Europese bedrijven beginnen te lijden onder het Amerikaans-Chinese geruzie
Europese bedrijven moeten er niet langer op rekenen munt te slaan uit het geruzie tussen China en Amerika.
Handelsoorlogen zijn doorgaans slecht nieuws voor de bedrijven in de landen die erbij betrokken zijn. Maar kunnen er voordelen zijn voor de landen die aan de zijlijn op de loer liggen? Die hoop koesterde een aantal Europese bedrijven terwijl Donald Trump de handelsoorlog tussen de Verenigde Staten en China aanwakkerde. Maar die aanpak heeft niet de verwachte voordelen opgeleverd. In 2021 worden de nadelen nog duidelijker.
Europa hoopte dat Chinese en Amerikaanse bedrijven, die niets bij elkaar konden kopen toen de handelsgeschillen opflakkerden, zich tot Europese bedrijven zouden wenden. Een onderzoek van de Verenigde Naties uit 2019 voorspelde dat de Europese landen 70 miljard dollar extra aan export per jaar zouden binnenrijven, grotendeels omdat de Chinese bedrijven nieuwe leveranciers nodig hadden. Toen de regering-Trump sancties oplegde aan Huawei, een Chinese producent van telecomapparatuur, gingen Amerikaanse en andere netwerkoperatoren zo aankloppen bij Nokia in Finland en Ericsson in Zweden.
Ze hoopten dat Europa zou kunnen vermijden in het spervuur verwikkeld te raken. Dat is almaar minder het geval. Europa werd het slachtoffer van zowel de Amerikaanse als de Chinese vijandigheden en in de toekomst lijkt dat er niet beter op te worden. Intussen stelt Europa zich ook harder op tegenover China.
Strategische industrie
Vergeleken met de grootscheepse handelsoorlog die hij tegen China voerde, heeft Trump enkel wat gekibbeld met Europa. Maar op sommige vlakken loopt de spanning al lang hoog op, en dat zal wellicht zo blijven. In oktober 2019 hebben de Verenigde Staten voor 7,5 miljard dollar invoerrechten op Europese importgoederen geheven, en in november 2020 heeft de Europese Unie teruggeslagen met 4 miljard dollar invoerrechten op Amerikaanse goederen in een ruzie over overheidssubsidies voor luchtvaartfabrikanten. In 2021 dreigen nog meer conflicten te ontstaan, als Europa belastingen heft op grote technologiebedrijven – wat de Amerikanen, niet volledig onterecht, interpreteren als een aanval op hun bedrijven.
Meer dan de helft van de verkoop van Europese bedrijven gebeurt overzee.
De handel met China gaat ook niet bepaald over rozen. Europeanen waren kwaad na de schendingen van de mensenrechten in Xinjiang en het harde politieoptreden in Hongkong. Dat kwam boven op de bezorgdheid dat Chinese bedrijven stilaan aan het veranderen waren van klanten van Europese industriële groeperingen naar concurrenten. Hoewel ze nog altijd aanhangers van de vrije handel zijn, keuren Europese beleidsmakers nu openlijk de vroegere naïeve omgang met China af. In 2021 zal de Europese Unie manieren uitwerken om represailles te nemen tegen Chinese bedrijven, als de overheidssubsidies ingezet worden om Europese concurrenten te ondermijnen. Voor een deel ook als reactie op covid-19 wil Europa bevoorradingsketens voor strategische industrietakken – een term die op zowat elke sector kan slaan – terughalen naar de thuisbasis.
Schrale troost
Europa is ook in aanvaring gekomen met China omdat het continent partij kiest voor de Verenigde Staten. Verscheidene landen, waaronder het Verenigd Koninkrijk en Frankrijk, hebben toegestemd met de Amerikaanse eis om de rol van Huawei in hun telecomnetwerken te beperken. China deinst er niet voor terug Europa eraan te herinneren dat het zijn markt naar believen kan openen of sluiten. In september werden bijvoorbeeld Duitse varkens verbannen van de Chinese markt vanwege verzonnen hygiënische maatregelen.
Zelfs als Europa op goede voet blijft staan met zijn beide grootste handelspartners, zal hun geruzie de Europese bedrijven nog beïnvloeden. Een product van een Europees bedrijf kan worden beschouwd als Chinese export. Zo maken Nokia en Ericsson hun toestellen in China, en Duitse autoconstructeurs die in de Verenigde Staten voertuigen bouwen voor de Chinese markt werden ook het slachtoffer van de handelsonrust.
Europa heeft veel te verliezen alshet vrijhandelssysteem uiteenvalt dat het met Amerika heeft opgebouwd na de Tweede Wereldoorlog. Meer dan de helft van de verkoop van Europese bedrijven gebeurt overzee, vergeleken met minder dan een derde bij Amerikaanse bedrijven, volgens de bank Morgan Stanley. De grote reorganisatie van bevoorradingsketens door de gedeeltelijke breuk tussen de Chinese en de Amerikaanse economie zal Europese bedrijven ook raken. De kleine beetjes aan extra handel die ze hier en daar kunnen oppikken, zullen dan ook een schrale troost blijken.
De auteur is correspondent Europees bedrijfsleven van The Economist in Parijs
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier