Geld is de motor

Dankzij de Belgische banken en vooral dankzij het gestandaardiseerde rekeningnummer telt België een heleboel bedrijven die actief zijn in de bancaire software.Een woordje uitleg.

De topman van Scorpio, een firma die programmatuur voor Internet-bankieren ontwikkelt, aarzelt geen seconde: de expertise van de Belgen in de software voor de financiële sector is te danken aan de banken. “Zij hebben erg geavanceerde back-office mechanismen ingevoerd, in de eerste plaats het gestandaardiseerde rekeningnummer,” vertelt Jacques Delaere. Dat systeem werd al in 1971 in België gelanceerd, terwijl het in de Verenigde Staten nog altijd niet bestaat – vandaar dat de betalingen tussen banken daar ingewikkeld blijven. “De samenwerking binnen de bankwereld heeft de Belgische bedrijven gestimuleerd om spitstechnologische diensten te ontwikkelen voor onder meer Internet-bankieren,” vervolgt Delaere.

Bovendien zijn in ons land internationale bedrijven gevestigd, zoals Swift en Europay, die een reeks systemen vooralle Belgische en buitenlandse financiële instellingen beheren. Europay is eenEuropese reus inzake betaalsystemen,vooral dankzij de Eurocard en de MasterCard-kaarten. Swift, een bankcoöperatie, verzorgt beveiligde communicatiediensten tussen meer dan 6500 financiële instellingen in 181 landen, wat het bedrijf vorig jaar 15 miljard frank inkomsten opleverde.

Eén rekeningnummer met twaalf cijfers

Vooral de samenwerkingsinitiatieven van de Belgische financiële instellingen hebben een gunstig klimaat geschapen voor het ontstaan van geavanceerde bedrijven in het financiële domein. Eén van de opvallendste voorbeelden dateert van het begin van de jaren zeventig, toen de Belgische banken, binnen de Belgische Vereniging van Banken, het gestandaardiseerde bankrekeningnummer met twaalf cijfers introduceerden. Doel: de elektronische verwerking van de betalingen mogelijk maken. De banken hadden de explosie van het elektronische geld en de toename van de betalingen tussen de banken voorzien en zochten een middel om de evolutie aan te kunnen. In 1971 lanceerden ze het standaard overschrijvingsformulier. En in 1974 werd het Centre d’Echange d’opérations et de Compensation (Centrum voor de Uitwisseling en Verrekening van Verrichtingen) gesticht, dat de uitwisselingen op papier tussen de banken verving.

Uit dezelfde filosofie, maar minder snel en vlot, is Banksys ontstaan, het bedrijf dat het Bancontact/Mister Cash netwerk beheert. De BBL en de Generale Bank hadden elk hun eigen netwerk van geldautomaten gelanceerd. Ze werden in 1977 en 1978 operationeel, met een interval van slechts enkele maanden, waren toegankelijk met een magneetkaart en maakten het mogelijk om 24 uur per dag geld af te halen.

Het plastic geld

trok snel de aandacht van de petroleummaatschappijen, die de twee organisaties verzochten terminals te ontwikkelen om hun benzinestations dag en nacht open te houden. De distributieketens volgden en de klanten begonnen erop aan te dringen dat de verschillende terminals compatibel zouden zijn.

Uiteindelijk won het gezond verstand en besloten de banken hun netwerken samen te voegen. In 1989 stichtten ze Banksys, dat momenteel meer dan 650 werknemers telt en vorig jaar 1,689 miljard frank winst boekte op een omzet van 5,1 miljard frank.

De meeste Belgische banken zijn aandeelhouder van deze naamloze vennootschap die het plastic geld in Belgiëgemeengoed heeft gemaakt: ons land telt 7,8 miljoen Bancontact/Mister Cash debetkaarten voor 10,2 miljoen inwoners – baby’s en bejaarden inbegrepen.Vorig jaar kende het aantal betalingen per kaart een explosie, dankzij de vermindering van de prijs van de transacties. In 1998 werden in totaal bijna 382 miljoen verrichtingen met een Bancontact/Mister Cash kaart uitgevoerd, voor een totale waarde van meer dan 906 miljard frank.

De Belgische banken in actie

Banksys heeft bovendien naam gemaakt als expert in de elektronische overdracht van fondsen en de beveiliging van transacties. Het bedrijf is actief in een reeks aanverwante sectoren, zoals het ontwerp van de software, terminals en beveiligingssystemen die het voor zijn werking nodig heeft. Ten slotte wil het de wereld veroveren met Proton, zijn elektronische portemonnee, een oplaadbare plastic kaart voor kleine uitgaven (zie ook blz. 148). Voor Proton werd een apart bedrijf gesticht, Proton World International, dat voor de internationale expansie moet zorgen.

In 1994 lanceerden de BBL, de Generale Bank en Kredietbank een ander gemeenschappelijk project, Isabel. De bedoeling: een gestandaardiseerd platform scheppen voor hun pc-banking systemen voor de bedrijfswereld. Duizenden bedrijven maakten toen al dagelijks gebruik van elektronisch bankieren: om betalingen te verrichten, hun rekeningen te raadplegen of andere financiële informatie te krijgen. Aangezien elke bank haar eigen software ontwikkelde, moest de klant voor elke bank met een anderprogramma werken, met telkens andereprocedures en normen.

Het project Isabel

leidde tot drie naamloze vennootschappen: IsaServer, dat het informaticacentrum exploiteert, IsaNet, dat het telecommunicatienetwerk voor zijn rekening neemt en IsaSoftware, dat de programma’s ontwikkelt en toepast. Bacob, Cera, ASLK en het Gemeentekrediet voegden zich snel bij de stichtende banken. Na twee jaar ontwikkeling van de software en de architectuur van het interne netwerk, kwam Isabel in november 1996 in de commerciële fase. Via Isabel delen de banken de ontwikkelingskosten van de software en van een eigen netwerk, dat de bedrijfsklanten via één interface en één beveiligingssysteem toegang geeft tot al hun rekeningen.

Toch heeft Isabel aan enkele kinderziekten geleden, zoals de erg lange wachttijden om aangesloten te worden op het systeem. Bovendien botste Isabel soms met andere programma’s. In de herfst van 1998 werd een nieuwe versie van de software gelanceerd en steeg de klantenportefeuille met 30%. Isabel heeft nu bijna 70.000 gebruikers en iets minder dan 38.000 abonnementen. Dat ligt onder de aanvankelijke verwachtingen, maar het aantal abonnementen zou moeten toenemen nu de banken beetje bij beetje hun pc-banking systemen afschaffen en de bedrijven aanmoedigen om de overstap naar Isabel te maken. Het bedrijf, dat 95 werknemers telt, hoopt in 2001 uit de rode cijfers te zijn.

Andere projecten

zijn in de maak. Het Belgische bedrijf heeft onder meer een programma ontwikkeld, dat door het Instituut van Accountants op de markt wordt gebracht, waarmee men BTWgegevens elektronisch aan het ministerie van Financiën kan doorsturen. De administratie is er weliswaar niet klaar voor, maar Isabel hoopt toch de bijkomende optie in de volgende maanden te kunnen starten.

Ten slotte wil Isabel het voorkeursplatform worden van de Belgische bedrijven met belangstelling voor business-to-business elektronische handel. De voordelen: het netwerk is veilig en men kan zijn facturen via Isabel elektronisch ondertekenen en betalen.

Schuchtere verzekeraars

De verzekeringsmaatschappijen hebben, weze het wat voorzichtiger, eveneens een gemeenschappelijke service ontwikkeld die de algemene kosten van de verzekeringsoperaties moet drukken. Codenaam: Assurnet. Dit telecommunicatienet werd dertien jaar geleden gesticht en stelt de makelaars in staat om elektronische boodschappen uit te wisselen met de verzekeringsmaatschappijen waarmee ze samenwerken. Het systeem heeft al meer dan 80 miljoen operaties verwerkt.

De eerste versie van Assurnet werd vooral gebruikt voor boekhoudkundige verrichtingen, zoals de verzending van lijsten van door de makelaar te innen premies. Een nieuw programma, Assurnet 2, verandert dat. Het maakt het mogelijk om verzekeringsoperaties in één keer uit te voeren. Tijdelijke klassementen en herinneringen zijn overbodig: de uitwisseling gebeurt echt interactief en levert een ontegensprekelijke tijdwinst op. Een tariefaanvraag wordt onmiddellijk beantwoord en de dekking kan ogenblikkelijk worden toegestaan. De verzekeringspolis en de groene kaart kunnen op gewoon verzoek rechtstreeks worden afgedrukt.

Assurnet 2 moet de rentabiliteit van het distribitiecircuit van makelaars verbeteren. Volgens de ramingen van Assurnet zou het instrument de makelaars tot 50% tijd doen besparen. Dat zal hun algemene kosten drukken en hun beschikbaarheid voor bijkomende en persoonlijke diensten vergroten.

Momenteel zijn

meer dan veertig maatschappijen en 3000 makelaars aangesloten op het netwerk, dat de vorm van een coöperatief bedrijf heeft. Assurnet 2 omvat voornamelijk specifieke modules die de verschillende maatschappijen hebben ontwikkeld om met hun makelaars te werken. Het netwerk heeft ook standaardmodules, die de makelaars kunnen gebruiken voor operaties met maatschappijen die alle modules nog niet hebben ontwikkeld.

De gemeenschappelijke programma’s en het netwerk zijn intern gerealiseerd, soms met de hulp van externe bedrijven. Zo heeft Trasys de voorstudie en de concrete ontwikkeling van het netwerk op zich genomen. Assurnet koestert momenteel plannen voor verticale integratie: het bedrijf zou graag alle informatica die de makelaar nodig heeft ontwikkelen en ondersteunen. Zal dit leiden tot nieuwe bedrijven die gespecialiseerd zijn in informaticadiensten voor verzekeraars?

Christine Scharff

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content