De balans: onderschat de arbeidsmarkthervormingen van de nieuwe regering niet

Minister van Werk David Clarinval (MR). © NICOLAS MAETERLINCK/BELGA MAG/AFP via Getty Images
Alain Mouton
Alain Mouton Journalist

De terugverdieneffecten en de verwachte banencreatie die de regering-De Wever vooropstelt, zijn onrealistisch hoog. Niettemin zitten in het regeerakkoord tal van maatregelen die de arbeidsmarkt een stuk flexibeler kunnen maken en voor een groei-impuls kunnen zorgen. Bovendien krijgen multinationals voor hun topmensen hier een incentive via geplafonneerde sociale bijdragen.

Het was een cijfer dat de vorige regering-De Croo vooropstelde en nu met de regering-De Wever opnieuw opduikt: België moet tegen 2029 een werkzaamheidsgraad van 80 procent behalen. Aangezien die momenteel goed 72 procent bedraagt (78% in Vlaanderen en rond 66% in Wallonië en Brussel), wordt dat een loodzware opdracht. Volgens arbeidseconomen is een creatie van 500.000 banen in vijf jaar tijd vereist, of 100.000 banen extra per jaar. Dat is meer dan het dubbele van de iets minder dan 40.000 banen die er sinds 2020 op jaarbasis bij kwamen. De vooruitzichten zijn dus onrealistisch hoog. Zelfs als de geplande lastenverlagingen, aanpassingen van het pensioensysteem en de hervormingen op de arbeidsmarkt worden uitgerold.

Al moet gezegd dat het regeerakkoord een hele reeks maatregelen bevat die ervoor moeten zorgen dat het raderwerk van onze arbeidsmarkt beter geolied raakt. Het zijn ingrepen die moet leiden tot meer arbeidsmobiliteit, de bedrijven financiële ademruimte geven en de structurele krapte op de arbeidsmarkt moeten counteren. Dan gaat het niet alleen om het beperken in de tijd van de werkloosheidsuitkeringen. In het regeerakkoord zitten arbeidsmarkthervormingen waarvan de impact onderschat wordt.

De proefperiode is terug

Sommige ervan zullen deze legislatuur weliswaar weinig effect genereren. Nemen we de ontslagvergoeding die in de toekomst beperkt zou worden tot 52 weken voor nieuwe werknemers die nu starten. Yousra Belakhdar, specialist arbeidsrecht bij Loyens & Loeff: “De impact daarvan zal je weliswaar pas over zeventien jaar zien. Bovendien zal de maatregel op bedrijfsniveau misschien worden uitgehold door de ondernemingsraad en de sociale dialoog. De vakbonden zullen een compensatie vragen. Zeker voor grote bedrijven zal er niet veel veranderen.”

Wat wel een verschil zal maken, is de herinvoering van de proefperiode. “Dat gebeurt al tegen het einde van het jaar, tamelijk snel dus”, weet Yousra Belakhdar. “Dat houdt in dat gedurende de eerste zes maanden  de arbeidsovereenkomst door zowel werkgever als de werknemer kan worden opgezegd, met een termijn van één week.”

Een andere opvallende maatregel is de herziening van de ontslagbescherming van syndicale kandidaten bij sociale verkiezingen. In het regeerakkoord staat dat wie effectief verkozen is van de volledige bescherming kan blijven genieten. Kris De Schutter, partner en specialist arbeidsrecht bij Loyens & Loeff: “Maar men zal de bescherming van niet-verkozen personeelsleden of kandidaten voor de sociale verkiezingen terugschroeven. Die hebben nu recht op twee tot vier jaar bescherming, dat wordt zes maanden. Al is dat nog voor interpretatie vatbaar.”

Ontslag nemen met werkloosheidsuitkering

De meest opvallende arbeidsmarktmaatregel is dat iemand die zelf ontslag neemt toch een werkloosheidsuitkering kan krijgen. Wie al tien jaar gewerkt heeft, kan dat één keer doen. Een vrijwillige werkloosheid kan in principe leiden tot zes maanden uitkering. “Dat is interessant, omdat wij soms te maken hebben met dossiers waar een bedrijf iemand om dringende redenen wil ontslaan, dus zonder recht op werkloosheid”, zegt Yousra Belakhdar. “Wij kunnen de werknemer dan voorstellen de eer aan zichzelf te houden en zelf te vertrekken. Vroeger hoorde je vaak dat men dat niet wou wegens het verlies van de uitkering. Ik voorspel dus minder ontslagen om dringende redenen. Ook voor de werkgever is dat een gunstige maatregel.”

Werkkrachten flexibeler inplannen

“Het verbod op nachtarbeid en het afschaffen van de verplichte sluitingsdag kan een grote impact hebben in de retailsector.  Men wil het aantal paritaire comités beperken. Winkels zullen gemakkelijker kunnen kiezen voor laatavond- en zondagopeningen”, stelt Kris De Schutter vast. “De gevolgen daarvan zijn niet min. De impact van flexi-jobs, waarmee men straks meer kan verdienen, is minder groot dan deze maatregelen.”

De verplichting dat de minimale wekelijkse arbeidsduur minstens een derde moet zijn van een voltijds uurrooster wordt afgeschaft. “We behouden en handhaven wel het verbod op arbeidsprestaties van minder dan drie uur en oproepcontracten”, staat in het regeerakkoord. De Schutter: “Men gaat dus naar minimale contracten van drie uur per week, die bovendien geannualiseerd kunnen worden.  In de retail en de horeca kun je werkkrachten zo flexibeler inplannen. Je moet niet per se iemand tussen acht en twaalf inplannen, wat onder het vorige regime wel het geval was.”

RSZ-plafond voor toplonen

Een andere opvallende passage in de tekst heeft eveneens te maken met de nog altijd hoge loonkosten in België: de regering wil de socialezekerheidsbijdrage voor hoge lonen plafonneren, meer bepaald ter hoogte van het loon van de eerste minister of afgerond 275.000 euro. Kris De Schutter: “Dat zal voor heel mensen geen verschil uitmaken. Bovendien is de leiding in heel veel bedrijven zelfstandig en werkt ze met een managementvennootschap, waardoor de impact beperkt is. Maar er zijn een aantal grote internationale bedrijven die afhangen van Amerikaanse ondernemingen en hun werknemers in aandelen betalen. Als je een aandeel hebt dat het drievoudige waard wordt, dan kom je bij die loonhoogte terecht. Bij een overname merk je vaak dat een deel van het management een soort van MIP-bonus krijgt, een management incentive plan. Dat zorgt ervoor dat dit loon voor dat jaar ver boven 275.000 euro uitkomt, waarop dus zeer zware sociale bijdragen worden betaald. Voor Amerikaanse bedrijven en bij die overnames is deze aanpassing interessant.”

Partner Content