn.
Geen budgettair respijt tot 2026
Het gekibbel tussen de kopstukken slorpt massa’s politieke energie op. Dat is jammer. Het is de taak van de federale regering om zich prioritair over de Belgische problemen te buigen. Daarom zou het eerste kernkabinet beter over de slechte toestand van de begroting moeten gaan dan over de “geopolitieke toestand”.
Want de situatie is en blijft hier dramatisch. Ook al halveren de pensioenhervormingen van de regering de extra vergrijzingskosten tegen 2070, op korte termijn is er van het beleid in de nationale rekeningen weinig te merken. Het Belgische begrotingstekort gaat richting 6,5 procent van het bruto binnenlands product (bbp) tegen 2030.
De regering-De Wever heeft bij de Europese Commissie tijd gekocht door een reeks hervormingen uit te rollen. Maar denken dat men met het begrotingswerk nog een jaar kan wachten vooraleer het effect van de eerste hervormingen zich laat voelen, is te optimistisch. Zelfs met enkel op de winkel te letten loopt het deficit verder op. De Wever en co hadden wellicht gehoopt op budgettair respijt tot ergens in 2026, maar dat is ijdele hoop.
Meerwaardetaks als chantagemiddel?
In het najaar volgen zware begrotingsbesprekingen. Het zou een goed signaal zijn geweest om zich direct na het zomerreces daarover te buigen. Want een aantal zaken moet snel besproken worden. Hoe zit het met de geplande belastingverlagingen op arbeid, waaronder het optrekken van de belastingvrije som? Is daar überhaupt budgettaire ruimte voor? Experts zeggen van niet (Lees ook: De Belgische begrotingsput wordt alleen maar dieper, zelfs na het zomerakkoord)
Maar Georges-Louis Bouchez zet hier de hakken in het zand. Hij wil die belastingverlaging nu en niet in pakweg 2028, laat hij in vertrouwelijke gesprekken weten. En als hij zijn zin niet krijgt, dan is er nog een chantagemiddel: de meerwaardetaks. Er mag dan wel een akkoord zijn bereikt over die belasting, de Kamer moet nog haar goedkeuring geven. Dat is gepland voor oktober. Gaan de Franstalige liberalen – die ondertussen wel al hun trofee van de beperkte werkloosheidsuitkering binnen hebben – hier nog op de rem staan?