EEN VRIJ AANTREKKELIJK BEROEP
De sector van de vrije beroepen groeit gestaag. Toch staat de beroepsgroep onder druk. Europa eist deregulering en de Belgische politiek wil sommige taken door ambtenaren laten uitvoeren.
De werkgelegenheid in België staat al een hele tijd onder druk. Het aantal ondernemers of zelfstandigen dat een zaak start, blijft relatief laag. Eén beroepscategorie heeft de wind in de zeilen. De sector van de vrije beroepen — advocaten, artsen, paramedici, architecten, notarissen, gerechtsdeurwaarders, enzovoort — is al jaren de sterkst groeiende zelfstandigensector in België. Momenteel zijn ze met 263.749, een stijging met 63,7 procent in tien jaar en goed voor 26,7 procent van de zelfstandigen. Uit cijfers van de Federatie Vrije Beroepen, aangesloten bij Unizo, blijkt dat er jaarlijks ruim 26.000 mensen in een vrij beroep bij komen.
Bovendien neemt niet alleen het aantal zelfstandigen in vrije beroepen toe, ze creëren ook nog eens jobs voor loontrekkenden. Velen werken met admi-nistratief personeel, verantwoordelijken voor het secretariaat of vaktechnici. “Ondanks de crisis heeft de sector sinds 2008 toch nog voor 20.641 extra arbeidsplaatsen gezorgd”, weet Jan Sap, secretaris-generaal van de Federatie Vrije Beroepen. “Het is bij de zelfstandigen de enige sector met een stijgende tewerkstelling.”
Sap ziet verschillende oorzaken voor het toenemende aantal mensen dat voor een vrij beroep kiest. “Zo stijgt het aantal mensen met een medisch of paramedisch beroep door de toenemende vraag naar gezondheidszorg, vooral door de vergrijzing. En andere, zeer belangrijke factor is de vervrouwelijking van de sector. Het aantal vrouwen met een vrijeberoepspraktijk is de voorbije tien jaar met 81,5 procent toegenomen.” De stijging was het sterkst bij de dierenartsen (+107,43 %), de gerechtsdeurwaarders (+74,29 %) en de notarissen (+68,42 %). Momenteel maken de vrouwen 42,8 procent van de beroepspopulatie van vrije beroepen uit.
“Een derde reden is dat de statusdrempel gedaald is. Dat heeft onder andere te maken met de democratisering van het onderwijs. Bovendien zijn cliënten en patiënten toch mondiger geworden. Dat verkleint de kloof. Kiezen voor een vrij beroep is sociaal gezien geen hinderpaal meer”, weet Jan Sap. “Wij stellen ook vast dat het positieve imago van veel van die beroepen overeind blijft. Ook dat heeft een effect op de tewerkstelling. Het maakt die functies aantrekkelijk.”
De keuze voor associaties
Naast de toename van het aantal professionals is er nog een opvallende evolutie in de sector: er wordt almaar meer samengewerkt in associaties. Onderzoek leert dat zes op de tien beoefenaars van een vrij beroep het moeilijker heeft een solopraktijk te runnen. Volgens Jan Sap is een van de redenen de tendens naar meer specialisatie. “Door de regeldrift van de overheid ontstaat ook een nood aan specialisten, zoals notarissen en advocaten. Boekhouders hebben het niet gemakkelijk alles goed uitgelegd te krijgen. Dat leidt binnen bepaalde beroepen tot almaar meer specialisatie. Tel daar de scherpe winstmarges bij, en de stijgende administratieve rompslomp zoals de recente btw-plicht voor notarissen en nu ook advocaten. Associaties kunnen de werklast verlichten.”
Het voordeel van een associatie is dat de zelfstandigen de kosten (investeringen, uitbouw, vakgerelateerde literatuur aanschaffen…) kunnen delen, terwijl ze wel hun eigen cliënteel behouden. Een nadeel is dan weer dat ze zich bezig moeten houden met de organisatie van kantoren. Ze worden manager en bedrijfsleider.
“Associëren, betekent kantoren met ondersteunend personeel. Dat vergt een andere organisatie”, weet Sap. “Er zijn niet alleen assistenten, er is ook secretariaat. De zelfstandige moet meer hr-taken op zich nemen en vertrouwd zijn met de arbeidswetgeving. Maar van een performant personeelsbeleid hebben ze vaak niet veel kaas gegeten. Daarom zorgt de Federatie Vrije Beroepen voor ondersteuning.” (zie Personeelsbeleid staat nog in de kinderschoenen)
Liberalisering
Het vrije beroep mag dan aan een opmars bezig zijn, de sector staat ook van verschillende kanten onder druk. Zoals bekend mag in België geen ongebreideld aantal apothekers en notarissen actief zijn. Instellingen als het Internationaal Monetair Fonds en de Europese Commissie vinden dat de sector te veel beschermd is en eisen een liberalisering. De redenering daarachter is dat meer concurrentie leidt tot een goedkopere dienstverlening en dus tot meer omzet.
Dat is fout, klinkt het bij de Federatie Vrije Beroepen. Een totale deregulering zou volgens de koepel nefaste gevolgen hebben voor de dienstverlening. Zo zou een advocaat dan steevast de voorkeur geven aan een rechtszaak boven een minnelijke schikking. Een architect zou enkel de duurste materialen adviseren, omdat hij recht heeft op een percentage van de bouwsom. Of nog straffer: een chirurg zou zo snel en zo veel mogelijk willen opereren.
“Men beseft hier niet dat noch de patiënt noch de cliënt hiermee gediend is”, waarschuwt Sap. “Een vrij beroep is zeer specifiek en heeft een eigen beroepsethiek. Het gaat hier over gezondheid, eigendommen, contracten, enzovoort. Er is een grote maatschappelijke verantwoordelijkheid. De Europese overheden houden daar te weinig rekening mee.”
Vertegenwoordigers van het vrij beroep uit diverse landen zetten de Europese Commissie onder druk om een specifieke definitie op te stellen van wat een vrij beroep is. Een soort van Europese kaderdefinitie eigenlijk, waarin specifieke kenmerken worden opgenomen, zoals een dienstverlening die hoofdzakelijk een intellectuele prestatie is, een persoonlijke verantwoordelijkheid van de beoefenaar en er is sprake van een deontologie die in het statuut is vastgelegd.
Sap wil ook dat de lidstaten vrij kunnen bepalen wat een vrij beroep is. “De specifieke noden van vrije beroepen in de lidstaten rechtvaardigen een regeling op nationaal niveau. Ze weten zelf hoe ze hun sector in eigen land kunnen organiseren.”
Verstaatsing
Op nationaal niveau zet een andere beweging de sector onder druk. De relatie tussen de vrije beroepen en de federale en regionale overheden is meer dan eens gespannen. Zo heerst ongenoegen over de maatregelen van de federale regering-Di Rupo, die de belastingdruk hebben verhoogd. Zelfstandigen, en vrije beroepen in het bijzonder, voelen zich geviseerd. De hogere belasting op bedrijfswagens, de managementvennootschappen die worden aangepakt, de roerende voorheffing op de liquidatiebonus die wordt opgetrokken naar 25 procent: het veroorzaakte ergernis bij zelfstandigen en vrije beroepen. (Zie In de val gelokt).
En er zijn nog redenen waarom de vrije beroepen niet hoog oplopen met de Belgische overheden. Uit een enquête van eind vorig jaar blijkt dat 78 procent van hen die geregeld samenwerken met de overheid (advocaten, gerechtsexperts, architechten…), niet tijdig of niet correct betaald wordt. Pro-Deoadvocaten moeten soms tot drie jaar wachten vooraleer de overheid hen betaalt.
Een andere reden van ongerustheid is de oproep van sommige politici om be- paalde vrije beroepen te ‘verstaatsen’. Zo hield Vlaams minister Freya Van den Bossche (sp. a) onlangs een pleidooi om notariswerk door ambtenaren te laten uitvoeren. Haar redenering is dat dat de kosten voor de eindgebruiker drukt. Jan Sap betwist dat. “Wat zijn die kosten? Een deel is ereloon, maar een deel bestaat ook uit registratiekosten. Sommige politici redeneren verkeerd. Het zou zelfs kunnen dat de dienst meer gaat kosten als de overheid ze uitvoert. Dan zijn mensen er fulltime mee bezig, terwijl het werk nu per prestatie betaald wordt. Los van het feit dat de huidige professionals personen zijn die zeer snel beschikbaar zijn en advies kunnen geven. De verstaatsing is dus zeker niet wenselijk.”
ALAIN MOUTON, ILLUSTRATIE ANTON VAN STEELANDT
“Sommige politici redeneren verkeerd. Het zou zelfs kunnen dat het meer gaat kosten als de overheid taken van vrije beroepen uitvoert” Jan Sap
“Noch de patiënt noch de cliënt is gediend met een liberalisering van de vrije beroepen” Jan Sap
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier