Begrotingstekort België is op vier na grootste van de eurozone

Het begrotingstekort in de eurozone is vorig jaar licht afgenomen, van -3,7 procent van het bbp in 2022 naar -3,6 procent in 2023. Voor de hele Europese Unie (EU) nam het licht toe, van 3,4 naar 3,5 procent. In België is het tekort opnieuw flink opgelopen, van -3,6 naar -4,4 procent.

Dat blijft uit de cijfers die het Europese statistiekbureau Eurostat maandag publiceert. Het noteert voor België een begrotingstekort van net geen 26 miljard euro, tegenover 19,8 miljard in 2022. In 2021 bedroeg het begrotingstekort nog 27,5 miljard euro (-5,4 % van het bbp)

Vijfde grootste binnen de eurozone

Binnen de eurozone hebben slechts vier landen een groter tekort dan België. Italië heeft het grootste tekort (-7,4% van het bbp), gevolgd door Frankrijk (-5,5%), Malta en Slovakije (beide -4,9%).

Binnen de Europese Unie doen zeven landen het slechter dan België. Naast de bovengenoemde landen zijn dat ook Hongarije (-6,7%), Roemenië (-6,6%) en Polen (-5,1%).

Behalve Cyprus, Denemarken (beide +3,1%), Ierland (+1,7%) en Portugal (+1,2%) boekten alle EU-lidstaten in 2023 een begrotingstekort.

Van onze overige buurlanden komt Nederland het beste uit de verf, met een begrotingstekort van -0,3 procent (tegenover -0,1 in 2022). Duitsland heeft een tekort van -2,5 procent (status quo), Luxemburg van -1,3 procent (-0,3 in 2022).

Hogere uitgaven

Vorige week verduidelijkte de Nationale Bank dat het begrotingstekort toenam door onder meer een verhoging van de minimumpensioenen en hogere uitgaven door de vergrijzing. Ook de indexering van uitkeringen en overheidslonen speelt een rol.

Het Monitoringcomité, dat toeziet op de evolutie van de ontvangsten en de uitgaven van de staat, waarschuwde eind maart nog dat bij ongewijzigd beleid het begrotingstekort tegen 2029 dreigt op te lopen tot 44,8 miljard euro, of 6,3 procent van het bruto binnenlands product. Ook het Federaal Planbureau en de Nationale Bank van België waarschuwen daarvoor.

Lees ook: