Chinese groeicijfers weinig indrukwekkend: ‘We moeten in Europa het geweer van schouder veranderen’

Xi Jinping | Foto: Suo Takekuma-Pool/Getty Images

De Chinese economie is in 2023 met 5,2 procent gegroeid. Dat is een van de laagste groeiniveaus in drie decennia, de coronaperiode buiten beschouwing gelaten. Waar gaat het heen met ‘s werelds groeimotor, en wat betekent dat voor het oude continent? “Wat China presteert, is altijd belangrijk voor van export afhankelijke economieën, zoals de onze.”

Los van de pandemie die China drie jaar lang isoleerde, beleefde het land vorig jaar de meest bescheiden economische groei sinds 1990. Dat was het jaar volgend op juni 1989, toen de wereld de adem inhield bij de bloedige onderdrukking van de studentenprotesten op het Plein van de Hemelse Vrede in Peking.

Een andere wereld, toen.

KOEN DE LEUS (hoofdeconoom BNP Paribas Fortis). “Natuurlijk is de Chinese economie heel snel heel veel gegroeid. Het was een aantal decennia geleden nog een ontwikkelingsland. Wat het daar bereikt heeft, is impressionant. Maar we zien dat het de limieten van die immense groei heeft bereikt.”

Waar stokt de Chinese economie?

DE LEUS. “De Chinezen zul je niet horen zeggen dat er iets stokt, natuurlijk. Dat groeicijfer ligt zelfs hoger dan wat zij hadden vooropgesteld (een groeicijfer van 5 procent, nvdr). Al waren de cijfers die zij hebben vooropgesteld, wel al serieus naar beneden gehaald. Iedereen had verwacht dat er na de lockdown een explosie van de groei zou komen. Dat is niet gebeurd. Als je twee jaar het voortschrijdend gemiddelde van de groei neemt, dan zit je aan een groei van 4 procent. De doelstelling van 5 procent groei is, wat mij betreft, underperforming.

“Er is de voorbije decennia een gigantische zeepbel over de huizenmarkt geblazen. China heeft ervoor gezorgd dat die markt een beetje de fallback was waarmee het de economie kon pushen of een beetje gas kon laten terugnemen. Daardoor is er veel te veel gebouwd. Heel wat van die grote compounds worden nu gewoon afgebroken, omdat het overaanbod te groot is.”

GEERT JANSSENS (hoofdeconoom Etion). “Het is een beetje te vergelijken met onze financiële crisis van 2008, waar de ene na de andere bank omviel en de overheid moest ingrijpen. Dat heeft ook lange tijd gewogen op de economische vooruitzichten en heeft de schuldgraad van de economie enorm opgetrokken. De Chinese overheid heeft nog wel een zekere marge, maar de particulieren – vooral de bedrijven – zitten vandaag met een schuldgraad die in totaal 300 procent van het bruto binnenlands product (bbp) bedraagt.”

De op een na grootste economie ter wereld had ook zwaar te lijden onder de zwakke wereldwijde vraag en een zwakke binnenlandse consumptie, luidt het.

JANSSENS. “Aangenomen is dat de export, die heel belangrijk is voor China, moeilijk of niet aantrekt, ten gevolge van alle problemen die er nog altijd zijn met de wereldeconomie. Ook omdat die vastgoedcrisis nog altijd niet is opgelost en de economie in een negatieve, bijna deflatoire spiraal naar beneden trekt.”

DE LEUS. “Nu krijg je daar inderdaad deflatie als gevolg van die overcapaciteit waarmee ze zitten. Niet alleen in de huizenmarkt, maar ook in de hele productiecapaciteit. En dat voor een wereld die toch nog altijd probeert om zijn inflatie onder controle te houden.

“De consumptie ligt er op apegapen, omdat bijna iedereen daar een huis heeft. En natuurlijk, als je huis in waarde daalt, dan heb je niet veel redenen om gelukkig te zijn.”

‘Mensen die denken dat China de komende jaren een consistente groei van 5 procent zal voorleggen, dwalen’

Koen De Leus (BNP Paribas Fortis)

Wat kan de overheid doen?

JANSSENS. “Volgende week is er een congres van de Communistische Partij (CCP). Dan verwacht men een bazooka-stimuleringspakket. Of tenminste, sommigen hópen daarop. Want als iets dergelijks niet snel gaat gebeuren, dan dreigt de vertrouwenscrisis uit de klauwen te lopen. Het is nu de langste periode met dalende vastgoedprijzen in China sinds de Azië-crisis van 1989. Er zijn toch wel een paar tekenen aan de wand die de beleidsmakers duidelijk maken dat ze iets moeten doen.”

DE LEUS. “Er zijn al versoepelingen geweest voor de vastgoedontwikkelaars, in de voorafbetalingen die moeten gebeuren. En voor huizenbezit gelden ook weer andere regels (mensen mogen nu onder bepaalde voorwaarden een tweede huis bezitten). Heel veel regels zijn een stuk versoepeld. In Sjanghai en Peking heeft dat een klein beetje effect gehad. Maar vandaag zit je opnieuw in het merendeel van de tier-1 en tier 2-steden (Het Chinese tier-systeem is een onofficiële hiërarchische classificatie van Chinese steden, nvdr) met dalende prijzen. Ik denk dat ze daar nog jaren mee blijven aanmodderen, in plaats van stevig orde op zaken te stellen. Want als je voor de korte pijn kiest, dan wil dat ook zeggen dat je de banken serieus pijn doet. Dus ze proberen de pijn uit te smeren.

“Als we kijken naar de lange termijn voor China, dan zit je nog met de daling van de beroepsbevolking. Die bedraagt tussen 2020 en 2100 65 procent. Mensen die denken dat China de komende jaren een consistente groei van 5 procent zal voorleggen, dwalen. Ik denk dat China over twintig jaar, laten we zeggen tegen 2040, eerder aan een groei van 2 procent per jaar zal zitten, in plaats van 5 procent. En daar zal de wereld ook mee moeten leren leven.”

Jaarlijkse bbp-groei China | Bron: TradingEconomics en Chinees Bureau van Statistiek

Wat betekent de Chinese groeivertraging voor Europa?

JANSSENS. “In de indirecte handel komt China op de eerste plaats voor zowat iedereen. Want onze handel met Duitsland hangt voor een stuk af van de handel van Duitsland met China, en zo is dat voor veel andere landen. Exporttabellen die rekening houden met concurrentie op de derde markten en onrechtstreekse handel, zien er helemaal anders uit dan wat op het eerste gezicht uit de cijfers van bilaterale handel blijkt.

“De Duitse export naar China was de kers op de taart voor de grootste Europese economie. Die is flink teruggevallen en dat weegt ook een beetje op het vooruitzicht van de van export afhankelijke economieën, zoals de onze, of de eurozone in haar geheel. Je ziet ook in de concurrentiestrijd, rond bijvoorbeeld elektrische wagens, dat deflatie in China een rol begint te spelen.”

DE LEUS. “Ik denk dat we in Europa het geweer van schouder moeten veranderen, dat we toch onafhankelijker moeten worden van China. De Duitsers moeten echt aan een herziening van hun model denken. Dat vraagt tijd. Je ziet vandaag al dat Duitsland met dat probleem kampt.

“Wat de impact van China op de rest van de wereld betreft, denk ik dat we er rekening mee moeten houden dat China niet meer de motor van de wereld zal zijn, zoals het dat de voorbije twee decennia was. Die groeimotor verdwijnt. Maar dat wil niet zeggen dat er geen andere groeimotoren zullen zijn. Ik denk aan India, of aan andere groeilanden die de kans krijgen om te springen in het gat dat China laat.”

Lees ook:

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content