Maakt een Mercedes gelukkig?
Bescherm de rijken of kopers van luxe voor zichzelf. Leg ze een hoge consumptietaks op. Zo luidt de controversiële conclusie van Robert Frank na zijn verkenning van de Amerikaanse (en Europese) luxewereld.
Beleggen in telecom of toch maar biogenetica? Probeer eens een luxeconcern, genre Louis Vuitton Moet Hennessy ( LVMH). Als een onverzadigbare sater koopt PDG Bernard Arnault gerenommeerde modehuizen en exquise wijnkastelen op. Zijn acquisitiedrift drijft op het ritme van deze tijd. De New Yorkse econoom en politoloog Robert Frank (professor Economie, Ethiek en Openbaar Beleid aan Cornell University) heeft het in kaart gebracht: we leven in het tijdperk van de luxe.
U heeft een indoorzwembad in de door een befaamde architect ontworpen tuin? Stelt niet bijster veel voor in vergelijking met het zwembad met onderwatergeluidsysteem van uw buurman. Een overdrijving waaraan Robert Frank zich in zijn nieuwe boek Luxury Fever met enige gretigheid bezondigt? Hij geeft gulzig voorbeelden van exuberantie, die zijn boek pittig maken, maar het werk gaat veel breder en dieper. Frank, die in 1995 samen met Philip Cook het spraakmakende boek The Winner-Take-All Society schreef, staart zich niet blind op uitspattingen en jachten met massief gouden waterkranen, hij heeft het over de algemeen verspreide luxe. En de gevolgen, waaraan hij een merkwaardige remedie breit.
PERSOONLIJK FAILLIET.
Een blik op de statistieken leert dat de relatieve luxe gestaag lijkt toegenomen te zijn voor zowat de hele Amerikaanse bevolking. (Wie goed let op de parameters en de signalen, durft de studie zonder gêne uitbreiden tot West-Europa.) Enkele feiten spreken voor zich. Het gemiddelde huis dat vandaag gebouwd wordt in de VS, heeft dubbele afmetingen van zijn tegenhanger in de jaren vijftig. Tegelijk stegen zowel de kwantiteit als de kwaliteit van de buitenverblijven navenant. De gemiddelde prijs van een nieuwe auto bedraagt nu meer dan 22.000 dollar, wat 75% duurder is dan tien jaar geleden. Nochtans kende dit decennium een bijzonder matige inflatie. Ruim 12% van alle nieuwe wagens kost meer dan 30.000 dollar. In 1986 was het topsegment slechts goed voor 7%. Luxueuze reizen (een etiket dat een reis krijgt vanaf een besteding van een kleine 14.000 frank per dag) maakten tussen 1990 en 1995 een sprong voorwaarts van 130%. Tussen 1995 en 1996 namen de uitgaven voor luxeproducten in de VS toe met 21%, terwijl de verkoop van gewone goederen met nauwelijks 5% klom.
Deze euforische gemiddelden verbergen een donkere zijde. De koopkracht van de Amerikaanse middenklassegezinnen is er de voorbije twintig jaar vrijwel niet op vooruitgegaan. Degenen in de onderste 20% van de inkomensrangschikking hebben in dezelfde periode zelfs 10% van hun reële koopkracht ingeleverd. Frank voegt er expliciet aan toe, dat hetzelfde patroon zich aftekent in Groot-Brittannië en dat een gelijkaardig onevenwicht zich ook stilaan manifesteert in tal van andere westerse landen.
Er daagt evenwel nog een bizar fenomeen op: ondanks hun verminderde koopkracht, kopen ook de gezinnen met een middelmatig of een laag inkomen steeds meer luxeproducten. Deze gezinnen financieren hun hogere uitgaven met minder sparen en meer schulden. Dit is dan weer een typisch Amerikaans verschijnsel. Het spaarvolume is in de VS momenteel zo diep gezakt, dat het significant lager ligt dan in om het even welk ander industrieland. Tegelijk stijgt het aantal persoonlijke faillissementen.
MEER BELASTINGEN.
Ook wie zich de luxe makkelijk kan veroorloven, betaalt evenwel een prijs. Zowel de rijken als de armen, maar vooral de rijken, brengen nu veel meer tijd door op kantoor, nemen minder vrijaf, zien hun familie en vrienden minder en vinden steeds minder tijd om te slapen, te sporten, te reizen, te lezen en zowel fysiek als mentaal op adem te komen. Zelfs wie zijn welvaart in hoge mate verhoogd heeft, moest behoorlijk zwaar boeten inzake welzijn.
Terwijl de uitgaven voor luxegoederen viermaal zoveel stijgen als de gewone uitgaven, worden bruggen, autowegen, waterleidingen en andere openbare infrastructuur en diensten verwaarloosd. Parken en straten vervuilen. Armoede, druggebruik en misdaad nemen toe of bereiken nog altijd een verontrustend peil. De kloof verbreedt tussen de grauwe wijken en de met een hoge afrastering omzoomde en door privé-agenten bewaakte villabuurten.
Om die kloof en om de maatschappelijke verloedering is het Robert Frank uiteindelijk te doen. Het eerste deel van zijn boek over buitenissige luxe – omkranst met een melig geld-maakt-niet-gelukkig-sermoen – blijkt een lange, vernuftige voorbereiding op zijn ultieme, politiek zwaar geladen voorstel. Zijn oplossing: voer een progessieve consumptiebelasting in. Zo ontmoedig je overspendering en haalt de overheid geld binnen, dat kan aangewend worden voor de openbare investeringen, voor het algemeen welzijn. Een slot in mineur voor een boek dat er af en toe in slaagt tot nadenken te stemmen.
Robert Frank, Luxury Fever – Why Money Fails to Satisfy In an Era of Excess. Free Press, 326 blz. ISBN 0684842343.
LUC DE DECKER
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier