Boven in de lucht

BLACKFLY Een bereik van 50 kilometer, geen pilotenopleiding nodig.

In 2020 mogen we de eenpersoonsvliegtuigjes aangedreven door een elektrische motor in het luchtruim verwachten. De vliegende auto is er eindelijk.

Stedelijke luchtmobiliteit is niet meteen een term die dagelijks in conversaties opduikt. De mensen die het er wel dagelijks over hebben, zijn dan ook meestal luchtvaartingenieurs. In 2020 verandert dat, wanneer de eerste en rijkste mensen bij etentjes hun gasten beginnen te vervelen met verhalen over hun nieuwste snufje: een vliegende auto.

Er wordt al tientallen jaren nagedacht over een particulier luchttransportsysteem met de vorm van een auto. Maar de aandrijfsystemen die licht genoeg zijn om zulke voertuigen van de grond te tillen zijn nog maar een paar jaar beschikbaar. De cruciale doorbraak kwam er met de lithium-ionbatterij. Vliegtuigjes uit lichte composietmaterialen en een elektrische motor die geavanceerd genoeg is om de propellers te laten draaien, kunnen zulke batterijen gebruiken om één of twee personen over een afstand van tientallen kilometers te vervoeren.

Geen brevet nodig

Voor wie zin heeft om zelf eens achter het stuur van zo’n vliegende auto te kruipen, is er de BlackFly. Hij wordt gemaakt door Opener, een bedrijf uit Silicon Valley. De BlackFly is een eenpersoonsvehikel met een bereik van zo’n 50 km, een maximumsnelheid van 100 km per uur en een romp die eruit ziet alsof hij ontsnapt is uit een schilderij van Salvador Dalí. Opener heeft het slim aangepakt door onder de radar te werken met een ontwerp dat de Amerikaanse voorschriften voor lichtgewichtvliegtuigen naleeft, waardoor je geen pilotenbrevet nodig hebt om ermee te vliegen. De meeste andere voorbeelden van vliegende auto’s zijn meer aan banden gelegd door reglementen en worden daarom door hun fabrikanten aangeprezen als luchttaxi’s voor vastgelegde routes onder het toezicht van computersoftware of een piloot op de begane grond.

Het toonaangevende bedrijf in dat segment is EHang, een Chinees bedrijf. De EHang 216, die plaats biedt aan twee personen, zal in 2020 zijn commerciële luchtdoop beleven en tussen vijf ‘vertiports’ vliegen in de Chinese stad Guangzhou. De 216 is een cabine die op acht armen steunt, aan elk van die armen zijn twee propellers bevestigd. Met andere woorden, het is een reusachtige drone die ook mensen kan vervoeren.

Het Duitse bedrijf Volocopter werkt ook met vertiports. Zijn voertuig wordt gedragen door achttien propellers op een netwerk van afgeronde steunbalken dat wat doet denken aan een spinnenweb. De meest recente versie wordt getest op een vertiport in Singapore die in oktober 2019 geopend werd door het Britse bedrijf Skyports.

Opener, EHang en Volocopter zijn op dit moment de koplopers, maar ze worden opgejaagd door een meute van concurrenten. Sommige daarvan zijn start-upbedrijven. Voorts zijn er nog Airbus, de op een na grootste producent van vliegtuigen voor de burgerluchtvaart, en Uber, het grootste bedrijf voor bemiddeling bij personenvervoer. Toyota hoopt dan weer dat zijn vliegende auto gebruikt wordt voor het aansteken van het olympische vuur in Tokio, voor het oog van de hele wereld. Of we er nu klaar voor zijn of niet, het stedelijke luchtverkeer komt eraan.

De auteur is redacteur wetenschappen van The Economist

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content