Kroniek van Vlaamse en katholieke boekdelen
“Als je te veel kippen op stok zet, maken ze ruzie”, beseft Dirk Lannoo. Hij en zijn neef Karel werken daarom buiten het familiebedrijf. Terwijl Matthias en Pieter Lannoo mee de uitgeverij en de drukkerij leiden. Trends bracht hen toch eens rond dezelfde vergadertafel.
De broers Matthias en Karel Lannoo en hun neven Pieter en Dirk – ook broers – nemen nog altijd kilo’s boeken mee als ze met vakantie gaan. En die boeken lezen, dat is een ritueel. Er wordt niet alleen gekeken, maar ook geroken en gevoeld. Wat wil je, als je opgroeide als kinderen van Godfried en van Jan Lannoo en je woonde naast en over de drukkerij en uitgeverij in Tielt, die hun overgrootvader in 1909 kocht voor hun grootvader, Joris Lannoo.
Matthias, Pieter – en zijn overleden broer Stefaan – raakten tijdens het spelen in de magazijnen zo gebeten door het boeken- en ondernemersvirus dat ze hun carrière uitbouwden in de uitgeverij en in de drukkerij. Karel en Dirk zochten hun heil buiten het familiebedrijf, maar bleven in hun functie als directeur van de Brusselse denktank Centre for European Policy Studies (CEPS) en als vicepresident van Katoen Natie wel op de radar van het economische netwerk.
Ondertussen groeit ook de vierde generatie op: 33 (achterklein)kinderen – “katholiek hé” – zoeken vandaag hun weg. Nog niemand van hen is actief in een van de familiebedrijven, maar “ze mogen altijd een paar weken stage komen lopen”, stelt Matthias Lannoo voor. “Een beetje komen werken voor een hongerloon, zoals wij in onze tijd”, gekscheert Dirk. Het blijkt toch niet de reden waarom hij voor een carrière buiten West-Vlaanderen koos. “Als je te veel kippen op een stok zet, maken ze ruzie. Je moet realistisch zijn. Het zou niet gezond zijn om twintig Lannoo’s in het bedrijf te stoppen.”
TRENDS. Is het daarom dat u koos voor een baan buiten het familiebedrijf?
DIRK. “Mijn broers Pieter en Stefaan waren al in de drukkerij gestart. Ik amuseerde me terwijl ik mijn eigen weg maakte. Daar is nooit rancune over geweest.”
KAREL. “Mijn interessesfeer lag elders en ik wilde graag weg uit West-Vlaanderen. De provincie heeft interessante karakteristieken, maar de arbeidsmobiliteit is hier zo klein. Veel van mijn klasgenoten werken nog altijd vlak bij waar ze geboren werden.”
Alle familieleden hebben nog aandelen van de drukkerij of de uitgeverij. Moet dat zo blijven?
DIRK. “Wij zijn niet uit op dividenden. Alleen zo kun je een langetermijnbeleid uitstippelen.”
MATTHIAS. “Met een private-equitybedrijf als aandeelhouder zou dat anders liggen. Zij willen op middellange termijn een meerwaarde realiseren.”
Een durfkapitaalfonds komt er bij Lannoo niet in?
PIETER. “Een deelname van een durfkapitaalfonds zien we voorlopig inderdaad niet zitten.”
MATTHIAS. “We hebben wel beslist een minderheidsparticipatie te overwegen als een grote opportuniteit zich voordoet. We kiezen dan liefst voor een partij die er ook een langetermijnvisie op na houdt.”
Besliste u dat met het oog op een overname van de boekenpoot van de Nederlandse PCM Uitgeverij, die Christian Van Thillo in de etalage zette?
MATTHIAS. “Dat zou eventueel kunnen, maar de boekenuitgeverij van PCM is twee keer groter dan Uitgeverij Lannoo. Of we dan een gedeelte overnemen? Misschien, maar ik weet niet of dat mogelijk is.”
DIRK. “Je mag geen Mauriceke doen hé, Matthias.”
KAREL. “De Nederlandse boekenmarkt is ook anders dan de Belgische. De culturele markt is in Europa nog erg versnipperd en dat zie ik vanuit mijn vak niet onmiddellijk positief evolueren. Uitgeverij Lannoo is vooral sterk in non-fictieboeken, die het in Vlaanderen erg goed doen, maar Nederland is een fictiemarkt. Daarin moet je meteen miljoenen op tafel leggen voor de rechten op de boeken van een belangrijke schrijver. Dat is een heel riskante business die helemaal anders is dan de onze. We moeten dus erg bewust nagaan of er wel synergievoordelen zijn.”
MATTHIAS. “We realiseren vandaag meer dan 30 procent van onze omzet in Nederland. Onze naamsbekendheid is er relatief groot, maar bijna niemand let op de naam van de uitgeverij als hij een boek koopt.”
Opent de naam Lannoo vele deuren?
KAREL. “In mijn sector, waarin ik werk met mensen van zoveel verschillende nationaliteiten, kent niemand de naam Lannoo. Hij wordt zelfs niet met Vlaanderen of België geasso-cieerd. Ik krijg geregeld de vraag of ik Fins of Tsjechisch ben. Zelfs in Brabant kennen veel mensen Lannoo niet, tenzij ze echt geïnteresseerd zijn in cultuur.”
DIRK. “In Antwerpen ook niet.”
MATTHIAS. “Terwijl wij zoveel moeite doen om uit te voeren tot in Tokio en San Francisco. Daar kennen ze ons soms wel, maar in Antwerpen of Brabant kennen ze ons nog onvoldoende.” (Glimlacht)
Bestaat er wel zoiets als het ‘Lannoo-netwerk’?
PIETER. “Er zijn heel wat contacten tussen de familie, te pas en te onpas. Dat is toch mooi en logisch?”
MATTHIAS. “Als ik een discussie heb over distributie, bel ik Dirk.”
DIRK. “Ik zeg hem dan dat hij een echte West-Vlaming is omdat hij altijd alles zelf wil doen.”
KAREL. “De neven en nichten studeren in Leuven en zien elkaar daar geregeld, al zijn die netwerken waarschijnlijk helemaal anders dan wij ons inbeelden. Als je het mij vraagt, is Vlaanderen trouwens te klein om van netwerken te kunnen spreken.”
MATTHIAS. “Voor een uitgeverij is het onderhouden van een extern netwerk cruciaal, want uitgeven is een relatievak. Als je geen contacten hebt in de culturele, politieke of bedrijfseconomische wereld, kom je er niet in. Maar het is niet gemakkelijk om de jongeren die in het bedrijf stappen aan te zetten om daar na de werkuren tijd in te investeren. Een van mijn bezorgdheden is dus om ervoor te zorgen dat er jongeren zin krijgen om verantwoordelijkheid op te nemen. Mijn kinderen willen wel ondernemen, maar ze willen ook een evenwicht vinden met hun persoonlijk leven. Ze moeten daarom voldoende tijd krijgen om de nodige draagkracht op te bouwen.”
Hanteert u ook allemaal dezelfde stijl, elk binnen uw functie?
DIRK. “Hard werken, iets realiseren en low profile blijven, dat zit er bij ons allemaal ingebakken. Wij zijn niet de mensen die de grote sier maken, we hebben een eerder bescheiden levensstijl.”
KAREL. “Onafhankelijkheid en ideologie blijven voor ons allemaal ook belangrijk. Onze grootvader was een uitgesproken Vlaamse katholiek in een tijd dat hij daarmee nog inging tegen het establishment en tegen de katholieke kerk, die Belgisch was. Wij vertalen die katholieke en Vlaamse waarden naar de huidige tijd en we zullen ze nooit verloochenen.”
DIRK. “Onze grootvader vocht nog in de Eerste Wereldoorlog en merkte daar hoe de Vlamingen steevast in de vuurlinie werden opgesteld. Daarom heeft hij mee de bouw van de eerste IJzertoren gefinancierd. Twee klokken in de huidige toren zijn geschonken door de familie Lannoo.”
Vertaalt zich dat ook in een politieke strekking?
MATTHIAS. “Er zijn verschillende mensen die bepaalde stempels op ons willen drukken, maar we zijn niet politiek gebonden. Het is te kort door de bocht om ons Vlaams-katholiek te noemen. Wat vroeger aan de oppervlakte zat, is nu nog onderhuids aanwezig.”
DIRK. “Joris Lannoo had een zeer sterke persoonlijkheid en visie. Hij was te Vlaams en te sociaal om populair te zijn bij de kerk en door zijn Vlaams engagement was hij ook bij andere partijen niet geliefd. Je kon hem niet in een hokje steken en dat kan je nu met ons nog niet.”
Is het tegenwoordig niet eerder een handicap in plaats van een troef om een Vlaams familiebedrijf te zijn?
DIRK. “Grootschalige familiebedrijven winnen aan kracht, dat is een van mijn stokpaardjes. Ik geloof dat die de komende tien tot twintig jaar weer belangrijker worden, zelfs in tijden van globalisering. Bekijk maar eens hoeveel familiebedrijven er in de Fortune 500 staan. Zij maken de multinationals het leven zuur, want ze zijn veel flexibeler en kunnen veel sneller beslissen dan beursgenoteerde bedrijven.”
De crisis slaat toch ook hard toe bij familiebedrijven in de drukkerij- en uitgeverijsector?
PIETER. “Heel hard. Er is overcapaciteit en er heerst een enorme prijzendruk. We werken nu heel hard en draaien iedere euro die we uitgeven twee keer om.”
DIRK. “Je moet ook andere wapens dan een lage prijs gebruiken. Snelheid, maatwerk, creativiteit en service tellen ook.”
KAREL. “Het grote probleem in België is dat er hier in januari een loonindexering van bijna vijf procent was. Daardoor steeg de kostenstructuur met vijf procent zonder dat er voorts iets veranderde. Dat is volledig uit de tijd en dat weten alle landen rondom ons, want België is het enige land in Europa waar die indexering gebeurde. Iemand uit de financiële sector vertelde me dat bij Deutsche Bank in 2009 alle salarissen werden bevroren, behalve in België. In zo’n omstandigheden een bedrijf leiden, is in tijden van crisis erg moeilijk.”
MATTHIAS. “We wachten af wat het najaar brengt. Normaal groeien we jaarlijks met ongeveer tien procent, maar 2009 wordt een consolidatiejaar. Om een omzetdaling aan te kunnen, moeten we ons aanpassen en onze kosten drukken. Maar de Belgische consument reageert nog altijd weinig crisisbewust. Dat het consumptiepatroon zich doorzet, is positief, maar ik ben bang dat veel mensen denken dat alles kan blijven zoals het vroeger was. In Nederland reageert iedereen veel scherper.”
KAREL. “Zodra er 2 of 3 procent meer werkloosheid is, zal de consument de crisis wel sterker voelen. Momenteel speelt er nog een vertragingseffect, maar in het najaar zal het consumentenvertrouwen afnemen. De bankensector deed bijvoorbeeld nog geen afdankingen, ik denk dat die nog volgen. België is als financieel centrum tenslotte volledig van de kaart geveegd en de financiële sector was de grootste werkgever in Brussel.”
Fernand Huts, de topman van Katoen Natie, kiest resoluut voor besparingen. Dirk, is dat een ordewoord dat u doorgeeft aan drukkerij Lannoo?
DIRK. “Wij willen, net als Matthias voor Uitgeverij Lannoo wil, dat er bij de medewerkers van Katoen Natie niet het idee leeft dat mensen op hun lauweren kunnen rusten. We must be prepared for more shit. Katoen Natie is actief in 26 landen, in verschillende sectoren en we zien daardoor een heel diffuus beeld: regio’s waar het slecht gaat terwijl we dachten dat ze stand zouden houden en omgekeerd.”
Vormen de crisis en de digitalisering een extra gevaarlijke mix voor Lannoo?
KAREL. “Mijn vader zei vroeger al dat de boekensector er een is waarin je veel inspanningen moet doen, soms voor een klein resultaat. Ik heb nu wel net een artikel uit de Financial Times aan mijn broer gegeven waarin de mediagroep Hachette zegt dat zij het e-book als de grootste uitdaging zien.”
MATTHIAS. “Het e-book zal vijf of tien procent van de markt innemen, niet meer. Wij verkopen ook emoties. Die kun je digitaal niet zo goed vatten als in een boek. De cartografiemarkt, waarin wij ook actief zijn, loopt momenteel ook sterk achteruit. Ik geloof toch dat die markt zal stabiliseren en zelfs nog even opnieuw zal stijgen. Soms heb je gewoon een groter wegenoverzicht nodig dan op je gps. We houden de vinger aan de multimediale pols, maar zijn geen early adaptor.”
KAREL. “Een kunstboek is in Nederland al niet wat het in Vlaanderen is. Je kunt je dus afvragen of het concept waar Lannoo vandaag in werkt ook het concept voor de toekomst is.”
DIRK. “Ik zie me persoonlijk nog niet met een digitaal boek in bed kruipen.”
Door Patrick Claerhout en Sjoukje Smedts/Fotografie Jelle Vermeersch
“We overwegen een minderheidsparticipatie toe te staan als zich een grote kans voordoet” Matthias Lannoo
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier