‘Er is geen reden tot paniek’
“Zolang de centrale banken een overwegend soepel monetair beleid voeren, valt er een lans te breken voor obligaties”, zegt Laurence De Munter, analiste van JPMorgan Asset Management.
Laurence De Munter werkt in Londen voor JPMorgan Asset Management, een van de grootste vermogensbeheerders ter wereld. Daarvoor was ze onder meer aan de slag bij Bloomberg en Morgan Stanley. De 31-jarige werkt nauw samen met de beste obligatiestrategen van de vermogensbeheerder en krijgt input van obligatiespecialisten van overal ter wereld. Ze bepaalt mee de obligatiestrategie voor grote klanten. Daardoor heeft ze een goede kijk op de segmenten van de obligatiemarkt.
“Alle ogen zijn gericht op de Amerikaanse centrale bank, omdat de Federal Reserve wellicht als eerste belangrijke centrale bank de rente optrekt. Maar sinds begin dit jaar hebben 22 andere centrale banken de rente verlaagd of hun monetaire beleid op een andere manier versoepeld”, nuanceert De Munter de schrik voor stijgende rentevoeten. “De Europese Centrale Bank (ECB) gaat nog tot september 2016 elke maand voor 60 miljard euro obligaties kopen — vooral overheidspapier. De vraag van de ECB is alleen al groter dan de nieuwe overheidsobligaties die op de markt komen. Die grote vraag stuurt de obligatiekoersen hoger en de rente lager. Ook de Japanse centrale bank strooit nog met goedkoop geld. Zolang de centrale banken een overwegend soepel monetair beleid voeren, valt er een lans te breken voor obligaties.”
Amerikaans en Europees bedrijfspapier
Volgens De Munter kunnen beleggers nog altijd het beste rendement halen met Amerikaans of Europees highyieldpapier. Dat zijn obligaties van bedrijven met een slechte of helemaal geen kredietrating. “Je moet wel voorzichtig zijn met uitgiftes van de Amerikaanse oliesector, want daar dreigen wanbetalingen en faillissementen”, zegt ze. “Amerikaanse highyieldobligaties bieden een gemiddeld rendement van 6 procent. Voor Europese hoogrentende obligaties spreken we over een gemiddeld rendement van 4 procent. Maar in Europa worden alle beleggers gepusht om meer risico te nemen. Ze gaan van overheidsobligaties naar veilige bedrijfsobligaties, of van veilige naar hoogrentende bedrijfsobligaties.”
De stijging van de vraag naar bedrijfspapier moet de obligatiekoersen hoger sturen en de rente lager. Stijgende obligatiekoersen zorgen voor een extra opkikker in een obligatieportefeuille. De Munter: “We staan dus nog altijd positief tegenover Amerikaans en Europees bedrijfspapier in het algemeen. Je moet je ook afvragen wat bedrijven die obligaties uitgeven, doen met het geld dat ze hebben opgehaald. Gaan ze daar fusies en overnames mee doen? Nemen ze daar veel risico mee? Het antwoord is meestal neen. Ze gaan nieuwe leningen aan om oude leningen te herfinancieren en hun leningskosten te drukken.”
Iedereen weet volgens De Munter dat de Fed de rente zal verhogen. “Maar de Fed gaat voorzichtig te werk en er is geen reden tot paniek. De markt verwachtte een eerste renteverhoging in juni. Die is na de publicatie van wat tegenvallende macro-economische statistieken opgeschoven naar september. Als de Fed de rente verhoogt, is dat goed nieuws voor de Amerikaanse economie. De Amerikaanse centrale bank zal de rente enkel optrekken als het economische herstel voldoende krachtig is.”
De Munter wijst erop dat er verscheidene periodes in de geschiedenis waren dat een stijgende rente op overheidspapier ten minste voor een deel werd gecompenseerd door een daling van het renteverschil tussen overheids- en bedrijfspapier. Ze rekent erop dat dat ook nu zo zal zijn. De rente op bedrijfsobligaties bestaat uit de zogenoemde risicovrije rente plus een risicopremie. “Als het economisch goed gaat en het de bedrijven voor de wind gaat, moet die risicopremie verkleinen”, legt ze uit. Een stijgende rente en minwaarden op overheidsobligaties leiden dus niet per se tot minwaarden op bedrijfsobligaties.
Winst nemen
“Als beleggers winst willen nemen op sommige obligaties, zou ik aanraden dat ze hun Amerikaanse of Europese overheidsobligaties verkopen. Door de naderende renteverhoging in de Verenigde Staten zakken de prijzen van die obligaties”, stelt De Munter.
Ze vindt het ook geen goed idee nu nog Europese overheidsobligaties te kopen. “De rendementen zijn extreem laag, of zelfs negatief voor kortere looptijden. Zwitserland verkocht vorige week een obligatie met een negatief rendement met een looptijd van tien jaar. Duitsland heeft een negatieve rente op schuldpapier met looptijden tot zeven jaar.” De obligatiespecialiste maakt wel nog een onderscheid tussen obligaties van landen. “Obligaties van Spanje en Italië bieden nog iets meer rendement dan Duitse Bunds. En zolang de ECB overheidsobligaties blijft kopen, profiteren die obligaties daar mee van.”
“Daarbij wil ik wel waarschuwen voor het verschil tussen bied- en laatkoersen. Het verschil tussen de aan- en de verkoopprijs van een obligatie is vaak zo groot dat frequent handelen niet aan te raden is. Dat geldt met name voor hoogrentende bedrijfsobligaties.” Beleggers moeten ook goed beseffen dat wie vandaag een obligatie met een mooie coupon verkoopt, enkel nog obligaties kan vinden waaraan of meer risico, of een lagere coupon vasthangt, of beide.
Wegblijven van opkomende markten
De Munter waarschuwt particuliere beleggers voor obligaties uit de groeilanden. Ze merkt op dat onder de opkomende markten heel wat exporteurs van olie of grondstoffen zijn. De ineenstorting van de olie- en grondstoffenprijzen zijn geen goede zaak voor die landen. Bovendien telt ze in die regio’s meer missers in de bedrijfsresultaten dan positieve verrassingen en verlagen de kredietbeoordelaars meer ratings van bedrijven dan dat ze ratings verhogen.
“De Amerikaanse dollar is bovendien sterk gestegen tegenover de lokale munten. Meestal hebben overheden en bedrijven uit de groeilanden schulden in dollar uitstaan”, stelt De Munter. “Ze hebben zich vaak ingedekt tegen wisselkoersrisico’s, maar niet altijd. Zonder indekking tegen de versterking van de dollar krijgen emittenten uit de opkomende markten het moeilijker hun schulden af te lossen.”
Fondsen zijn onvermijdelijk
De obligatiemarkten zijn drie keer zo groot als de aandelenmarkten en veel complexer. “Vaak is er een minimumdrempel van 100.000 euro voor obligaties. Het is dus raadzaam te beleggen via flexibele obligatiefondsen, die wereldwijd in alle segmenten van de obligatiemarkt kunnen investeren en op een dynamische manier hun allocatie kunnen aanpassen aan de marktomgeving. Dat soort fondsen kan vaak ook inspelen op potentiële prijsdalingen van overgewaardeerde obligaties via shortposities, en zo de rentegevoeligheid van de portefeuille verlagen. Dat zeg ik niet omdat mijn werkgever zulke obligatiefondsen aanbiedt. Ze zijn echt aan een opmars bezig.”
Ilse De Witte
“Als de Fed de rente verhoogt, is dat goed nieuws voor de Amerikaanse economie”
“Beleggers die een obligatie met een mooie coupon verkopen, vinden enkel nog obligaties waaraan of meer risico, of een lagere coupon vasthangt”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier