Babysit.

Vorige week organiseerde het Verbond van Belgische Ondernemingen ( VBO) een ontmoeting tussen bedrijfsleiders en federale ministers. VBO-voorzitter Luc Vansteenkiste somde een aantal verzuchtingen op voor premier Guy Verhofstadt ( VLD). Vooraan stond het behoud van de beloofde hervorming van de vennootschapsbelasting. En wat verderop – een minder klassiek thema – maatregelen zodat meer jongeren aan de slag gaan als ondernemer. Want uit alle enquêtes die de laatste maanden werden gehouden, blijkt dat het droevig gesteld is met het ondernemerschap bij jongeren.

Is dat echt zo? Trends wou achter die amorfe enquêtecijfers kijken. En we stuurden onze redacteurs op pad. De halve redactie keek rond in zijn vrienden- en kennissenkring. Babysitters, sportkameraden, jongeren uit de straat werden aangesproken. Het resultaat leest u op bladzijde 66: tien gesprekken met jongeren en hoe ze tegen ondernemen aankijken. Uiteraard kunnen we hieruit geen algemene conclusies trekken, daar dienen de enquêtes voor. Maar het is toch leerrijk hoe zij praten over ondernemen. Het blijkt dat vooral wie zelfstandigen in de familie heeft, een positieve attitude heeft tegenover het ondernemen. En in dat geval is creativiteit zeker aanwezig. Zo sprak Trends-journalist Raphael Cockx met de zeventienjarige Pascal Vyncke. Hij volgt het laatste jaar techniek-wetenschappen en heeft een eigen website ontwikkeld: Seniorennet.be. “Neen, ik wou geen informatica studeren. Ik heb het nu één uur en dat is al zo vervelend. De opdrachten die ik krijg, zijn al na vijf minuten uitgevoerd. Ik gebruik mijn tijd dan maar om mijn website te onderhouden vanuit het klaslokaal.”

Uit heel wat getuigenissen blijkt ook dat het onderwijs helemaal niet aanzet tot ondernemerschap. Bij het verlaten van de school denkt slechts 7% van de Vlaamse jongeren aan het opstarten van een eigen zaak binnen de drie jaar. In de Verenigde Staten is dat 19%. Is de kwaliteit van het onderwijs voor dat verschil een sluitende verklaring? De Amerikaanse sociologe Liah Greenfeld ( Boston University) denkt van niet. In een vorig jaar verschenen boek ‘ The spirit of capitalism‘ ontwikkelt ze de these dat nationalisme de basis vormt voor economische groei. Het is volgens Greenfeld de Amerikaanse zakenethiek die competitie bevordert op individuele basis, die op zijn best leidt tot economische groei. In de Europese Unie blijft een meer collectivistische variant van het nationalisme een grote rol spelen. De fusie tussen Daimler en Chrysler werd in Duitsland bejubeld omdat een Duits bedrijf een Amerikaanse onderneming overnam. In de VS, hoe sterk het nationalisme er ook is, speelt dat nationale belang nooit zo sterk. Ondernemen gebeurt er op basis van individuele motieven, weliswaar vanuit een gevoel van waardigheid dat ook de basis van nationaal patriottisme vormt.

Het is dit belangrijke culturele onderscheid tussen Europa en de VS dat voor een groot deel het verschil verklaart tussen 7% en 19% jongeren die deze individuele uitdaging willen aangaan. Vlaamse jongeren hebben niet dezelfde nationale identiteit, hebben niet hetzelfde gevoel van waardigheid en zullen dus minder snel overgaan tot het ondernemerschap. Het is, of men dit nu betreurt of er net trots op is, onze culturele basis. Het betekent in elk geval dat we hier in Vlaanderen dubbel zoveel moeite moeten doen om het ondernemerschap te bevorderen.

Guido Muelenaer, Adjunct-hoofdredacteur [{ssquf}]

Onze culturele basis brengt met zich dat we hier in Vlaanderen dubbel zoveel moeite moeten doen om het ondernemerschap te bevorderen.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content