BIPT verkeert in een malaise
België heeft nog altijd geen nieuwe regulering van de telecommarkt. Dat houdt sommige tarieven kunstmatig hoog.
Net nu er behoefte is aan stevig ingrijpen, loopt de marktregulering van de telecomsector vast. Dat vreest Beltug, de vereniging van grote telecomgebruikers. Op 6 juli lag het samenwerkingsakkoord tussen de regionale en federale communicatieregulatoren – vier instituten, zonder Brussel te rekenen – opnieuw op tafel in het overlegcomité tussen de regeringen. Dat akkoord is nodig, omdat er in de digitale technologie nauwelijks nog een onderscheid te maken valt tussen omroep (een gemeenschapsmaterie) en telecommunicatie (federaal).
De tekst is al op 20 april goedgekeurd, maar de Vlaamse regering wil haar handtekening niet zetten voordat het ethermisbruik in Wallonië is aangepakt. Momenteel storen Waalse radio’s met illegaal hoge zendvermogens de Vlaamse zenders in steden zoals Brussel, Mechelen, Kampenhout en Zottegem. Het Belgisch Instituut voor Postdiensten en Telecommunicatie (BIPT) zou daartegen kunnen optreden, maar moet verplicht op een advies wachten van het Conseil Supérieur de l’Audiovisuel (CSA), zijn Waalse tegenhanger. Maar dat advies blijft uit. Federaal telecomminister Marc Verwilghen (VLD) heeft Koninklijke Besluiten klaar om de situatie te ontmijnen, maar volgens woordvoerder Ben Weyts van Vlaams mediaminister Geert Bourgeois (NVA) legaliseren die de bestaande toestand, terwijl Wallonië anderzijds probeert om nieuwe eisen ter sprake te brengen. Zonder samenwerkingsakkoord op 31 december verliest het BIPT zijn bevoegdheden, heeft een vonnis van het Arbitragehof een jaar geleden bepaald.
Beltug heeft nog andere bekommernissen. Want ook bij het BIPT zelf is de malaise groot. De 218 medewerkers wachten al anderhalf jaar op een zestigtal extra personeelsleden. Zij moeten het BIPT helpen om nieuwe taken uit te voeren. Europa dwingt sinds 2003 de lidstaten om hun sectorspecifieke regelgeving om te ruilen voor een regulering op basis van het algemene mededingingsrecht. Maar in België is daar nauwelijks een begin mee gemaakt. Dat heeft gevolgen voor onze concurrentiekracht. Ofcom, de Britse regulator, verlaagde de mobiele afwikkelingstarieven vorig jaar met 29 à 35 %, tot gemiddelden in de orde van 8,33 en 9,34 eurocent per minuut. Bij ons was de vermindering voor Mobistar en Proximus een symbolische 4,74 %, waardoor de Belgen nu gemiddeld 36 tot 91 % meer betalen dan de Britten om een gesprek tot bij een mobiele gebruiker van een andere operator te krijgen. In het geval van Base kan het verschil volgens onze berekening (op basis van BIPT-gegevens van vorig jaar) zelfs oplopen tot 140 %.
Volgens Beltug kosten oproepen van vast naar mobiel nu vier tot zes keer zoveel als oproepen van vast naar vast. “Eén van onze leden vertelde dat vast-naar-mobiel 10 % van zijn oproepen uitmaakte, maar 40 % van zijn kosten,” zegt directeur Danielle Jacobs van Beltug. Daarbij komt dat er geen duidelijk kader is voor de fiscale behandeling van bedrijfsgsm’s. “Elk bedrijf moet daarover nu afzonderlijk gaan onderhandelen met zijn belastingsinspecteur,” zegt Jacobs.
B.L.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier