Hoe extreemlinks de vakbonden inpalmt: een analyse in 6 punten

jaren voor een conflictmodel. In die omgeving kunnen radicale elementen, zoals de PVDA/PTB, goed gedijen. © ID/ James Arthur
Alain Mouton
Alain Mouton Journalist

De leden van socialistische vakbond ABVV waren nooit koorknapen, maar het valt op dat syndicale acties grimmiger worden. Een belangrijke verklaring voor die radicalisering is de toenemende invloed van de extreemlinkse partij PTB/PVDA in de vakbonden. Meer militanten en afgevaardigden hebben een partijkaart. Via dat entrisme willen de neocommunisten hun greep op de vakbonden en de politiek verhogen. Een analyse.

1. Sociaal conflictmodel is voedingsbodem

Een paar week geleden stelden de vakbonden op een zondagvoormiddag een stakingspiket op voor een Delhaize-supermarkt in Brussel. Het ging niet om personeelsleden van de winkel, een franchisezaak die door een zelfstandige wordt uitgebaat. Het betrof militanten die aan de slag zijn in winkels die voorlopig nog in eigen beheer van Delhaize zijn. Met de actie verzetten ze zich tegen de plannen van de directie om alle winkels in eigen beheer over te laten aan zelfstandigen.

De blokkade duurde niet lang. De politie verwijderde de stakingspost. Een bedrijventerrein afsluiten tijdens een syndicale actiedag of de toegang belemmeren van een bedrijf waar men niet werkt, is geen onderdeel van het stakingsrecht.

‘Als je een stakingspost bezoekt, heb je 90 procent kans om een PVDA’er tegen het lijf te lopen. Een vakbondsmilitant met een partijkaart van de socialisten vind je er minder snel’
EEN VAKBONDSVERTEGENWOORDIGER

Het valt op dat de acties van de vakbonden bij Delhaize grimmig verlopen. Dat bepaalde winkels meer dan een week gesloten zouden bleven, hadden weinigen verwacht. De vakbondsmilitanten van de bediendenbonden BBTK en ACV Plus staan niet bekend als hardliners.

“Let op, in de retailsector gaat het om zeer archaïsche vakbonden met een sterke Waalse vleugel”, zegt een sectorale onderhandelaar voor de werkgevers. “Dat betekent per definitie dat er veel PVDA’ers onder de leden zijn. Die stellen zich zeer radicaal op.”

Kenners van het sociaal overleg noemen België op dat domein “een Latijns land aan de Noordzee”. De vakbonden kiezen hier al jaren voor een conflictmodel om hun doelstellingen te bereiken. Daarin speelt het stakingswapen een cruciale rol. In die omgeving kunnen radicale elementen, zoals de extreemlinkse partij PVDA/PTB, goed gedijen.

“Bovendien is de retail een sector met lage marges. De vakbonden hebben die kwetsbaarheid gebruikt om in de bedrijven veel macht te verwerven. Een agressieve aanpak loont voor hen”, zegt een oudgediende van het sociaal overleg. “Dat is nu zo bij Delhaize en dat was vroeger het geval bij andere retailers, zoals Makro. Het gevolg is dat de vakbonden in de distributie controle hebben over de arbeidsorganisatie. Er zijn verhalen van winkels waar je ’s ochtends eerst een halfuur met de vakbondsafgevaardigde moet praten om af te spreken wie op welke afdeling begint. Al heb je dat ook elders. Bij De Lijn vullen de vakbonden de uurroosters in, niet het management.”

Bij de vakbonden is te horen dat afgevaardigden die een sterke band hebben met de neocommunisten van die situatie gebruikmaken om zich hard op te stellen en aan sympathie winnen bij het personeel.

2. Alomtegenwoordig bij stakingsposten

De neocommunisten van de PTB/PVDA slagen er zeer goed in het syndicale terrein bij conflicten snel te bezetten. “Als je een stakingspost bezoekt, heb je 90 procent kans om een PVDA’er tegen het lijf te lopen. Een vakbondsmilitant met een partijkaart van de socialisten vind je er minder snel”, zegt een vakbondsvertegenwoordiger.

Het gaat niet alleen om het bezetten van stakingsposten door vakbondsafgevaardigde of -secretarissen met PVDA-sympathieën. Bij de nationale staking van 13 februari 2019 brachten kaderleden van de partij een bezoek aan maar liefst 600 stakingsposten over het hele land. Ook bij vroegere sterk gemediatiseerde vakbondsacties bij Audi Vorst of de sluiting van Caterpillar in Charleroi doken leden van de partij van Raoul Hedebouw op.

Dat leidt tot een radicalisering bij de basis en vergroot de druk van de PVDA/PTB op de kaderleden van de vakbond die moeten onderhandelen met werkgevers.

De Franstalige politicoloog Pascal Delwit (ULB) noemt dat de “strategie van het entrisme”. Het is een oude communistische truc om organisaties te infiltreren en van binnenuit te radicaliseren.

RAOUL HEDEBOUW De voorzitter van de PVDA/PTB heeft ook met Vlaamse vakbondsvleugels goede contacten.
RAOUL HEDEBOUW De voorzitter van de PVDA/PTB heeft ook met Vlaamse vakbondsvleugels goede contacten. © BELGA MAG/AFP via Getty Images

3. Vakbondsmilitanten die partijlid zijn, zijn discreet

De PVDA/PTB lacht de verhalen over de stijgende invloed weg. Voorzitter Raoul Hedebouw herhaalt regelmatig dat zijn partij door haar radicale antikapitalistische houding nu eenmaal gemakkelijk vakbondsleden aanspreekt omdat de socialistische partijen er niet in slagen een beleid te voeren dat ze wensen. De in hun ogen rigide wetgeving op de loonvorming blijft bestaan. En van een algemene vermogenstaks is in België nog geen sprake.

Voor de PVDA/PTB is het niet moeilijk om de beschuldigingen van entrisme weg te lachen. De socialistische vakbond telt 1,5 miljoen leden, maar van hen is niet geweten hoeveel er een partijkaart van de neocommunisten hebben.

De vakbondsmilitanten die lid zijn van de partij van Hedebouw gaan zeer discreet te werk. Als ze opduiken op een partijcongres, zitten ze achteraan in de zaal en blijven ze uit de spotlights.

Daarnaast werken ze vooral via zogenoemde ‘basisgroepen’ en ‘bedrijfswerkingen’. Die zijn te vergelijken met de lokale afdelingen van politieke partijen op provinciaal en gemeentelijk gebied. Sommige groepen zijn per bedrijf en per sector georganiseerd.

Bij het ABVV is te horen dat de partij via die weg populair is geworden in de afdelingen van de provincie Henegouwen, in sectoren als de banken, de metaalindustrie, de non-profit en de openbare diensten, zoals de NMBS.

“Vooral bij de gewone leden en eventueel bij de vakbondsvertegenwoordiging in het bedrijf, minder bij de kaderleden en de vakbondssecretarissen”, zegt een oudgediende van de socialistische vakbond. “Ik hoor de verhalen van leden van het ABVV die door de PVDA worden aangemoedigd zich kandidaat te stellen bij de sociale verkiezingen in hun bedrijf. Maar doordringen tot de hogere kadersfuncties via de centrales is moeilijker.

“Al heb ik vroeger wel verhalen gehoord over kaderleden die discreet opleidingen volgden op het hoofdkwartier van de PVDA en de boodschap meekregen dat ze zich bij het sociaal overleg radicaler moesten opstellen. Dat kan zijn, maar ik merk dat men er op sectoraal en ondernemingsniveau nog altijd in slaagt cao’s af te sluiten.”

4. Focus op sectoren en openbare diensten

De invloed van de neocommunisten op de vakbonden zou dus zeer uiteenlopend zijn. Over het entrisme bij de spoorbonden zou echter weinig twijfel bestaan. In 2018 werd met Metisp-Protect een nieuwe spoorvakbond opgericht. Voormalige kaderleden van de Franstalige socialistische spoorbond CGSP gingen een eigen weg. De reden? De vakbond zou weinig meer zijn geworden dan een syndicaal verlengstuk van de PVDA/PTB, met als gevolg een toenemende radicalisering.

De afsplitsing kwam er nadat een brief publiek werd gemaakt die de leiding van de CGSP had gericht aan de toenmalige PVDA-voorzitter Peter Mertens, met een waarschuwing: “Wij merken al enige tijd dat uw partij tussenbeide komt bij onze délégués en syndicale instanties, wat ons werk bemoeilijkt. Ik moet ervoor zorgen dat we onafhankelijk blijven van elke politieke partij. U moet onmiddellijk maatregelen nemen tegen deze praktijken.”

Daarop volgde een antwoord van de extreemlinkse partij dat ze “de strijd van de werkende klasse op verschillende manieren steunt”. Volgens de PVDA was de oprichting van een nieuwe vakbond een zet van de directie om de vakbonden uit elkaar te spelen in de aanloop naar de eerste sociale verkiezingen bij de NMBS eind 2018. De neocommunisten triomfeerden dan ook, toen bleek dat de ACOD/CGSP de grote winnaar van de sociale verkiezingen werd met 58 procent van de stemmen en 302 van de 523 zitjes in de overlegorganen. De christelijke vakbond haalde 36 procent van de stemmen, de kleinere vakbonden 6 procent en amper 33 verkozenen.

5. Vakbonden worden militanter en belgicistischer

Op 24 juni 2016 vond de zoveelste staking plaats tegen de centrumrechtse regering-Michel. Antwerps ABVV-voorzitter Bruno Verlaeckt had tijdens een staking wegblokkades laten opwerpen. Hij werd later veroordeeld voor het kwaadwillig belemmeren van het verkeer. De PVDA schreeuwde daarna moord en brand. “Ik ben een voorstander van het stakingsrecht, maar had toen de indruk dat de socialistische vakbond de eigen troepen niet meer onder controle had”, zegt een vakbondsafgevaardigde van ACV Metea (Metaal en Textiel). “Ik herinner me dat we niet gelukkig waren met een stakingsdag zo kort voor de grote vakantie. Dat gaf een slecht beeld. De socialistische vakbond werd duidelijk aangevuurd door communistische sympathisanten.”

Een ander voorbeeld van de militantere rode vakbond: in 2020 moest voorzitter Robert Vertenueil opkrassen na een vertrouwensbreuk met zijn Waalse achterban. Vertenueil had MR-voorzitter Georges-Louis Bouchez ontmoet en beiden pleitten voor een nieuw sociaal pact. Maar voor veel militanten van het ABVV is Bouchez de baarlijke duivel. Vertenueil werd vervangen door Thierry Bodson. Die haastte zich om te verklaren dat het ontslag van zijn voorganger “niets te maken heeft met een toenemende invloed van de PVDA op de vakbond”. Alleen had Vertenueil een aantal maanden eerder hard uitgehaald naar de “onverantwoorde PTB/PVDA”.

Zeker aan de top van de Waalse vleugel van de socialistische vakbond is ergernis gegroeid over de manier waarop de neocommunisten de debatten beïnvloeden tijdens vakbondscongressen. Tijdens het jongste congres van de Waalse interregionale van het ABVV/FGTB oefenden PTB-gezinde vakbondsleden druk uit om niet te beginnen over Waals regionalisme, waar het rode syndicalisme bezuiden de taalgrens nochtans zijn wortels vindt. De PVDA/PTB is een grote voorstander van herfederaliseringen en van een unitair België.

Overigens is het opletten geblazen met te beweren dat de partij van Raoul Hedebouw vooral bij de Waalse vakbondsvleugels een luisterend oor vindt. Zo blijkt dat de PVDA goede contacten onderhoudt met de syndicaten van het gevangenispersoneel in Vlaanderen, en minder in Wallonië.

6. Veel verkozenen met een vakbondsverleden

Hoeveel vakbondsmilitanten een lidkaart hebben van de neocommunisten blijft onbekend. De PTB/PVDA is daar zeer discreet over. De enige boodschap die de partij meegeeft is dat het “ledenaantal van de partij in tien jaar gestegen is van 2.000 naar 20.000 en dat dus ook het aantal vakbondsleden toeneemt.”

218 vakbondsleden stelden zich in de verkiezingen van 2019 kandidaat voor PTB/PVDA. 6 van de 12 PVDA-kamerleden hebben een vakbondsachtergrond.

Meer duidelijkheid is er over de syndicalisten op de kieslijsten van de partij. Bij de verkiezingen van 2019 (federaal, regionaal en Europees) stelden zich 218 vakbondsleden kandidaat voor de PTB/PVDA, van wie 164 afkomstig uit het ABVV. Dat is natuurlijk maar een zeer klein deel van de 1,5 miljoen leden van de rode vakbond.

We krijgen een ander beeld van de effectieve verkozenen voor de partij. Zes van de twaalf PVDA-kamerleden hebben een vakbondsachtergrond. Onder hen enkele relatief bekende figuren zoals Gaby Colebunders (ACV, ex-Ford Genk) en Maria Vindevoghel (ACV, in 2001 verwierf ze enige bekendheid als woordvoerder van de Sabena-werknemers). Voorts nog Roberto D’Amico (ABVV, Caterpillar), Greet Daems (ACOD), Nadia Moscufo (BBTK, ex-Carrefour en Aldi) en Steven De Vuyst (ACOD)

Enkelen van hen hebben hun strepen verdiend bij bekende sociale conflicten. Dat hielp om op de radar van de PVDA/PTB te komen en er politiek carrière te maken. In 2019 werden ook syndicalisten verkozen op de PS-lijsten, maar hun gewicht in de fractie is of was zeer klein. In de Kamer werd de ondertussen overleden ex-ABVV-voorzitter Marc Goblet verkozen en in het Waals Parlement Francis Gomez, de voormalige voorzitter van de Luikse rode metaalvakbond. Van die Luikse metallo’s is bekend dat ze dicht bij de PTB staan. Hilal Sor, de huidige nummer één van de Waalse metaalvakbond, is een intimus van Raoul Hedebouw.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content