ECOWATT
Met de overname van Viry uit Frankrijk en de intrede van Electrabel in het kapitaal plukt Ecowatt nu toch de vruchten van zeventien jaar eenzame strijd voor duurzame energie. Het uiteindelijke doel van Bruno Buyse, de Vlaamse Don Quichot van de watermolens: een Europese groep uitbouwen van kleinschalige waterkrachtcentrales.
Internationale milieuconferenties en de liberalisering van de energiemarkt hebben er mee voor gezorgd dat duurzame energie vandaag in de lift zit. Ook de consument is intussen bereid om een extra inspanning te leveren voor schone technologie.
Na een strijd van zeventien jaar haalt Bruno Buyse (39 j.) – de stuwende kracht achter Ecowatt – Electrabel over de streep. Sinds begin dit jaar bezit de elektriciteitsmaatschappij 21% in de Vlaamse producent van groene stroom.
Als een Don Quichot vecht Bruno Buyse al jaren voor de erkenning van watermolens. Deze zoon van een welvarende apotheker uit Heusden is het typevoorbeeld van de geëngageerde ondernemer, die alles professioneel aanpakt en de touwtjes strak in handen houdt. Buyse: “Je moet geen geitenwollensokker zijn om een goede ecologist te zijn. Integendeel. Alleen door hard werken en met doorzettingsvermogen kun je de groene doelstellingen bereiken. Zo hebben wij na lang en geduldig aandringen bij de administratie en Electrabel een doorbraak afgedwongen. Vandaag is de elektriciteitsmaatschappij eindelijk gewonnen voor hernieuwbare energie, iets wat enkele jaren geleden niemand voor mogelijk hield. Sinds begin deze maand participeert ze zelfs in Ecowatt. Ook krijgen autonome producenten vanaf dit jaar een tweede frank extra voor hun groene stroom.”
Vandaag staan nog een 400-tal historische watermolens in ons land. Zij behoren tot de oudste energiebronnen. “Het zou zonde zijn dit patrimonium en die kennis verloren te laten gaan,” aldus Buyse: “Het gaat om een zeer schone technologie. Bovendien beluchten de schoepen van de watermolens het water, zodat het regeneratievermogen van de rivier stijgt.”
Pioniers in waterkrachtcentrales
Al bijna twee decennia trekken Bruno Buyse en zijn echtgenote Hilde Stevens aan de kar van de watermolens. Op 28 april 1982 richtten zij samen met enkele vrienden TSAP op, voluit: Het Samen Anders Proberen. Van in het begin legde deze mens- en milieuvriendelijke vzw zich toe op geïntegreerde woon-, leef- en werkgemeenschappen. Zo kocht en verbouwde TSAP de oude Dijle-molens in Leuven tot een ecologisch centrum met natuurvoedingswinkels, appartementen, gemeenschappelijke ontmoetingsruimtes, recyclagebakken enzovoort. Daarna volgden de renovatie van de Capucynenvoer (Leuven), de Vliegmolen (Leuven), de Molen van Doren (Rotselaar) en de Grote Molen (Hoegaarden).
In 1991
hielden Buyse en Stevens Ecowatt boven de doopvont met als maatschappelijk doel: de ontwikkeling van microwaterkrachtcentrales en de productie van alternatieve energie. Stap voor stap breidde de onderneming uit met aanverwante activiteiten.
Vandaag bestaat de groep – Econcern genoemd – uit een tiental werk- en investeringsdochters (zie organigram) met een geconsolideerde omzet van een half miljard frank en een totaal personeelsbestand van 85 werknemers. Naast de vzw TSAP en het kinderdagverblijf De Kikker – met een eigen kleinschalige waterzuiveringsinstallatie van Pure (Puurs) – beschikt de groene holding met exploitatiezetel in Rotselaar over een energiebedrijf (Ecowatt), een bouwonderneming ( Umacon) en een patrimoniumvennootschap ( Immofamco). Sinds begin dit jaar is Econcern ook in Nederland en Frankrijk actief (zie kader: Allianties). Nieuwe overnames liggen in het verschiet. Tegen het eind van de eeuw hoopt Buyse, eind jaren tachtig nog gemeenteraadslid voor Agalev in Leuven, de kaap van de 1 miljard frank omzet te overschrijden. Voor 1999 voorziet hij een winst voor belastingen van 44 miljoen frank.
“Mijn beroep is puzzelaar,” zegt de voorzitter van Econcern en ex-bestuurder van de vastgoedonderneming Multico/Verbo – sinds 4 september 1996 failliet: “Ik breng mensen en specialiteiten samen. Vervolgens bied ik ze een professioneel en financieel kader aan om hun projecten te verwezenlijken. Het synergetisch effect doet de rest.” Zijn twee rechterhanden zijn Mieke Faes en Dirk Vansintjan, respectievelijk gedelegeerd bestuurder van Famco (de moederholding van Econcern) en bestuurder van Ecowatt.
Duurzaam is niet langer ‘alternatief’
Na twee decennia lobbywerk krijgen de watermolens eindelijk erkenning als alternatieve energiebron. Buyse: “Duurzame energie is plots realistisch en bespreekbaar geworden. Het adjectief ‘alternatief’ wordt niet meer gebruikt, iets wat psychologisch zeer belangrijk is. Ook de regering schaart zich achter de groene idee. Zelfs binnen Electrabel wordt naar onze argumenten geluisterd, zij het schoorvoetend. Vooral de distributieafdeling van de multinational begint te beseffen dat ze op termijn niets kan verkopen tegen de markt in. Voorts wint de decentrale aanpak van de milieuproblemen aan belang. Ten slotte is de kostprijs van kleinschalige installaties fel gedaald. Dit vergroot de vraag naar autonome producenten. In die zin heeft Electrabel eind januari dan ook een participatie van 21% genomen in Ecowatt.”
“Maar laten we realistisch blijven,” nuanceert Dirk Vansintjan de plannen van de regering. “Willen we de Europese doelstelling van 15% hernieuwbare energie tegen 2010 bereiken, dan is minstens een investering van 100 miljard frank nodig. Dat lijkt mij zowel budgettair als technisch een moeilijk haalbare kaart. In het uitrustingsplan, dat tot 2005 loopt, staat voor amper 150 miljoen frank duurzame energiebronnen ingeschreven ( nvdr – de gemiddelde prijs van een miniwaterkrachtcentrale is 75 miljoen frank). Bovendien is de norm fysisch niet te realiseren. Bij een Europees gemiddelde van 4% moet daar dus 11% op elf jaar tijd bijkomen of 1% per jaar. Voor ons land betekent dat – vertaald naar waterkrachtcentrales – de bouw van 150 nieuwe installaties (van 1 megawatt) per jaar of 1,5 stations per werkdag. Totaal onmogelijk. Zelfs het beperkte streefdoel van Vlaams minister van Energie Eric Van Rompuy (CVP) – namelijk 5% tegen 2020 – blijft weinig waarschijnlijk. Dan zouden we jaarlijks nog 23 megawatt moeten installeren of elke veertien dagen een turbine.”
Toch ziet Ecowatt op korte termijn mooie perspectieven voor autonome energieproducenten. Op een totaal vermogen van 15.000 megawatt (MW) aan elektriciteit beschikken de hydraulische centrales in België over een capaciteit van 102 MW, goed voor 0,5% van de jaarlijkse elektriciteitsproductie – hernieuwbare energie levert op dit ogenblik amper 1,5% van ons totaal verbruik. Hiermee benadert deze alternatieve energiebron haar maximum in ons land. Volgens Buyse rest nog een waterkrachtpotentieel van 17 MW aan stuwen en watermolens, voldoende voor de uitrusting van 40.000 gezinnen of 120.000 personen. Ecowatt baat nu al een drietal centrales uit in Leuven, Hoegaarden en Rotselaar (geïnstalleerd vermogen van 220 kilowatt). Op zijn lijstje staan nog het project aan de Sluisstraat in Leuven en de sluis langs het kanaal Dessel-Herentals.
Een muur van onbegrip
Ondanks de mentaliteitswijziging laat Vlaanderen nog altijd een hoop kansen liggen. Zo moeten de drie sluizen bij Asper, Kerkhoven en Oudenaarde op de Schelde dringend worden vernieuwd. Met een valhoogte van twee meter is deze locatie geschikt voor een waterkrachtcentrale. Hoewel de totale investering van de werken 1 miljard frank bedraagt en de bijkomende aanleg van zo’n hernieuwbare energiebron slechts enkele tientallen miljoenen franken extra kost, heeft de Vlaamse administratie om technische redenen het voorstel van Ecowatt afgekeurd. Buyse: “Daar blijven we vaak tegen een muur van onbegrip botsen.” Maar Don Quichot zet zijn strijd voort.
ERIC POMPEN
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier