De 10 miljarddollarclub

In 2016 worden banken op stal gezet en vervangen door ‘fintechs’, start-ups in financiële technologie. Dat is toch wat ze zelf denken.

Twintigers die apps ontwikkelen, vaak met gulle porties durfkapitaal, staan versteld dat ploeterende banken erin geslaagd zijn voort te modderen tot in 2015. De financiën, toch allemaal bits en bytes, liggen voor het grijpen. Zelfs de titanen van Wall Street lijken wakker geschud. “Silicon Valley is op komst”, waarschuwde de baas van JPMorgan Chase, Jamie Dimon, in 2015 in een brief aan de aandeelhouders.

De beweringen zijn overdreven. Er bestaat echter geen twijfel over dat de ‘disruptie’ eindelijk de financiële wereld heeft bereikt, een sector die zo gereguleerd was en zoveel banden had met de politiek dat hij niet moest vrezen voor nieuwkomers. Een aantal van de vroege fintech-sterren in San Francisco, Londen, Stockholm of Sjanghai doet zaken op een niveau dat ooit het territorium was van eeuwenoude firma’s. Zowat 50 onder hen worden op meer dan een miljard dollar gewaardeerd, wat hen de mythische status van ‘eenhoorn’ bezorgt.

In 2016 lijkt dat miljard dollar ouwe koek. De grootste fintechfirma’s zetten dan al tientallen miljarden dollars om. Een van de eerste die toetreedt tot die 10 miljarddollarclub is Lending Club, dat mensen die geld willen lenen koppelt aan mensen die geld op overschot hebben. Het is voor bankieren wat Airbnb is voor hotels: een rivaal die ongrijpbaar is omdat hij optreedt als een koppelaar eerder dan een dienstverlener. De banken hadden de start-up gemakkelijk aan de kant kunnen schuiven in 2012, toen hij amper 60 miljoen dollar aan leningen per maand arrangeerde en vooral geld van kleine spaarders recycleerde. Tegenwoordig dragen grote organisaties zoals hefboomfondsen een groot deel van het uitgeleende kapitaal aan.

Geautomatiseerde vermogensadviseurs kunnen eveneens de grens van 10 miljard dollar aan beheerde activa overschrijden. Wealthfront en Betterment beheren aan het begin van het jaar elk meer dan 3 miljard dollar. Ooit slaagden ze erin de activa om de zes maanden te verdubbelen, maar hun groei wordt getemperd omdat vaste waarden als Charles Schwab en Vanguard concurrerende producten hebben gelanceerd.

Venmo, een dienst die Amerikaanse tieners gebruiken om geld naar elkaar te sluizen, wordt een ander lid van de 10 miljardclub. Het onderdeel van PayPal ergert de banken omdat het een gemakkelijke oplossing biedt om gratis en gemakkelijk kleine sommen over te maken. Het krijgt wel concurrentie van Facebook en Apple.

Andere fintechs klimmen op hun dooie gemak naar duizelingwekkende hoogten. 2016 is het eerste volledige jaar waarin ondernemingen aan equity crowdfunding kunnen doen. Ze geven kleine aandelenpakketten aan geldschieters die maar een paar dollars willen investeren. De geldtransferbusiness wordt ontfutseld aan banken en specialisten als Western Union. Er wordt meer en meer geld besteed aan de aanmaak van ‘blokketens’, de technologie waarop bitcoin gebouwd is. Een golf van nieuwkomers wil ook alledaagse bankdiensten aanbieden met zichtrekeningen, iets waar de banken tot nog toe geen concurrentie ondervonden.

Een afrondingsfout

De beweringen die uit Silicon Valley komen over de teloorgang van de banken moeten wel met een korrel zout genomen weden. Zelfs 10 miljard dollar is maar een afrondingsfout in de globale financiële ordening, ruwweg 0,4 procent van de activa van JPMorgan. Wat de robo-adviseurs managen is een peulenschil vergeleken met UBS of BlackRock. Tot 2015 was het belangrijkste effect van fintech dat het de banken dwong scherper voor de dag te komen. Maar als het in het volgende jaar zijn groeimodel kan voortzetten en de vooruitzichten even gunstig blijven, dan evolueren de fintechvoorvechters van de horzels van de financiën tot iets veel meer substantieels.

De auteur is redacteur bankieren van The Economist.

Stanley Pignal

10 miljard dollar is maar een afrondingsfout in de globale financiële ordening.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content