De alomtegenwoordige overheid
De overheid bepaalt een steeds groter deel van ons leven zonder dat we dat goed beseffen, zegt de econoom Gilles Saint-Paul. In The Tyranny of Utility heeft hij het over een stille revolutie die een nefaste trend wordt. Saint-Paul stelt vast dat beleidsmensen hun talrijke overheidsbeslissingen verantwoorden met wetenschappelijke studies.
Als motorrijders verplicht worden om beschermende kledij te dragen, dan vallen er minder gewonden op de wegen. Als er niet meer gerookt mag worden op café, dan vallen er jaarlijks zoveel minder doden. De titel van het boek – de tirannie van het nut – verwijst naar de overheid die stringente regels oplegt als aangetoond kan worden dat het algemeen nut, bijvoorbeeld uitgedrukt in minder zieken, gewonden of doden, stijgt. Volgens de auteur is dat een te strikte invulling van het begrip nut. In de door de overheid gebruikte nutsfunctie is de individuele vrijheid weggevallen. Saint-Paul grijpt daarvoor terug naar het Franse mensenrechtenprincipe van de achttiende eeuw. Daarin wordt gesteld dat iedereen het recht heeft om te doen wat hij wil, op voorwaarde dat hij de anderen niet schaadt. Heeft een motorrijder zin om zonder beschermende kledij rond te rijden, dan mag dat. Door zo rond te rijden schaadt hij anderen niet. De auteur stelt dat economisten de laatste wetenschappers zijn die deze fundamentele vrijheid willen en kunnen verdedigen.
Dit recht om te doen wat je wilt, op voorwaarde dat geen schade toegebracht wordt aan anderen, is een belangrijke premisse in de economie. Maar ook binnen de economie staat dit principe onder druk. Saint-Paul verwijst naar de behavioral economics, een tak waarbij inzichten uit de psychologie en de sociologie verwerkt worden in de economie. Volgens de behavioral economics maken mensen veel fouten en handelen ze economisch niet rationeel. Saint-Paul toont aan dat de overheid deze bevindingen misbruikt om beslissingen in plaats van de burgers te nemen. Onderzoek toont bijvoorbeeld aan dat de meeste jonge mensen niet wakker liggen van hun pensioen. De overheid grijpt dit in sommige gevallen aan om jongeren te dwingen aan pensioensparen te doen. Saint-Paul vindt dit een inbreuk van het fundamentele vrijheidsprincipe. Zelfs indien het individuele nut, eng bepaald zoals door de overheid, zou stijgen, dan nog moet de burger de keuzemogelijkheid blijven behouden.
Saint-Paul ziet de jaren vijftig als breekpunt. In de film Roman Holiday uit 1953 rijden Gregory Peck en Audrey Hepburn zonder helm op een scooter in Rome. “Vandaag zou dit niet meer mogelijk zijn”, beweert de auteur. “De film zou hierdoor een groot deel van zijn aantrekkingskracht verliezen.”
Zo’n halve eeuw geleden hebben we ons neergelegd bij de steeds grotere inmenging van de overheid. “Vandaag hebben we experts die zwaaien met studies waarin het optimale suikerniveau van appelsap wordt bepaald of het monetaire equivalent van het dragen van een helm.”
In veel gevallen werkt deze top-down-aanpak niet eens, zegt Saint-Paul. “Nooit is er meer overheidsgeld gegaan naar het stimuleren van gezonde voeding en het opleggen van idiote regels aan voedingsproducenten, en nooit is er meer obesitas vastgesteld.” Voor Saint-Paul het bewijs dat vele vormen van overheidsinmenging dringend weer ter discussie moeten worden gesteld.
Gilles Saint-Paul, The Tyranny of Utility. Behavioral Social Sciences and the Rise of Paternalism, Princeton University Press, 2011, 174 blz, 30 euro.
THIERRY DEBELS
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier