De kleren van de keizer
Albert Frère zorgt weer voor een verrassing. Zijn Nationale Portefeuillemaatschappij heeft Joseph overgenomen. De Engelse groep staat bekend als ontwerper van luxueuze prêt-à-porter en kan terugblikken op een sprookjesachtige geschiedenis.
Londen.
J oseph Ettedgui is oprichter en distributeur van de keten voor luxueuze prêt-à-porter die alleen zijn voornaam draagt. “Het is allemaal heel snel gegaan”, zegt hij over de onderhandelingen die hem ertoe aanzetten enkele dagen geleden 54% van zijn kapitaal te verkopen aan de Nationale Portefeuillemaatschappij (NPM), de holding van Albert Frère. “De NPM heeft de knoop zo snel doorgehakt omdat een Franse bank ook veel interesse had”, aldus Joseph Ettedgui. Haar voorstel was wel ernstig, maar de contacten verliepen niet snel genoeg.” De NPM pakte het beter aan.
“Natuurlijk hadden we de zaak liever binnen de familie gehouden, maar onze kinderen waren er niet klaar voor”, vertelt de man die meer dan twintig jaar geleden de (contrasterende) zwartwit-tendens lanceerde. We hadden dringend nood aan kapitaal om verder te groeien. De kledinghandel wordt een business, net als de rest. Je kunt je specialiseren en zeer creatief werken: dan zul je erin slagen één klein winkeltje draaiende te houden. Ofwel breid je uit en bouw je aan een belangrijke pool. Wij stonden tussen twee vuren en moesten dan ook beslissen welke weg we wilden inslaan.” Joseph vroeg een interne audit bij Arthur Andersen die concreet twee mogelijke uitwegen opleverde: het bedrijf laten overnemen door een groep uit de modesector of nieuw kapitaal aantrekken. Aangezien beide broers (Franklin beheert de financiële aspecten en Joseph staat in voor de dagelijkse opvolging en de ontwerpen) weinig vertrouwd waren met de “financiële gebruiken”, kozen ze ondanks alles voor de tweede oplossing. Ze zijn ervan overtuigd dat de beslissing hun ambitie waardig is… en dat de kostbare hulp van Robert Bensoussan hun beslist van pas zal komen. Deze kent het klappen van de zweep dankzij zijn ervaringen met Lacroix en Ferré. Bensoussan werd de eerste tussenpersoon die de NPM en de Londense Marokkanen met elkaar in contact bracht.
“In tegenstelling tot
wat sommige mensen denken”, zegt gedelegeerd bestuurder van de NPM Gilles Samyn nadrukkelijk, “past deze aanwinst perfect in ons strategisch beleid. We hebben er nooit een geheim van gemaakt dat we op zoek waren naar meerderheidsparticipaties in kleine en middelgrote familiebedrijven. Dat kan in de voedingssector zijn, maar net zo goed in gespecialiseerde distributie of luxeproducten. We willen dat de polen binnen onze groep elkaar aanvullen. De bedrijven die we kiezen, hebben de nodige vakkennis in huis en zijn vertrouwd met het terrein. Als iedereen binnen zijn eigen vakgebied blijft en deelt in de risico’s, kan het team alleen maar winnen.”
Voorlopig zal het akkoord dat de NPM en Joseph afsloten vijf jaar lopen. De Albert Frère-holding pompte er “slechts” 800 miljoen frank in, maar beloofde een “surplus” van maximum 2,4 miljard frank. “Dat is ruimschoots genoeg om de eerste stadia van de expansie te financieren”, aldus Gilles Samyn. De gebroeders Ettedgui blijven dus wat de NPM “essentiële investeerders” noemt, hoewel ze de minderheid van de aandelen in hun bezit hebben (18%), precies evenveel als Robert Bensoussan (18%) en iets meer dan LV Capital (10%), een filiaal van LVMH (zie kader: LVMH parallel?).
De groep Joseph heeft genoeg ideeën om in de praktijk te brengen. Momenteel bedraagt de omzet bijna 3 miljard frank (waarvan 60% in Groot-Brittannië) en kan de groep rekenen op “de volledige toewijding van 300 werknemers”. De keten telt 22 winkels (waarvan er slechts 3 meerdere merken verkopen: zo weten ze bij Joseph wat er reilt en zeilt bij de concurrentie) en twee franchisewinkels. Deze laatste dienen als distributiecentra voor de prêt-à-porter, het parfum en voor de (beperkte) collectie binnenhuisartikelen. Het Londense Joseph-aanbod omvat ook drie restaurants. En wat brengt de toekomst? “We wachten op financiële steun om ons overal ter wereld te vestigen op plaatsen waar de cliëntèle ongeduldig op ons zit te wachten,” zegt Joseph Ettedgui. “Voor we starten in Milaan en Brussel, moeten we onze aanwezigheid in Parijs en New York versterken. Ook Azië geeft blijk van interesse. We hebben daar al een winkel en een twaalftal corners, maar dat is niet genoeg…”
Al deze ontwikkelingen waren voorzien in de plannen van de groep, maar er was een nijpend gebrek aan geld. Joseph Ettedgui kijkt de “volgende drie jaar dan ook vol vertrouwen tegemoet.” De man met de sigaar durft nog een andere groeimogelijkheid aanhalen: zo zou hij zijn erelijst graag verrijkt zien met andere NPM-aanwinsten. “Ik geloof sterk in de doeltreffende werking van bedrijfspolen. Wanneer je kunt beschikken over winkels die zeer goed inspelen op het aanbod en een uitgebreide keuze, creëer je een drijvende kracht. Als de NPM me erom vraagt, zal ik zeker mijn advies geven over een overname in die richting ( nvdr – naar het schijnt liggen er bij de NPM momenteel twee brandend actuele dossiers op tafel). Zo zit ik in elkaar. Ik zal met hart en ziel vechten om te vermijden dat ooit iemand beweert dat Joseph niet meer dezelfde is, sinds hij verkocht heeft.”
xavier degraux
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier