De prijs van zes maanden rusthuis
De vergrijzing is de motor van de groei bij ThyssenKrupp Encasa. De producent van huis- en trapliften biedt een alternatief voor ouderen die liever thuis blijven wonen dan naar een rusthuis te verhuizen.
Ondanks de moeilijkheden met de staaldivisie van ThyssenKrupp, is Stephan Hillaert een tevreden man. Hij staat aan het hoofd van het Belgische dochterbedrijf ThyssenKrupp Encasa. Dat kan mooie groeicijfers voorleggen. De jaarlijkse winstgroei van 5 tot 10 procent is zelfs beter dan die van de zusterbedrijven in de andere landen.
Dat is niet alleen zijn verdienste, want Hillaert werd pas een jaar geleden de country manager van de producent van trapliften en huisliften. Tot zijn eigen tevredenheid. De files naar Brussel zijn verleden tijd. Hillaert woont in Heusden en werkte jaren bij Ricoh in de hoofdstad. Hij is vooral ook tevreden omdat hij vanuit Mariakerke bij Gent als het ware een Belgische kmo leidt die vlot meesurft op de kansen van de vergrijzingsgolf.
Werken aan imago
“In deze sector zit nog groeiperspectief en ze is bovendien gekoppeld aan een maatschappelijk fenomeen. Dat trekt me wel aan”, zegt Hillaert. “Daarnaast zag ik mogelijkheden om de marketing wat te moderniseren. Eigenlijk zijn onze producten innovatief, maar ze hebben niet dat imago. Daar is ruimte voor verbetering. De dynamiek om dat ook te doen, is volop aanwezig in het bedrijf. Wij zitten niet op een logge boot die slechts langzaam van koers te veranderen is.”
ThyssenKrupp Encasa is gespecialiseerd in trapliften, plateauliften en huisliften. Dus niet in de typische kantoorliften of liften in flatgebouwen. Dat is een andere markt, waarin strengere voorschriften gelden. In het segment van ThyssenKrupp Encasa moeten liften alleen bij de oplevering worden gekeurd en zijn ze vrij van zesmaandelijkse keuringen. Een wereld van verschil, die maakt dat Hillaert met zijn bedrijf marktleider is met bijna 40 procent marktaandeel.
De vestiging in Mariakerke bouwt zijn liften niet zelf. De fabriek voor trapliften van de groep staat in Rotterdam en in Pisa worden de huisliften van ThyssenKrupp Encasa gebouwd. Beide productievestigingen beleveren heel Europa. De 60 mensen die werken voor Hillaert zijn alleen in ons land actief. Het gaat vooral om werknemers in sales, marketing, administratie, de technische ondersteuning en de service van de huis- en trapliften.
Babyboomers bewerken
De omzet van ThyssenKrupp Encasa bedraagt in België zowat 20 miljoen euro. Door de vergrijzing van de bevolking is de vraag naar trapliften de jongste jaren gestegen. En dat verandert allicht niet. Voor de toekomstige groei wil het bedrijf meer doen dan reageren op de toegenomen nood aan trapliften. “Die maken weliswaar 80 procent uit van onze omzet, maar we focussen nu bewust ook op de huisliften”, onderlijnt Hillaert.
Een groter groeipotentieel is de verklaring. “We denken dat de babyboomers en mensen die een tweede keer gaan bouwen of renoveren, een nest willen waar ze de rest van hun dagen doorbrengen. En een huislift past in dat plan. Die trend konden we vaststellen tijdens Batibouw, waar toch 300 klanten met zulke plannen voor de dag kwamen.”
De generatie gepensioneerden die er zit aan te komen, heeft zijn ouders zelf naar het rusthuis weten gaan en is vaak vastbesloten niet hetzelfde te doen. In een zoektocht naar manieren om zo lang mogelijk thuis te kunnen blijven, komen ze alras terecht bij trap- en huisliften. En het prijskaartje? “Mensen betalen gemakkelijk 25.000 euro voor een keuken en vinden dat normaal. Aan een huislift denken ze minder snel, hoewel die in dezelfde prijscategorie zit. Je hebt er al een vanaf 17.000 euro. Voor de meeste mensen is een huislift dus toegankelijker dan ze denken.”
Hillaert ziet in huisliften de turbo van zijn bedrijf, met meer dan 10 procent groei per jaar. “Maar we zijn niet bang dat het succes van huisliften de trapliftenverkoop zal kannibaliseren. De twee zullen altijd naast elkaar blijven bestaan. Een traplift is een keuze uit noodzaak. Het is vaak een kwestie van kiezen tussen rusthuis of thuis kunnen blijven. Huisliften zijn veel minder een noodzakelijke kwestie, maar ze zitten veel minder in de taboesfeer. Het prijsverschil is navenant. Een traplift heb je al vanaf 4500 euro. Maar de installatie verschilt ook. Een traplift plaatsen duurt een paar uren, een huislift een paar dagen.”
Primus België
Op de jaarlijkse vergadering van het moederbedrijf in Essen, maakt België steevast een goede beurt. “We zijn winstgevender dan alle andere landen. De tweede in de rij doet het maar half zo goed als wij. En dat is niet alleen een kwestie van kostenbesparingen. De loonkosten zijn hier trouwens wat ze zijn. We moeten het ermee doen. De automatische indexering is wel een probleem. Dit jaar was die 2,67 procent. Eigenlijk komt dat erop neer dat we als het ware een personeelslid extra moeten betalen, maar in werkelijkheid is er niemand bijgekomen om het werk te doen. Dat vormt een bedreiging op de lange termijn. Het gevolg is ook dat je als bedrijfsleider gebonden zit, want de pot voor loonsverhoging wordt opgegeten door de indexering. Het spel om goede mensen te belonen wordt daardoor moeilijk.”
Toch gelooft Hillaert in de toekomst. Zeker nu ook de Vlaamse regering niet langer zweert bij het bouwen van rusthuizen en alternatieve woonvormen voor ouderen wil promoten. “Er is een positief klimaat ontstaan. Wij bieden liften aan, maar zien nog andere mogelijkheden. Waarom zouden we over enkele jaren ook geen diensten als maaltijdbedeling aanbieden? We weten uiteindelijk wie ze nodig heeft.”
“We denken na over diversificatie. We initieerden daarom ook een project dat het huis van de toekomst met opties voor senioren heeft uitgewerkt. Dat vertrekt van een virtuele woning, een platform waar mensen een aantal mogelijke aanpassingen kunnen kiezen om langer thuis te kunnen blijven wonen. Via dat platform raken ze geïnformeerd over wat er allemaal beschikbaar is. Vandaag zijn ze zich daar vaak niet van bewust. En laten we eerlijk zijn: een traplift is de prijs van zes maanden rustoord. Dat is een prijs die mensen willen betalen om thuis te blijven.”
ROELAND BYL, FOTOGRAFIE JELLE VERMEERSCH
“De loonkosten zijn hier wat ze zijn. De automatische indexering is wel een probleem”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier