De balans: bar slechte politieke marketing in de Wetstraat

Premier De Croo in het federaal parlement © belga
Alain Mouton
Alain Mouton Redacteur bij Trends

Het energieakkoord van de federale regering kreeg amper applaus. De regeringspartijen probeerden dat te counteren met een niet echt geslaagde communicatie. Vooruit noemde de energiecheque geen uitgave maar een investering. Open Vld pochte zowaar met indexverhogingen, en ziet geen graten in het vergroten van de werkloosheidsval. Het zijn rare tijden in de Wetstraat.

Een btw-verlaging op elektriciteit maar niet op gas, om de groenen te plezieren. Een verlenging van het sociaal tarief voor energieverbruik voor de socialisten. Een energiecheque los van het inkomen voor de liberalen. Een kleine taxshift en lagere lasten op arbeid via de afbouw van de bijzondere bijdrage sociale zekerheid (BBSZ) om de liberalen en CD&V over de streep te trekken. Het energieakkoord dat de federale regering deze week sloot, is een typisch Belgisch compromis. Het maakt ook de methode-De Croo duidelijk: iedere partij iets gunnen maar vermijden dat er één grote triomfator is. Diepgaande hervormingen of beleidsingrepen zijn niet aan de orde. Het energieakkoord zet weinig zoden aan de dijk en wijst op een gebrek aan langetermijnvisie.

Zoals deze week nog in Trends werd gesteld: ‘Het politieke kapitaal zou beter worden geïnvesteerd in een beleid dat onze energie-afhankelijkheid van het buitenland afbouwt. De regering zou zich beter buigen over de bescherming van de concurrentiekracht van de bedrijven.’

Dat belooft voor de zware dossiers, die in maart op de regeringstafel komen: de kernuitstap (nog altijd), de pensioenen en de arbeidsmarkthervormingen. Dat de berg dan opnieuw een muis zal baren, ligt zo goed als vast. Hier en daar pleitten politicologen voor mildheid: een degelijk energie-akkoord was onmogelijk, omdat men de standpunten van zeven partijen moest verzoenen. Nochtans was er tussen 1999 en 2003 een regering aan de macht met zes partijen. De eerste paars-groene regering-Verhofstadt maakte wel duidelijke keuzes, al was dat gewoon omdat er nog genoeg geld was.

De regeringen-Dehaene bouwden tegen eind 1999 een primair saldo (ontvangsten min uitgaven zonder rentelasten) van 6 procent van het bbp op. Omgerekend naar vandaag is dat 27 miljard euro. Met belastingverlagingen voor de liberalen en meer sociale uitgaven voor de socialisten en de groenen verdwenen die miljarden in minder dan acht jaar door de gootsteen. De overheidsfinanciën dragen er nog altijd de gevolgen van. Was de budgettaire situatie nu dezelfde als rond de eeuwwisseling, dan had de Vivaldi-regering alle remmen losgegooid. Nu gingen de begrotingskranen ook open, zij het minder fel. Deficit spending om coalities samen te houden, het blijft een Belgische traditie, en geen om fier op te zijn.

Newspeak op de partijhoofdkwartieren

Het energieakkoord kreeg in de commentaren weinig goede punten. In tijden dat perceptie boven inhoud staat, konden de partijhoofdkwartieren dat niet laten passeren. En dus startte een nieuw rondje politieke marketing. De Vlaamse socialisten van Vooruit noemden de energiecheque geen uitgave van 600 miljoen euro voor de overheid, maar een “investering”. Als een bedrijf zijn zaken zou aanpakken en op die manier zou communiceren, dan dreigen strafrechtelijke gevolgen en overleeft het zijn eerste boekjaar niet.

Terwijl de Vooruit-politici kozen voor newspeak in de hoop de kritiek te doen verstommen, schoten de Vlaamse liberalen de hoofdvogel af. Ze gingen van “btw-verlaging is boerenbedrog” over groen licht voor die btw-verlaging naar een premie en een reeks andere maatregelen die volgens hen eigenlijk een zelden geziene koopkrachtversterking zijn.

Vanuit het hoofdkwartier in de Brusselse Melsensstraat lanceerden ze een politieke marketingcampagne op de sociale media, om aan te tonen dat iedereen – koppel, alleenstaande, werkende, uitkeringstrekker – tot meer dan 2.000 euro aan koopkracht zou winnen.

Maar wie de cijfers in de detail bekeek, zag dat Open Vld pronkte met de automatische indexverhogingen ten gevolge van de stijgende inflatie. Dat is gewoon een aanpassing van de inkomens aan de levensduurte, en is dus niet de verdienste van de Open Vld-ministers.

Vooral pijnlijk was de vergelijking tussen een alleenstaande met een uitkering, die ruim twee keer zoveel ‘extra koopkracht’ krijgt als een alleenstaande werkende. 2.196 euro extra versus 1.000 euro in het Open Vld-voorbeeld. Kortom, het probleem van de werkloosheidsval, waarbij niet werken door uitkeringen en voordelen allerhande voordeliger is dan een baan te zoeken, wordt hier pijnlijk duidelijk. Die werkloosheidsval lijkt nog groter te worden. Bij Open Vld zien ze er geen graten in.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content