FABRELAC. MOZARELLA UIT LIMBURG

Hoe antwoordt de Belgische kaasboer op een krimpende markt ? Hij gaat Italiaans.

“Van Italianen kreeg ik weinig tegenkanting, des te meer van de Belgen. ” Op de krimpende Belgische kaasmarkt vond Luc Laumen van de NV Fabrelac een uitstekende niche : de man uit het Limburgse Bree produceert Italiaanse kazen. Vooral mozarella (60 %), voorts rigatello (35 %) en mascarpone (5 %). “Klassieke Goudse kazen produceert iedereen met grootschalige technieken waar wij als KMO niet tegenop kunnen. Belgomilk opende zopas een nieuwe produktie-eenheid waar jaarlijks 250 miljoen liter melk tot Cheddar wordt verwerkt. Wij willen een alternatief bieden voor typisch Belgische kazen. “

En met sukses. Waar de traditionele Belgische kaasmarkt elk jaar krimpt, zag Fabrelac haar omzet de voorbije vijf jaar reuzesprongen maken. In 1990 werd 38 miljoen gehaald, in 1994 135 miljoen. En het eerste kwartaal van 1995 meldt opnieuw een stijging, want er werd op 40 miljoen afgeklokt. Het personeelsbestand groeide aan van één tot acht, de verwerkte melkplas van twee miljoen naar tien miljoen liter.

Die plas wordt geleverd door 25 melkboeren in een straal van 30 kilometer rond het bedrijf. Bij de start, in 1989, was dat geen sinecure, want de grote zuivelindustrie keek met argusogen naar Laumens initiatief. “Nu hebben ze zich erbij neergelegd. In 1993, toen we in Bree ons nieuw bedrijf inplantten, kregen we zelfs een overnamebod. Maar we zeggen nee. Dit bedrijf is altijd onze droom geweest. ” “We” zijn Luc en vrouw Liliane, die samen het bedrijf leiden en de 100 % aandelen van Fabrelac bezitten.

Produkten onder de merknaam Fabrelac zal je nooit in de winkel zien. De firma levert aan de industrie (60 %) en de groothandelaars (40 %). De industrie bewerkt de Italiaanse kazen tot private labels in de F1- en F2-sektor. De groothandel verkoopt de kazen aan pizzeria’s en restaurants. 80 % van de produktie is bestemd voor de Belgische markt, 20 % voor de buurlanden. Export naar verre landen behoort voorlopig tot het verleden. Verhoogde invoerrechten, verlaagde restituties en een lage dollarkoers deden de export naar Brazilië medio 1994 stokken.

Merkwaardig genoeg is de belangrijkste konkurrent in België de Belgische Zuivelunie (BZU) ; van Italianen ondervindt Fabrelac nauwelijks hinder. Galbani mikt op een hoger marktsegment met een duur produkt van topkwaliteit. Laumen zélf kreeg de knepen van het kaas maken natuurlijk in Italië onder de knie. Nog steeds laat hij tweemaal per jaar Italiaanse kazenmakers overkomen, om de werknemers de nodige know-how te geven. Sinds vorig jaar beschikt Fabrelac ook over een voedingstechnoloog die waakt over de kwaliteitszorg.

LUC LAUMEN (FABRELAC)Italiaanse kazen voor de Belgische markt.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content