1 op de 4 Europeanen rookt actief, 1 op de 5 passief

Ongeveer driekwart van de Europese bevolking rookt niet. Dat betekent dat 1 op de 4 wél rookt. 1 op de 5 wordt blootgesteld aan de tabaksrook van anderen.

Terwijl iets meer dan driekwart (76,0 procent) van de Europese bevolking – van 15 jaar of ouder – in 2014 tot de niet-rokers behoorde, rookte 19,2 procent dagelijks een of ander tabaksproduct, en 4,7 procent occasioneel. Dat blijkt uit cijfers van het Europees statistiekbureau Eurostat

Met andere woorden, bijna 1 op de 4 personen (24,0 procent) van 15 jaar of ouder in de Europese Unie was in 2014 een roker.

Vooral mannen blijken de meest verstokte rokers (28,7 procent ) in vergelijking met vrouwen (19,5 procent).

Behalve verwoed of occasioneel roken bestaat er nog zoiets als ‘passief roken’. Dat geldt bijvoorbeeld voor wie zelf niet rookt, maar zich in een ruimte bevindt waar door anderen wordt gerookt.

Uit de cijfers van Eurostat blijkt dat iets meer dan een vijfde van de Europese bevolking (21,6 procent) in 2014 van 15 jaar en ouder – dagelijks werd blootgesteld aan tabaksrook.

De consumptie van tabak vormt binnen de EU een van de grootste – vermijdbare – risico’s op kanker, hart- en vaatziekten voor wie actief en passief rookt.

Van alle EU-lidstaten waarover gegevens beschikbaar zijn, tellen Zweden (16,7 procent), het Verenigd Koningkrijk (17,2 procent), Finland (19,3 procent) , Portugal (20 procent), Luxemburg (20,4 procent), Denemarken (20,9 procent) en Duitsland (21,7 procent) het minst aantal rokers.

Bulgarije (34,7 procent), Griekenland (32,6 procent), oostenrijk (30 procent), Slowakije (29,6 procent) en Letland (29,5 procent) tellen de meeste verstokte rokers. (BO)